Tegen anderen opkijken is iets wat iedereen denk ik wel kent. Het is iets wat in je kindertijd al naar voren kan komen. Zo keek ik regelmatig op tegen mijn zus die twee jaar ouder is dan ik ben. Mijn ouders hebben mij weleens verteld dat ik bijvoorbeeld heel hard achter mijn zus en haar vrienden aan fietste toen ik net kon fietsen. Zij waren natuurlijk een stuk sneller en ouder en ik wilde dat ook kunnen. Het maakte niet uit dat ik nog een stuk jonger was en sommige dingen nog niet zo snel kon, ik wilde niet achterblijven.
Wij zijn er over het algemeen ontzettend goed in om onszelf te vergelijken met anderen. We vergelijken onszelf dan niet met mensen die wij als gelijken zien, maar we doen dit het meest met mensen die ouder zijn, iets heel goed kunnen, al veel ervaring hebben met iets, etc.
Zo kun je bijvoorbeeld als kind heel erg tegen je oudere broer of zus opkijken omdat hij/zij iets kan wat jij nog niet kunt. Omdat je zus bijvoorbeeld al een studie gaat doen terwijl jij nog op de middelbare school zit, of dat zij een vriendje krijgt en al uit mag terwijl jij elke avond op de bank bij je ouders zit.
Ook heb je misschien weleens tegen je ouders opgekeken, omdat zij mogen beslissen over jou. Omdat zij alles lijken te weten en overal een antwoord op hebben. Of je keek op tegen een vriendin die ergens heel goed in is of omdat je haar knapper, beter, slimmer of leuker vindt. Ook heb je misschien weleens tegen een popster of actrice opgekeken waar je fan van was.
Als je tegen iemand opkijkt, kijk je op jezelf neer
Op het moment dat je tegen iemand opkijkt, kijk je eigenlijk op jezelf neer. Je vindt die ander beter, leuker, slimmer of knapper en jij vindt eigenlijk dat je een beetje meer op diegene moet lijken. Jij moet dat ook kunnen. Hiermee kun je jezelf behoorlijk naar beneden halen en niet op waarde schatten. Dat diegene dat kan, betekent niet dat er geen dingen zijn die jij beter kunt. Daarnaast kan het ook zijn dat je bijvoorbeeld tegen je docent opkijkt omdat jij zelf docent wil worden, terwijl hij/zij hier voor gestudeerd heeft, waarschijnlijk ouder is en veel meer ervaring heeft. Dat is eigenlijk een scheve vergelijking waarin jij nooit gaat winnen.
Opkijken tegen vriendinnen en leeftijdsgenoten
We kijken vaak op tegen mensen die ouder zijn dan wij, bijvoorbeeld onze broers of zussen, ouders, docenten, hulpverleners, etc. Ook kunnen wij opkijken tegen bijvoorbeeld vriendinnen en leeftijdsgenoten. Dit kan in sommige gevallen net wat lastiger zijn omdat het dan niet lukt jezelf ervan te overtuigen dat deze persoon wat verder is vanwege de leeftijd. Het kan bijvoorbeeld heel frustrerend zijn om te zien dat een vriendin al gaat samenwonen terwijl jij nog niet eens een eerste vriendje hebt gehad. Of dat een vriendin al een goede baan heeft gevonden terwijl jij net gestopt bent met je opleiding omdat het niet goed met je gaat en je therapie en studie niet meer kunt combineren. Misschien lijkt het leven van anderen altijd zo makkelijk te gaan, maar dat betekent niet dat hij/zij geen dingen meemaakt die ervoor zorgen dat dingen soms tegen zitten. Misschien heeft diegene heel veel moeten doen of laten om te komen waar zij nu is. En misschien is dat niet zo, maar dat betekent niet dat jij je minder waard hoeft te voelen. Hoe knap is het als jij uiteindelijk, ondanks de break en moeilijkheden toch kunt komen waar je uiteindelijk wilt zijn?
