Tienen in België

De afdeling Ter Berken van de psychiatrische instelling ‘Broeders Allexianen’ in Tienen is gespecialiseerd in de behandeling van eetstoornissen en aanverwante problematiek.

De behandeling is bedoeld voor vrouwen van 15 tot 45 jaar en er zijn 35 bedden beschikbaar. Voorafgaand aan de opname vindt altijd een intakegesprek plaats. De behandeling grijpt overwegend in groepsverband plaats en de duur varieert van 5 dagen tot 6 maanden.

Visie
De behandeling is sterk gericht op eigen verantwoordelijkheid. Bij alle belangrijke beslissingen (opname, verblijfsduur, inhoud van het therapieprogramma) heeft elke patiënt een persoonlijke inspraak. Alle patiënten zijn vrijwillig op de afdeling, niemand is onder dwang opgenomen.

Het samenleven met ‘lotgenoten’ in een groep is de hoeksteen van het behandelprogramma. Een groep bestaat uit acht tot twaalf patiënten. Buiten enkele individuele gesprekken (en aparte gesprekken met gezin of partner) vinden alle therapieën plaats in groepsverband.

Fases
De behandeling bestaat uit 4 fases:

Stap 1: kennismaking en motivatie
De minimum opnameduur is vijf dagen: men komt binnen op een maandag en de vrijdag van dezelfde week beslist men of men verder doet of niet. In deze eerste periode (maximum vier weken) maakt men vooral kennis met de afdeling en de werkwijze om uit te maken of men voor een langere behandeling in aanmerking komt en hiertoe bereid is. Is dit niet het geval dan stopt de opname; men kan later altijd terugkeren als men wel bereid is tot langere behandeling.

Stap 2: intensieve groepstherapie
Na de vorige stap gaat men over naar een therapiegroep en dit voor minimum twee en maximum zes maanden. Er volgt een intensief weekprogramma met allerlei therapieën die aansluiten bij de doelstellingen die men zelf heeft uitgewerkt (zie Therapievormen). Wat men hierbij geleerd heeft moet ook worden uitgetest buiten de kliniek via ‘doedagen’ (van woensdag 14u tot donderdag 10u) en weekends die men volgens afspraak buiten de kliniek doorbrengt.

Stap 3: ontslagfase
De laatste weken van het verblijf wordt de overgang tussen kliniek en ‘gewone’ leven concreet voorbereid. Men kan nu ook overschakelen op dagbehandeling (men slaapt dan niet meer in de kliniek). Er worden concrete ontslagdoelstellingen gemaakt, als basis voor het opstarten van de nazorg (zie stap 4) in de vorm van een ambulante therapie bij een therapeut in de eigen streek. Ook wordt de overgang naar studie of werk georganiseerd.

Stap 4: nazorg
Na ontslag is een goede nabehandeling zeer belangrijk om de bereikte veranderingen te bestendigen en terugval in de ‘oude’ moeilijkheden te voorkomen. Naast een persoonlijke ambulante therapie in de eigen streek organiseren wij een nazorggroep op de afdeling. Gedurende een periode van zes maanden kan men om de drie weken (‘s avonds) naar de nazorggroep komen.

De afdeling beschikt ook over een doorgangshuis (in samenwerking met Hestia Tienen), gelegen in de stad. Er zijn vijf plaatsen beschikbaar. Het is bedoeld voor mensen die deze begeleide woonvorm willen gebruiken om de overgang te maken naar volledig zelfstandig wonen. Men kan er verblijven op voorwaarde dat men een dagbezigheid (school of werk) heeft.

Therapieën

a. Groepspsychotherapie
De groepspsychotherapie wordt geleid door een vaste psycholoog. De therapiedoelen worden er besproken, geconcretiseerd, aangepast en uitgediept. Er wordt gezocht naar verbanden tussen de klachten en problemen, naar de betekenis en functies ervan. Thema’s die regelmatig aan bod komen zijn: negatief zelfbeeld, vrouwelijkheid, seksualiteit en intimiteit, perfectionisme, eenzaamheid, loskomen van thuis, omgaan met kwaadheid, verwerken van belastende ervaringen.

