Met een zwaar gevoel zit ik in de wachtkamer, diep in gedachten verzonken. Als plotseling mijn naam wordt geroepen veer ik op en volg ik gespannen mijn psychologe naar haar kantoortje. Ik hang mijn jas ongemakkelijk aan de kapstok en zet mijn tas weg. Met tegenzin ga ik in de stoel tegenover haar zitten. Ze kijkt me even vriendelijk aan als altijd: “En, hoe is het gegaan met de eetbuien deze week?” Precies dezelfde vraag stelde ze zeven dagen geleden ook, ik was er al bang voor. “Ja, weer niet gelukt”, stamel ik. Ik voel me schuldig, een mislukking. Tijdverspilling.
Op het moment dat ik in therapie ging, wist eigenlijk bijna niemand dat ik leed aan boulimia nervosa. Ik schaamde me enorm en ik was bang dat mensen me zouden beoordelen als ze zouden weten hoe ongezond ik met eten omgingen. De mening van mijn psychologe was daarom destijds extra belangrijk voor me. Zij was als één van de weinige mensen deelgenoot van mijn probleem en het was de eerste keer dat ik me echt kwetsbaar opstelde.
Ik wilde het graag goed doen in therapie, voor haar, voor mezelf. Ik wilde dat mijn therapie een succes was. Ik wilde mijn eetstoornis verslaan en laten zien dat ik wél sterk was. Ik voelde druk om te presteren, ik moest mijn problemen nu op weten te lossen. Waarom zat ik anders in therapie? Ik wilde helemaal geen eetstoornis. Deze therapie moest lukken.
Ik was in de war, had geen antwoorden, geen slimme reacties op moeilijke vragen, geen oplossingen, geen weerwoord. Ik was gebroken, maar moest laten zien dat ik heus nog wel te lijmen viel. Mijn psychologe mocht niet het gevoel krijgen dat ze me niet kon helpen. Ik moest harder werken, meer huiswerk maken. Elke therapiesessie moest eindigen met een nieuw inzicht of een overwinning. Nog harder werken, op zoek naar antwoorden, beter voorbereiden. Mezelf in het gareel persen. Hoge verwachtingen.
Dat ik de lat veel te hoog legde in therapie, moge duidelijk zijn. Op een bepaald punt had ik niet eens meer het gevoel dat ik er voor mezelf zat. Toen het me niet snel genoeg lukte om te herstellen was het alsof ik elke week weer opnieuw op het matje werd geroepen. Wat zou ze wel niet van me denken? Zat ik haar tijd te verdoen?
Ik was boos op mezelf, dat ik het niet alleen kon. Boos op haar omdat ze niet met een hapklare oplossing kwam. Ik was nog geen stap verder gekomen in therapie. Ik deed het niet goed genoeg. Zou ze me stom vinden?
Ik ben mezelf wel even goed tegengekomen, die eerste paar maanden therapie. Wat ik in het kantoortje van mijn psychologe voelde was een afspiegeling van hoe ik op dat moment in het leven stond: Perfectionistisch en met hoge verwachtingen van mezelf. Ik was onzeker, vol zelfkritiek, zelfverwijten, schaamte en schuldgevoelens. Ik bleef maar voor mijn psychologe invullen wat ze van mij zou vinden. Haar oordeel over mij vond ik ontzettend belangrijk.
Ik dacht dat ik geen stap vooruit kwam in therapie, maar niets is minder waar. Ik moest me eerst bewust worden van hoe ik me verhield tot andere mensen voordat ik tot de kern van mijn problemen kon komen. Mijn eetstoornis ging niet over eten, afvallen, braken of calorieën tellen. Het ging over hoe ik in het leven stond, over sociale angsten en over grip uitoefenen op mijn bestaan.
Pas toen ik inzag dat mijn psychologe er niet was om mij te beoordelen, durfde ik mijn schild iets te laten zakken en me kwetsbaar op te stellen. Ik zat hier niet voor haar, maar voor mezelf. Ik mocht hier fouten maken, mijn imperfecties tonen. Ik leerde voorzichtig praten en delen. Het ging met horten en stoten, zoals herstellen nu eenmaal gaat.
Therapie is nooit perfect en gaat niet over presteren. Het gaat niet over efficiënt met de tijd omgaan en alles eruit halen wat erin zit. het gaat wel over evalueren, observeren, voelen en delen. Je doet het voor jezelf en voor niemand anders. Je gaat onderzoeken wie je bent en opzoek naar het waarom achter jezelf.
Mocht je nog twijfelen aan je rol in therapie, je presteren of kunnen, maak het dan eens bespreekbaar met je therapeut. Wat wordt er van je verwacht, en komt dat wel overeen met de eisen die jij jezelf oplegt?
Hoe hoog leg jij de lat, in therapie?
Geef een reactie