Mijn eetstoornis kwam niet alleen. Tijdens mijn dieptepunt kreeg ik het label ‘burn-out.’ Bovenop de diagnoses die ik al had. Naast een eetstoornis en een depressie had ik ineens ook een burn-out. Altijd heb ik gedacht dat mijn eetstoornis een symptoom van mijn depressie is geweest. Ineens had ik het idee dat ik dit beeld bij moest stellen, want hoe mix ik die burn-out hier nou in?
Ik denk dat al deze diagnoses veel raakvlakken hebben. In die tijd studeerde ik aan de kunstacademie en ervoer ik veel stress en spanning door mijn opleiding. Fotografie is altijd mijn ding geweest en ik kreeg het idee dat ik dit moest verdedigen. Ik moest bewijzen dat ik daar op mijn plek zat en dat dit mijn passie was. Ik wilde koste wat het kost laten zien dat ik het in me had. Dat zorgde voor hoge latten en lange nachten.
Toen ik halverwege het tweede jaar zat heb ik de keuze gemaakt om mijn opleiding te staken en te kiezen voor een opname. Tijdens deze therapie heb ik wat tools gekregen die me hebben geholpen om iets meer rust te krijgen en te kunnen focussen op alles wat ik wilde onderzoeken. Sommige tips die ik heb gekregen leken vrij simpel, maar juist hierdoor was het soms nog een hele kluif om ze echt toe te passen.
Lijstjes maken
Ik ben iemand die sowieso al veel lijstjes maakt Dit komt voornamelijk uit een verlangen naar controle. Zodra ik lijstjes maak, schrijf ik het uit mijn hoofd en heb ik een soort bevestiging op papier. Ik ben als de dood dat ik iets vergeet en vind het altijd fijn en verhelderend om op papier te zien waar ik in mijn hoofd niet bij kan op dat moment.
Ook al kan dit best dwangmatig zijn, toch heeft dit mij geholpen om ook iets meer rust te creëren. Naast die dwangmatigheid ben ik ook vaak erg druk in mijn hoofd, waardoor ik dus inderdaad regelmatig iets vergeet. Zodra ik dit merk, raak ik snel in paniek. Dat werkt juist averechts. Zodra ik mijn hoofd leegschrijf, merk ik dat het minder zwaar voelt en alles iets behapbaarder wordt. Ik kan dan duidelijk op papier zetten wat ik moet doen en wat en wie ik hiervoor nodig heb. Dit is voor mij een stuk overzichtelijker dan wanneer ik dit allemaal moet bedenken tussen de chaos in mijn hoofd.
Vrij is vrij
Dit is voor mij een heel helpend punt geweest. Ik vond en vind het soms nog steeds lastig om werk/studie en privé gescheiden te houden. Dit zorgde ervoor dat ik in mijn vrije tijd nooit echt vrij kon (en wilde) zijn. Ik was continue bezig met alles wat ik beter moest doen, beter had kunnen doen. Ik werd wakker met prikkels en ging ermee slapen. Het eerste wat ik deed als ik opstond, was mijn mail checken. Is er iets gebeurd? Moet ik ergens iets mee? Dit resulteerde in een gevoel van stress en spanning, dat ik de hele dag bij me droeg.
Het idee dat ik in mijn vrije tijd niet bezig hoefde te zijn met werk en studie was voor mij een opluchting en een teleurstelling tegelijkertijd. Het voelde alsof ik de hele tijd iets verkeerds had gedaan. Hiernaast vond ik het ergens ook fijn om overal van op de hoogte te zijn. Dat dit ten koste ging van mijn mentale gesteldheid had ik helemaal niet door. Ik dacht echt dat ik het goede deed. Ik heb dan ook echt moeten leren om de momenten dat ik vrij ben écht aan mezelf te besteden. Ik hoefde niks, ik mocht mijn vrije tijd indelen zoals ik dat wilde. Ik hoefde die prikkels niet op te zoeken, ik mocht juist even aarden.
In het begin vond ik het best lastig om mijn telefoon te laten liggen en rustig op de bank te gaan zitten. Het was zo verleidelijk en haast natuurlijk voor mij om toch te kijken of ik berichtjes had, dat ik mijn telefoon ‘s nachts maar uit deed. Puur zodat ik mezelf een beetje kon beschermen tegen die invloeden.
Waar liggen mijn behoeftes?
Toen ik eenmaal meer wat ruimte had gekregen, lukte het me steeds beter om stil te staan bij wat ik voelde en hoe ik hiermee om zou willen gaan. Tijdens de periode dat mijn eetstoornis heel sterk was, stond ik vrijwel nooit stil bij wat ik wilde. Dit was voor mijn gevoel helemaal niet relevant. Wat ik wilde en voelde deed er niet zo toe.
Hierdoor was het voor mij ook best lastig om bij mezelf na te gaan wat ik voelde en wat mij beter zou kunnen laten voelen. Het voelde zo tegenstrijdig om hierbij stil te staan dat ik dit uit mezelf ook amper deed. Ik vergat het, wilde het niet. Ik besloot om er een gewoonte van te maken om in de ochtend in bed even rustig te blijven liggen en na te gaan wat er allemaal door me heen ging en wat ik die dag wilde. Dit werd na een tijd gelukkig wat makkelijker en hierdoor lukte het me steeds beter om die connectie met mijn lichaam weer te krijgen.
Afsluiten van prikkels
Ik kwam erachter dat het mij vooral hielp om me soms even af te sluiten van externe prikkels. Even rustig aan doen, telefoon op stil en thuis op de bank. In deze periode heb ik geleerd hoe ik het beste kan ontspannen en hoe ik mezelf dit kan en durf toe te staan. Zo vind ik het rustgevend om te douchen of in het bos te wandelen. Op die momenten kan ik me echt even overgeven aan het moment zonder druk te zijn met de situaties die mij spanning geven.
Wat heeft jou geholpen bij een burn-out?
Geef een reactie