In de lente gaan veel mensen de tuin weer in. Ze kopen leuke plantjes, zaaien bloemetjes of leggen een moestuin aan. Al eerder schreef ik een blog over een moestuin vol zelfvertrouwen. Dit ging over het hebben van een eigen moestuin en de voldoening die je hier uit kunt halen, wat een positieve invloed kan hebben op je zelfbeeld. Uit een onderzoek is gebleken dat tuinieren werkelijk een positieve invloed heeft op depressie. Het welzijn van mensen verbetert door bezig te zijn in de tuin.
‘’De mooiste tijd van het jaar is voor mij de lente.” vertelt Sally Brampton, bekend journaliste. ‘’Er is een bepaalde frisheid het geeft met het gevoel van een nieuw begin. De natuur is lonend, in tegenstelling tot mensen, en erg gul. Je steekt een paar bollen in de aarde en ze komen een paar weken later op als bloemen. Geef je tuin een beetje van je tijd en je wordt al snel rijkelijk beloond.”
Sally was in 2001 nog een ontzettend succesvolle journaliste bij glossy magazines, zoals Elle en Red, maar kreeg jaren geleden een zware depressie. Het kwam zo ver dat ze probeerde zelfmoord te plegen. ‘’Het was niet zozeer dat ik niet meer wilde leven, ik kon het gewoon niet meer verdragen om in deze donkere plek te verkeren.” Wat haar uiteindelijk redde was de juiste medicatie en… tuinieren.
Sally merkt op dat, wanneer ze bezig is in haar tuin, stress vermindert en ze beter haar gevoelens kan uiten. Ze raakt in een mindful staat. ‘’Als ik aan het tuinieren ben, denk ik aan niets anders dan de planten en wat ik aan het doen ben. Het helpt me ontspannen en werkt beter dan bijvoorbeeld lezen.”
De positieve gevolgen voor het welzijn van mensen zijn onderzocht door gezondheidsexperts. Onderzoek op het gebied van omgevingspsychologie wijst uit dat een natuurlijke omgeving stress vermindert, concentratie verbetert en herstel bevordert. Zo hebben tuinders een lager risico op hartfalen of beroerte en leven zij gemiddeld langer.
De stichting Mind gaf onderzoekers de opdracht om te onderzoeken wat het effect is van ecotherapie, zoals tuinieren als behandelvorm wordt genoemd. 94% van de ondervraagden gaf aan dat het een positief effect had op hun geestelijke gezondheid.
Bij depressie is een van de voornaamste oorzaken het verlies van controle over situaties in je leven. In de tuin krijgen patiënten juist weer controle in handen, moeten ze beslissingen nemen en dragen ze verantwoordelijkheid. Je bent onderdeel van de wereld en de natuur door te zaaien, te oogsten, water te geven, te wieden, te snoeien en uiteindelijk door te eten uit eigen moestuin. Dit geeft een verbinding met de aarde.
Voorzitten van het Koninklijk College van Artsen, meneer Richard Thompson is groot voorstander van tuinieren als onderdeel van behandeling bij depressie. ‘’Ik zou veel liever zien dat een huisarts de tijd had om een cursus tuinieren voor de schrijven, dan antidepressiva. Door bezig te zijn in de tuin, komen mensen in contact met de wereld waarin zij leven. ‘Het gaat over de ‘circle of life’. Alles komt voorbij; onkruid, ziektes, bescherming tegen vorst, insecten, leven en dood. Op een andere, maar toch ook leerzame manier, worden patiënten hiermee geconfroneerd.”
Sally stopte met haar stressvolle baan en is nu freelance journalist en schrijver. ‘’Een zin die mij hielp toen ik depressief was; This too shall pass”, herinnert ze zich. ‘’Toen ik ziek was, was er een boom achter in mijn tuin die ieder jaar weer in bloei stond en bleef leven. Het feit dat deze boom ook na strenge winters altijd weer stond te bloeien in het voorjaar liet mij zien dat alles weer over gaat. Ik voel mij verbonden met de natuur hierdoor. Het is belangrijk om je bewust te zijn van de natuur en het leven, zeker als je lijdt aan depressie.”
Dit is het verhaal van Sally en het resultaat uit verschillende onderzoeken die zijn gedaan. Ik zelf merk ook dat de natuur een positieve invloed op mij heeft. Het doet me goed en helpt mijn lichaam en geest te ontspannen. Ik maak er niet altijd genoeg tijd voor, maar als ik het doe, merk ik dat het me goed doet. Lees ook mijn blog ‘’Genieten van de natuur’‘ hierover.
Tip 1: Begin klein
Je hoeft niet meteen je hele tuin om te spitten. Begin met een klein stukje, een bloembak of een paar potjes met kruidenplantjes. Zelf deze planten verzorgen en ervan eten, kan je al heel blij maken en in contact brengen met de natuur. Een paar bakken vol bloemen vrolijkt je hopelijk een beetje op. Ook zorgt het ervoor dat je regelmatig naar buiten moet om de planten water te geven of dode knopjes uit de plantjes te verwijderen. Begin dus klein, want je kunt altijd uitbreiden.
Tip 2: Zonder tuin
Heb je geen tuin, ook dan kun je bezig zijn met planten en de natuur. Ga niet alleen regelmatig de natuur in, je kunt ook bloembakken op je balkon of een kleine kas in je vensterbank zetten. Ik zelf heb al heel lang een klein kasje en ook op mijn balkon allerlei plantjes staan. Soms gaat er iets dood, maar het lukt me de laatste tijd aardig om alles tot bloei te laten komen en er zelfs van te eten.
Ga jij regelmatig de natuur of je eigen tuin in?
Geef een reactie