Therapy Talk: eten is geen monster meer door UZ Leuven

Als je op het punt staat om hulp te zoeken of aan een behandeling te beginnen, vind je het misschien wel fijn om te weten hoe het eraan toegaat tijdens zo’n behandeling. Hoe heeft dat traject eruitgezien voor iemand die je al voor is gegaan? Wat waren eerdere ervaringen bij die specifieke instelling? Om je daarin een klein inkijkje te geven, startten wij de interviewserie Therapy Talk. Elke week lees je een persoonlijk verhaal van iemand die het afgelopen jaar een behandeling heeft afgerond. Vorige week las je over de ervaringen van Anne-Sophieke bij Scelta. Vandaag lees je het verhaal van Britt, die bij UZ Leuven in behandeling is geweest.

Ze is 18 lentes jong en volgend schooljaar begint Britt aan haar studie toegepaste psychologie aan de hoge school in Antwerpen. Later wil ze werken met jongeren die het moeilijk hebben. “Ik zelf heb het ook al wat jaren moeilijk, ik vecht al een lange tijd een strijd tegen het negatieve.” Maar gelukkig is niet alles zo negatief. Ze rijdt graag paard – iets waarvan ze tot rust komt, maar waar ze ook haar energie in kwijt kan. Ze heeft de beste vrienden die ze zich maar kan voorstellen. Ondanks het vele negatieve in haar leven, zijn er ook zoveel positieve dingen en is ze dit allemaal volop aan het ontdekken.

Waar ben je in behandeling geweest?

“Ik ben in behandeling geweest in Gasthuisberg, in Leuven. Op de afdeling MBU; Mind and Body Unit. Dit is een psychiatrische afdeling voor mensen met een eetstoornis en ook voor een andere groep, namelijk volwassenen met moeilijkheden. Ik ben in opname geweest van augustus tot begin november vorig jaar.”  

Wat voor soort behandeling heb je gehad? 

“Alle therapieën zijn daar in een groep. Het was een behandeling van 3 maanden, dit was de standaard tijd van een opname voor iemand die in groep 1 zit. Er waren namelijk drie groepen. Groep 1 is voor de jongeren, groep 2 is voor de volwassenen en groep 3 is een opname van één maand die telkens verlengd kan worden tot een maximum van drie maanden. Die groep is voor mensen die even een zetje nodig hebben om er terug tegenaan te gaan of mensen die heel erg zwaar ondergewicht hebben, waardoor te veel therapieën te zwaar kunnen worden. Zelf zat ik in groep 1, maar mijn laatste weken van mijn opname heb ik in groep 3 moeten doorbrengen omdat ik het te moeilijk kreeg en ze vonden dat het anders te zwaar voor me zou zijn.

Er zijn dus verschillende therapieën, namelijk; PMT, psycho, ergotherapie, spiegeloefening, netwerken, voedingstherapie en gezinspsycho. Daarnaast zijn er ook modules waar je jezelf voor kan inschrijven. Ze kunnen zeggen dat je hieraan moet meedoen en dan is dit verplicht, maar je kan hier ook vrijwillig aan deelnemen. Dit is dat één keer per week en meestal voor drie weken. Enkele voorbeelden hiervan zijn: symtomen groep, motivatie en perfectionisme.

PMT is psychomotorische therapie. Hierbij deden wij dus yoga, relaxatie, maar ook wel bewegen op muziek en emoties uiten of elkaar imiteren. Dan psycho; hierbij kon je vertellen waar je mee zat, dit kon over van alles gaan. Dit hoefde niets met eten te maken hebben, je kon hier vrij praten over waar je mee zat. Ergotherapie was creatief bezig zijn. Je had dit twee keer per week, de eerste keer in de week kreeg je een opdracht en hier moest je dan mee aan de slag gaan. Je kon dit vaak op je eigen manier aanpakken, dit kon bijvoorbeeld gaan over moeilijke momenten of emoties. Bij de volgende ergotherapie van die week moest je dan even uitleg geven bij je opdracht, hoe je deze had aangepakt en hoe het verliep. Als dit gedaan was, had je nog vrije ergotherapie. Hierbij kon je doen wat je wilde; dit kon kleuren, schilderen, kleien, knippen of plakken zijn. Als je jezelf maar rustig bezighield en dit was altijd wel een ontspannen moment voor mij.

Dan de spiegeloefening, dit was één keer per week op maandag. Ik vond dit echt verschrikkelijk, je moest dan in je ondergoed voor de spiegel gaan staan en naar jezelf kijken. Er werden dan dingen gezegd als: “Kijk nu naar je gezicht en kijk eens diep in je ogen.” Met deze oefening was het de bedoeling dat je jezelf ging accepteren, maar mij lukte dit toch niet. Ik kwam altijd helemaal verdrietig en boos uit deze kamer met de spiegels. Bij de therapie ‘netwerken’ werd er gepraat over hoe je terug zou kunnen gaan functioneren in het ‘normale’ leven na de opname. Het ging over school, werk, vrienden en thuissituaties.

We hadden ook voedingstherapie, dit was ook één keer per week. Hierbij stelde je doelen op die je graag wilde bereiken voor de week erna. Dit ging over voeding, maar ook over andere dingen zoals eens een korte broek durven dragen bijvoorbeeld. De laatste therapie was gezinspsycho, hierbij stelde elke week iemand anders zijn of haar gezin voor. Dit deed je dan met playmobil poppetjes. Zo moest je vertellen hoe dichtbij je bij iedereen stond. Dit vond ik persoonlijk ook wel lastig om te doen.

