Mijn wekker gaat. Waarom ik deze nog elke avond zet is me een raadsel. Ik heb immers niks om voor op te staan. Ik ben moe, mijn leven is leeg en mijn dag duurt nu al te lang. Ik draai me nog eens om en blijf in bed liggen. Het maakt toch niet uit als ik blijf liggen, niemand die me mist vandaag…
Eerder heb ik al een blog geschreven over mijn reuma. Diezelfde reuma heeft ervoor gezorgd dat ik jaren een Wajong uitkering kreeg. Hier ben ik erg dankbaar voor. Het heeft mij geholpen om mijn eten en huur te betalen. Zelf kon ik mijn geld niet verdienen, ik had teveel pijn. Maar terwijl iedereen om mij heen afstudeerden, goed werk had of aan het reizen was, hing ik op de bank. Netflix had ik al ‘uit’, net als alle boeken in de kast. Wat moest ik met al deze dagen..?
Niet nuttig voelen
Na mijn laatste behandeling heb ik een tijd thuis gezeten. Niet alleen was ik aan het herstellen van een eetstoornis, ook had ik veel last van reumatische pijnen. Een paar dagen vrij is leuk, maar geen vooruitzichten hebben om al die dagen mee in the vullen vond ik minder prettig. Al snel kwam ik terecht in een ritme waar ik niet makkelijk meer uit kwam. Ik bleef tot in de middag in bed liggen, wandelde een beetje als ik daar zin in had, en gamede tot laat in de avond. Op dat moment vond ik dat wel grappig, maar dit is niet hoe ik mijn leven voor me zag. Ik wilde mijn dagen niet op de bank slijten. Wat ik wel wilde doen wist ik niet zo goed.
Ik werd het zat om niks bij te dragen. Ik voelde me nutteloos en waardeloos. Radeloos zocht ik naar manieren om toch iets voor elkaar te krijgen. De gesprekken bij het UWV waren niet voldoenend, en er werden zelfs uren uit mijn participatieplan gehaald. Ik kon nog minder dan ik dacht. Ik raakte in de war. Schatte ik mijzelf nou hoger in of hadden zij een lage dunk van mij? Ik kwam er niet uit. Hoe dan ook moest ik iets gaan doen, die leegte maakte me onrustig. In overleg met mijn arbeidsdeskundige ben ik begonnen met vrijwilligerswerk. Ik had al eerder maatjesprojecten gedaan en dit leek me goed om weer mee te beginnen. Ik vond wat projecten op internet en meldde me aan.
Na een aantal trainingen was ik er klaar voor, ik kreeg een maatje toegewezen. Een meisje van bijna 10 jaar. Hier heb ik een aantal maanden leuke dingen meegedaan. Dit traject heeft me uiteindelijk veel gebracht. Naast een opbouwend ritme voelde ik mij voor het eerst in tijden weer verantwoordelijk. Het initiatief kwam van mijn kant en hiernaast moest ik mij ook flexibel opstellen. Vasthouden aan die vaste structuur van thuis was geen optie. Na een tijd hield dit contact op. Dit vond ik heel gek. Wat nu? Voor mijn gevoel was ik weer terug bij af.
Aan mijzelf werken
De reuma weg wensen deed ik vaak genoeg, maar had helaas weinig uitgehaald. Hoe graag ik ook wilde werken, ik moest rekening houden met mijn beperkingen. Ik begon door te krijgen dat ik mijn lichaam niet kon veranderen maar wel de manier hoe ik hiermee omging. Via de huisarts vond ik een revalidatie traject bij een groep fysiotherapeuten. Hier ben ik maandenlang drie dagdelen per week heen geweest. Ik heb hier geleerd hoe ik mijn grenzen kan herkennen en wat mijn lichaam nodig heeft. Ook heb ik hier geleerd wat mijn lichaam allemaal kan. Ik had eerst geen idee hoelang ik precies kon staan of zitten, nu heb ik een beter idee hoe en hoelang ik mijn lichaam kan belasten. Dit heeft mij geholpen om concrete eisen te stellen als ik opzoek ga naar een baan. Ik weet immers wat mij wel en niet helpt.
Angst om door te gaan
Na dit traject had ik het idee dat ik er klaar voor was. Weer vroeg ik een gesprek aan bij het UWV. Ik had inmiddels een andere arbeidsdeskundige gekregen en hij vertelde mij meteen dat ik nooit een goed werkend lichaam zou hebben. Ik zou nooit (zoals hij dat wel deed) een marathon lopen en ik moest mij neerleggen bij het feit dat ik iets zou doen wat ik niet leuk zou gaan vinden. Ik vond dit een heel vreemd gesprek en ik was hierdoor ook wel echt even uit het veld geslagen. Wat moest ik hier nu weer mee?
Mede door dit gesprek zag ik de toekomst steeds donkerder en treuriger in. Zou het waar zijn? Zou ik nooit een normale baan hebben en een goed functionerend leven? Hij had het idee dat ik baat zou kunnen hebben bij een re-integratiebureau. Zij zouden mij verder kunnen helpen in mijn zoektocht.
Gelukkig vond ik snel een bureau wat mij een goed gevoel gaf. Ik kreeg een job-coach toegewezen waar ik een goeie klik mee had. Zij heeft mij een aantal maanden heel goed begeleid en gesteund in mijn zoektocht. Net toen ik een beetje aan haar gewend was nam ze ontslag en kreeg ik een andere job-coach. Ik was hier best angstig voor maar dit viel alles mee. Ik had een nog betere klik met de tweede coach en samen hebben we echt stappen kunnen zetten. Hoe dichterbij ik bij het idee van een baan kwam, hoe spannender ik het vond worden. Wat nou als ik het toch niet kan..?
Gewoon doen
Hoe moeilijk en spannend ik het ook vond, ik moest het ‘gewoon’ doen. Het heeft mij erg geholpen om mijn eisen helder en concreet te hebben. Zo kon ik makkelijker zoeken naar activiteiten die voor mij helpend waren. Het voelde op dat moment onwijs stom om in die positie te zitten: ik ben jong en ik zou dit allemaal toch moeten kunnen? Zover als ik nu ben had ik jaren geleden nooit durven dromen. Alles voelde zo uitzichtloos maar er is zoveel mogelijk. Iedereen werkt anders, niet alleen fysiek maar ook mentaal. Iedereen heeft zijn eigen tempo en dat is oké. Luister naar je lichaam, en blijf bij jezelf. Jij weet wat jij nodig hebt.
♥
Geef een reactie