Relativeer
Wanneer je erg tegen iemand opkijkt, is het goed om jezelf niet alleen maar de grond in te praten omdat jij vindt dat je dat ook zou moeten kunnen. Probeer die gedachten eens te nuanceren en te relativeren. Bij vergelijken vergeten we namelijk vaak dat diegene daar ook niet zomaar is gekomen. Je bent niet zomaar docent, dokter, heel goed in schilderen, dansen of wat dan ook. Hier zitten waarschijnlijk heel wat dagen, maanden en jaren van oefening, leren, vallen en opstaan achter en dat is niet wat jij ziet. Bijna niks gaat in één keer helemaal goed en dat hoeft ook helemaal niet. Vaak zorgt vallen en opstaan er juist voor dat je nog meer leert en uiteindelijk beter wordt in wat dan ook.
Zien als inspiratie
Gelukkig is het tegen iemand opkijken niet alleen maar fout. Het is niet voor niks iets wat iedereen doet en het kan ook een bron van inspiratie zijn. We zien iemand als een rolmodel en daar kun je je aan optrekken. Denk bijvoorbeeld aan hoe je tegen iemand kunt opkijken die genezen is van haar eetstoornis terwijl je er zelf nog middenin zit. Misschien heb je het gevoel dat je nooit op dat punt gaat komen, dat je voor altijd problemen zal houden met eten en dat je nooit meer echt gelukkig zal kunnen zijn. Je kunt iemand die genezen is zien als rolmodel. Als het levende bewijs dat het kan. Diegene is niet beter dan jij, zij is alleen wat verder in haar ontwikkeling wat de eetstoornis betreft. Probeer dit te zien als inspiratie en hier zelf ook voor te gaan.
Doelen in het vooruitzicht
Tegen iemand opkijken kan dus heel inspirerend zijn en zorgen voor een mooi einddoel in het vooruitzicht. Gezonde ambitie en streven naar iets moois en om bijvoorbeeld beter te worden, is heel goed. Wel moet je oppassen dat je de lat niet te hoog legt voor jezelf. Ook dat rolmodel heeft op zijn/haar pad obstakels moeten overwinnen en moeten doorzetten wanneer dat even niet ging. Je vraagt wel heel veel van jezelf op het moment dat jij vindt dat je alles in één keer goed moet doen. Geef jezelf de ruimte om even pauze te nemen, stil te staan, een stapje terug te doen… Wees realistisch en gun jezelf de tijd en ruimte om te oefenen, te experimenteren en te groeien. Dan zullen er dingen ontstaan die je misschien wel nooit voor mogelijk hebt gehouden. Voor je het weet ben je het rolmodel en een bron van inspiratie voor een ander… en sterker nog; misschien
ben je dat al.
Kijk terug naar waar je was en wilde zijn
Ik herinner mij dat ik vroeger heel erg kon opkijken tegen mensen die bepaalde beroepen vervulden, zoals psychologen en docenten. “Later als ik groot ben, wil ik ook mensen helpen”. Dat was iets waar ik regelmatig aan dacht en naar uit keek. Toen ik eenmaal psychologie studeerde, stage ging lopen en daadwerkelijk mensen ging helpen, heb ik hier nog wel aan terug gedacht. Soms kan ik nog steeds niet geloven dat ik nu ben waar ik vroeger wilde zijn. Het kan goed zijn om soms eens stil te staan waar je bent en te beseffen waar je was. Dit kan heel motiverend zijn om weer stappen te zetten naar waar je uiteindelijk wil zijn.
Tegen anderen opkijken kan er dus enerzijds voor zorgen dat je je onzeker en minder waard voelt, maar het heeft ook hele positieve kanten. Je kan het zien als een inspiratiebron en het kan je motiveren om zelf stappen te zetten en je verder te ontwikkelen. Merk je dat het vooral een negatieve invloed op je heeft? Bedenk dan voor jezelf hoe dit komt en probeer het om te zetten naar iets positiefs!
Tegen wie kijk jij op?
Geef een reactie