Dan had je nog één keer per week een gesprek met de psychiater en ook een gesprek met je volgverpleegkundige. Dit waren de enige gesprekken die je alleen had.”

Hoe zagen je dagen eruit? 

“In het begin zit je een week in zorg dus moet je daar sowieso heel de week blijven en je mag per dag maar een half uurtje naar buiten. Als je tijdens deze week niet bent afgevallen, zit je de week erna in fase 1. Vanaf dan mag je langer naar buiten en mag je op woensdagnamiddag tot donderdagochtend naar huis en in de weekenden mag je ook naar huis. Op zondag moest je dan terug naar de afdeling. Ik zelf had ook nog ziekenhuisschool, dus had ik enkele uurtjes per week les. Voor de rest waren de dagen eigenlijk veel hetzelfde omdat je elke dag op dezelfde tijdstippen eet. Namelijk om kwart over 8, half 11, kwart over 12 en om 3 uur. Daarna om half 6 en om kwart over 8.

Dus drie hoofdmaaltijden en drie tussendoortjes. Elke ochtend word je gewogen en daarna is het ontbijt. En vanaf dat moment beginnen je therapieën. Op maandag en dinsdag had je altijd erg veel therapie en de andere dagen viel dat mee. Dan waren het rustigere dagen en kon je wat meer naar buiten. Een avond per week kon je ook op vrije avond gaan en dan kon je je avondsnack buiten het ziekenhuis nemen.

Vanaf je een maand in opname ging je naar fase 2. Mits je gewicht liep volgens hun curve en als je alles altijd op at, een week lang. In deze fase word je nog maar twee keer per week gewogen en kun je je hoofdmaaltijden zelf gaan samenstellen via een programma op de computer. Zo kun je je eigen beleg kiezen en zelf je hoofdmaaltijd samenstellen, al was er voor de vegetariërs niet zo veel keuze.

Maar bij mij liep dit mis. Ik kwam onder mijn streefgewicht voor twee weken en dan geraak je terug in zorg. Dan mag je dus niet meer naar huis en maar een half uurtje per dag naar buiten. Ik geraakte maar niet meer uit die fase en was dus al lang niet meer thuis geweest. Zelf had ik het toen heel erg moeilijk dus wilde ook geen bezoek meer. Mijn dagen bracht ik toen dus vaak alleen door of met anderen van de afdeling. Ik werd suïcidaal en zag het allemaal niet meer zitten. Toen de verpleging erachter kwam dat ik een poging tot zelfmoord wilde doen, hebben ze mij onder verhoogd toezicht gezet. Ik mocht niet meer buiten komen en ze moesten mij elk uur zien. Dit was echt de hel voor mij. Maar nu zie ik het als iets goed, want de wereld heeft te veel te geven om alles op te geven.”

Hoe heeft deze behandeling jou geholpen bij herstel?

“Deze behandeling heeft mij doen inzien dat ik eten nodig heb. Dat ik hier energie van krijg en dat ik met deze energie leuke dingen kan gaan doen. Ik had dit zetje echt nodig om zelf verder aan de slag te gaan en te blijven strijden. Nu zie ik in dat eten geen monster is, wat ik eerst wel dacht.”

Heb je iets gemist?

“Ik heb individuele gesprekken wel gemist. Ik vond het erg lastig om in groep te praten, hierdoor zei ik bijna nooit iets bij de therapieën. Ik kreeg hier vaak wel feedback over van de verpleging; dat ik meer moest gaan praten. Zelf durfde ik de verpleging ook niet aan te spreken als er wat was. Dus als zij mij vaker hadden aangesproken, zou dit mij wel geholpen hebben denk ik.”

Zou je met de kennis van nu, iets tijdens je behandeling anders gedaan hebben?

“Ja, vanaf het begin zou ik al zijn begonnen met vechten tegen mijn eetstoornis in plaats van er nog naar te luisteren. Maar dat is natuurlijk makkelijker gezegd dan gedaan.”

Zou je anderen deze behandeling aanraden?

“Ja, zeker en vast. Ze doen erg hun best om je te helpen.”

Hoe gaat het nu met je?

“Nu gaat het wel met mij. Met ups en downs, maar de laatste tijd meer ups dan downs dus dat is helemaal super! Blijf vechten, het is het waard. En geniet van de kleine dingen in het leven.”


Kom bij Proud2Bme gratis en anoniem in contact met lotgenoten, ervaringsdeskundigen, psychologen en dietisten. Op ons forum kun je jouw verhaal delen en/of vragen stellen. Ook kan je dagelijks met ons chatten (de agenda vind je hier). Wij staan voor je klaar.

Daphne

Geschreven door Daphne

Reacties

4 reacties op “Therapy Talk: eten is geen monster meer door UZ Leuven”

  1. Huh, deze hele werking is volgens mij recent al eens helemaal uitgelegd door een ander meisje? In ieder geval; heel veel succes in jouw verdere herstel! 🙂 Fijn dat je daar in België passende hulp vond!

    1. Dat kan zeker kloppen! Het gaat ons niet zozeer om dat er maar één keer over een specifieke instelling gesproken mag worden; we vinden het juist fijn om verschillende mensen aan het woord te laten (ook als zij bij dezelfde instelling behandeld zijn). Iedereen kan er toch weer een andere kijk op hebben. 🙂 Liefs, team Proud2Bme

  2. Lieve Britt,

    Een heel mooi artikel. Ik wens je veel succes toe in alles wat de toekomst te bieden heeft. Je bent een prachtpersoon, van binnen als van buiten.

    Veel liefs.

  3. Weet iemand of je als Nederlander je daar ook kunt laten opnemen/behandelen?

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *