De terugkeer naar haar oorspronkelijke school lijkt Aafke aan het begin goed te doen. Het levert wel heel veel spanning op, maar ze doet het toch maar mooi. De naaste familie blijft erg betrokken bij het wel en wee van Aafke. Ze blijven bellen om te informeren hoe het met Aafke is. Soms hebben we echter de puf niet meer om terug te bellen. Dat ligt aan onszelf. Na een paar dagen Aafke thuis in het weekend, willen we als haar zusje er is, alle aandacht voor haar hebben.
Door de omstandigheden delft haar zusje in veel opzichten steeds het onderspit als Aafke er is. Aafke vraagt nu eenmaal heel veel zorg en aandacht. Vandaar dat we ook niet te veel aan de telefoon willen hangen over Aafke, als haar zusje er is. Tegelijkertijd hopen we dat de familie blijft bellen, want wij waarderen het. Alleen zullen we niet altijd even snel reageren. Hopelijk hebben zij daar begrip voor.
Met Aafke gaat het ondertussen niet goed in de kliniek. De hulpverleners vinden haar niet gemotiveerd. Ik vind dat een lastig punt. Ik zie zelf ook dat de motivatie bij Aafke ontbreekt. Maar de vraag is of het wel eerlijk is om van iemand die geestesziek is, te vragen dat zij gemotiveerd is om te genezen.
Misschien is het niet gemotiveerd zijn wel het gevolg van de ziekte. In ieder geval krijgt Aafke een zogenaamde Time-Out gekregen, wat inhoudt dat ze voor een paar dagen naar huis wordt gestuurd om na te denken wat ze nou precies wil in de kliniek. De vraag is of Aafke wel goed in staat is om na te denken. Als dat zo is, dan is een Time-Out een zinnig middel. Maar als dat niet zo is, is een Time-Out een onzinnig middel. In een ziekenhuis wordt iemand die niet goed reageert op een behandeling ook niet naar huis gestuurd. Men zal op de eerste plaats de behandeling proberen aan te passen.
Als formele reden voor de Time Out wordt opgegeven dat Aafke onvoldoende aankomt. Sinds ze in de kliniek is, is ze alleen maar afgevallen. Tegelijkertijd worden er met ons gesprekken gevoerd hoe wij haar moeten stimuleren om meer te eten. Dat is frustrerend, want de hulpverleners zelf lukt het ook niet.
Uitdrukkelijk wordt tegen Aafke gezegd dat de Time Out geen strafmaatregel is, maar zo ervaart Aafke het wel; en wij heel eerlijk gezegd ook. Het wordt als instrument ingezet om de meiden weer aan de gang te krijgen. De kliniek heeft er goede ervaringen mee. Onderdeel van de Time Out is dat ze ook een aantal opdrachten moet maken, over waar ze aan wil werken etc. Aafke maakt keurig alle opdrachten.
Als ik Aafke terugbreng naar de kliniek, slaat ze in het gesprek met de behandelend psychiater en therapeut helemaal dicht. Merel, de psychiater doet erg haar best om toch nog positieve dingen uit Aafke te trekken, die een verblijf in kliniek kunnen rechtvaardigen. Dat gaat niet eenvoudig, want Aafke brengt weinig tot niets in. Gelukkig hebben we haar map nog waar ze het één en ander in verwoord heeft. Het dieptepunt van het gesprek komt ongeveer na een halfuur, als Aafke zegt dat haar doel is om nog meer af te vallen. Dan zakt je als vader de moed wel heel erg in de schoenen. In één seconde zie ik alles door mijn vingers glippen. Ik ben niet eens boos. Het is eerder een gelatenheid dat het is, zoals het is. De psychiater en de therapeut gaan goed in op wat Aafke zegt. Maar helaas moet ik ook constateren dat het soms is, alsof je tegen een betonnen muur praat. Aafke zit in de top van de zwaarste categorieën. Als ik heel eerlijk ben, dan houd ik met elk scenario rekening.
Ondanks de Time Out heb ik het volste vertrouwen in de professionaliteit van de kliniek en de mensen die daar werken. Er wordt zeer zorgvuldig en deskundig omgegaan met de meisjes die er wonen. Ik snap ook dat ze zelfs van meisjes die zwaar in de problemen zitten, op een bepaald moment verwachten dat ze kleine stappen gaan maken. Het is immers een behandelkliniek.
Ondertussen moeten wij ook verder met ons eigen leven en ons op het positieve richten dat het leven te bieden heeft. En natuurlijk is er ook nog steeds wel hoop. Er hebben meer meiden van de zwaarste categorie daar gezeten, die ze uiteindelijk wel op de rit hebben gekregen. Maar we weten ook dat er kinderen zijn die nooit meer op de rit te krijgen zijn. Daar sluiten we onze ogen ook niet voor. Het heeft alleen geen zin om in scenario’s te denken. Wij leven van dag tot dag, van uur tot uur, en soms van minuut tot minuut. In ieder geval ga ik over een paar dagen met haar zusje iets leuks doen.
Volgende keer: Hollend achteruit
Geef een reactie