We lijken in deze maatschappij bijna geobsedeerd te zijn met idealen: de maximale productiviteit, het meeste geld verdienen, de grootste auto’s, de meest luxe huizen. Zelf ben ik allang van deze ideaalbeelden afgestapt: ik vind mijn leven fijn zoals het is, hoe klein het voor anderen ook mag lijken. Het wijkt af van de norm, maar dat is ook oké.
Vandaag de dag ben ik 24, ik heb nog nooit een serieuze relatie gehad en heb daar, in ieder geval op de korte termijn, ook geen behoefte aan. Ik vind het wel goed zo, terwijl ik oud-klasgenootjes al zie trouwen of zelfs een kind krijgen. Vind ik dat lastig? Nee. Wel raar om me voor te stellen: wijk ik af van de norm, of zij? Ik denk dat het antwoord hierop is: ik.
Abel is sinds 2022 gastblogger bij Proud2Bme. Hij blogt onder andere over de LHBTQ+ community, zijn transitie, mantelzorger zijn en zijn eetstoornis. Wil je meer lezen van Abel? Dat kan via de tag ‘Abel blogt‘. Wil je zijn voorstelblog (nogmaals) lezen? Die vind je hier.
Hetzelfde geldt voor mijn dagelijks leven: ik heb best wel een klein en ogenschijnlijk ‘simpel’ leven, terwijl het dat niet is, verre van zelfs. Ik zeg altijd dat ik twee fulltime banen heb in mijn hoofd, als mensen vragen waarom ik geen ‘echte’ baan heb. Wat ik dan de hele dag doe? Voor mezelf zorgen en zorgen dat ik zo prettig mogelijk de dagen doorkom. Dat is vaak al een dagtaak.
Ook heb ik geen auto; ook totaal geen behoefte aan. Ik ben blij met mijn elektrische fiets; ik vind autorijden zo’n gedoe, al heb ik al wel vijf jaar mijn rijbewijs. Bovendien heb ik al heel lang geen auto gereden, dus zou ik het momenteel ook niet durven om zomaar achter het stuur te gaan zitten. Soms is het een beperking, maar als ik heel eerlijk ben heb ik ook niet de wens om ver te reizen. Dingen die op fietsafstand zijn vind ik sowieso prettiger, omdat ik weet dat ik als het nodig is snel weer thuis kan zijn.
Al met al lijken dit misschien verre van ideale omstandigheden, maar ik vind het prettig, fijn. Misschien ook een beetje veilig. Ik kan namelijk niet goed tegen veranderingen, houd me (soms iets te krampachtig) vast aan routines waar ik me fijn bij voel en die voor mij goed werken. Zonder structuur en vast dagritme, merk ik dat ik snel in een gat val en daarbij liggen terugval in depressie en eetstoornis op de loer.
Ja, soms vind ik het lastig dat ik zo dwangmatig ben met routines. Zo zou ik het bijvoorbeeld ook wel fijn vinden om een keer naar de stad te gaan, een keer te gaan winkelen of nieuwe plekken te ontdekken. Soms kan ik er ook wel verdrietig om worden: dat ik dat niet durf, bang ben voor het onbekende en alle stress die dat met zich mee kan brengen.
Of als mensen aan me vragen hoeveel vrienden ik heb, of een onderwerp aansnijden over vriendschap: ik heb nauwelijks vrienden, en als ik ze al vrienden kan noemen zijn ze op één hand te tellen. Ik heb één iemand die ik echt als ‘beste vriend’ beschouw, maar hem spreek ik praktisch alleen via sociale media of Whatsapp. Afspreken met mensen vind ik moeilijk, vaak ben ik na een halfuur al helemaal op van de sociale interactie. Het schakelen, emoties inschatten, de gedachtenstroom in mijn hoofd die toeneemt: het kost me allemaal heel veel moeite en energie.
Aan de andere kant: wellicht komt dat ooit weer. Voor nu vind ik het prettig om mijn leven zo klein te houden, waar ik me veilig en geborgen voel. Het voelt als een warme deken om me heen, een deken die ik lang niet heb gevoeld en die niet schadelijk voor me is.
Vrienden komen en gaan, periodes komen en gaan. Voor nu is het even goed zo: ik ben al heel tevreden met hoe het gaat en meer hoeft niet altijd beter te zijn.
Het is oké om tevreden te zijn, misschien zelfs stil te staan. Je hoeft niet altijd te streven naar perfectie of een ideaalbeeld.
Oké is ook goed genoeg.
Geef een reactie