b. Werkvergaderingen
Regelmatig zijn er werkvergaderingen met de groepsbegeleiders (verpleegkundigen). Deze bijeenkomsten beogen vooral de bespreking van het dagelijkse leven binnen en buiten de kliniek en het concretiseren van de therapiedoelstellingen. Men bespreekt zowel weekends als ‘doedagen’ (van woensdag 14u tot donderdag 10u): planning van allerlei activiteiten buiten de kliniek waarbij men de therapiedoelstellingen kan uittesten of concreet in praktijk brengen.

c. Psychomotorische therapie
De psychomotorische therapie is een non-verbale (‘zonder woorden’) therapievorm waarbij het bewegen en de beleefde lichamelijkheid centraal staan. Er wordt met specifieke lichaamsgerichte oefeningen (zoals relaxatie, massage, dans, spiegel- en videoconfrontatie) gewerkt aan fysieke en mentale weerbaarheid, lichaamswaardering, omgaan met agressie enz. Verder leert men middelen om spanning te beheersen of op een gezonde manier kwijt te raken.

d. Creatieve therapie
Ook dit is een non-verbale therapievorm (‘zonder woorden’) waarbij vooral met beeldende of expressieve technieken gewerkt wordt. Het is gericht op bewustwording van eigen emoties en gedachten, door deze in creatieve vormen tot uiting te brengen (bijv. zelfportret, gezinsportret). Ook leert men creatief om te gaan met vrije tijd.

e. Dramatherapie
Deze therapievorm werkt met verschillende ‘spelactiviteiten’ (rollenspel, improvisatie, stem- en bewegingsoefeningen, poëzie, geleide fantasie) om gevoelens te verkennen, te experimenteren met nieuw gedrag, sociale vaardigheden uit te breiden en het eigen zelfbeeld in omgang met anderen bij te sturen.

f. Voedingseducatie
De diëtist speelt als voedingsdeskundige een rol bij: het bepalen en herstellen van de voedingstoestand; voorlichting over gezonde voeding, voedselbereiding en eetgedrag; herstel van een normaal gewicht; begeleiding van kooksessies met de patiënten.

In contact met de buitenwereld
De kliniek mag geen eiland worden, los van de buitenwereld. Daarom is er dagelijks bezoek toegelaten en worden weekends zoveel mogelijk (afhankelijk van de medische toestand) buiten de kliniek doorgebracht.

School
Jongeren tot 18 jaar mogen onder bepaalde voorwaarden naar school. Je gaat dan naar de school die bij de kliniek hoort (een vesiting van de ziekenhuisschool van het UZ Leuven).

De bedoeling van het onderwijs is de leerachterstand te beperken en de herinschakeling na opname te vergemakkelijken. Een groep leerkrachten zorgt voor persoonlijk onderwijs-op-maat (inclusief erkende examens. De leerinhoud, methode en toetsen worden afgesproken met de thuisschool. De behandeling op Ter Berken heeft voorrang. Daarom worden tijdstippen, duur en intensiteit van het onderwijs individueel geregeld in overleg met het behandelingsteam.

Gezinsbegeleiding
Ouders en partners spelen een belangrijke rol bij de behandeling. Ze krijgen specifieke informatie over onze aanpak. Er zijn aparte gesprekken met de gezinstherapeut volgens behoefte en mogelijkheden. Ook wordt aan ouders en partners gevraagd mede het verloop te beoordelen zodat we de behandeling waar nodig kunnen bijsturen.

Om de drie weken organiseren ze op donderdagavond een familiebijeenkomst voor ouders en partners. Het is een moment van ontmoeting met ‘lotgenoten’ met de mogelijkheid tot uitwisseling van ervaringen. Deze bijeenkomsten worden begeleid door een teammedewerker en gaan over een specifiek thema (bijv. voorstelling van therapieprogramma, uitleg over lichamelijke gevolgen van eetstoornissen, voorlichting over gepaste voeding). Het programma met datums en thema’s wordt telkens vooraf aangekondigd op deze website. In samenwerking met de Vereniging Anorexia Nervosa Boulimia Nervosa (www.anbn.be) is er ook de mogelijkheid tot contact en overleg met ouders van voorheen opgenomen patiënten.

admin

Geschreven door De Redactie

Reacties

2 reacties op “Tienen in België”

  1. Ik dank jullie om een hulpinstantie van Belgie te plaatsen. Eetstoornissen zijn een wereldwijd probleem.. En nederland en belgie trekken nog erg goed op elkaar ook.

    Maar eerst even lezen (‘:

    Bedankt P2BM!

  2. Brabant is al decennia opgesplitst! Haha 😉

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *