Hannah is 19 jaar oud. Ze woont nog thuis bij haar ouders en en haar zusje van 17. Door haar eetstoornis kon ze twee jaar niet naar school. Inmiddels is ze weer gestart. Ze zit nu in het examenjaar van de Havo in Den Haag. Wielrennen is haar grote passie. Ze reed op hoog niveau, maar moest toen stoppen vanwege haar eetstoornis. Nu kan ze gelukkig wel weer genieten van het wielrennen. Als ze nog tijd over heeft dan gaat ze graag uit met vriendinnen of een lange strandwandeling maken met haar hond Bobbie. Toen Hannah 16 jaar oud was ontwikkelde ze een eetstoornis. Zij niet alleen, ook haar zusje kreeg een eetstoornis…. Voor de interviewreeks Eetstoornis Anders interviewen we haar.
Hoe is jouw eetstoornis ontstaan?
Mijn eetstoornis ontstond toen ik 16 jaar oud was. Ik zat in de 4e klas van het gymnasium en ik deed op hoog niveau aan wielrennen. Ondanks dat ik alles ‘mee’ had, was ik van binnen erg onzeker. Ik had dat jaar een nieuwe vriendengroep ontmoet en ik durfde niet echt mezelf te zijn bij hen. Ben ik wel goed zoals ik ben? Vinden ze me wel aardig? Daar dacht ik toen veel over na. Ik was bang mijn vrienden kwijt te raken en ik deed er alles aan om dat te voorkomen.
Het was de eerste dag na de meivakantie toen ik dacht: Nu moet er echt wat gaan veranderen aan mij. Ik dacht dat mijn vrienden me leuker zouden vinden als ik wat dunner was. Ik begon met extreem veel bewegen, maar dat sloeg over in controle zoeken over het eten en mijn gewicht. Naast dat ik niet zeker over mijzelf was, had ik ook altijd een zekere vorm van controle, een soort houvast, nodig. Op dat moment ervoer ik dat al een tijdje niet, doordat ik het erg druk had en bijna geen tijd meer voor mezelf nam. Die dingen hebben eraan bijgedragen dat ik uiteindelijk de eetstoornis anorexia ontwikkelde.
Twee zussen met een eetstoornis?
In één woord: dat was vreselijk! Het was al vanaf het begin dat ik de diagnose anorexia kreeg mijn grootste angst: dat mijn zusje ook een eetstoornis zou ontwikkelen. Ongeveer een jaar nadat ik ziek werd, in de zomer van 2017, werd mijn zusje ziek. Ik zag dat ze was afgevallen en herkende de andere signalen van een eetstoornis, maar toch wilde ik er niet aan geloven. Dat het mij overkwam, dat kon nog wel, maar mijn zusje? Dat wilde ik écht niet. Ik heb vaak geprobeerd om haar te helpen door met haar te praten en haar zo weer op het juiste pad te helpen, maar ook ik was zelf nog te ziek, dus ik kón haar niet helpen.
Op een gegeven moment belandden we beiden in het ziekenhuis en ik weet nog hoe schuldig ik me op dat moment voelde: ik mocht geen contact met haar hebben, ik kon haar niet zien, maar ik wilde toch bij haar zijn. Om haar te steunen als grote zus, want ondanks alles was ik toch haar grote zus? Maar dat kon ik op dat moment niet zijn, hoe graag ik het ook wilde. Acceptatie van het ziek-zijn is iets wat lang geduurd heeft voor ons beiden, maar doordat we de eetstoornis hebben overwonnen, zijn we er beiden wel veel sterker uitgekomen en heeft het onze band als zussen zeker versterkt.
In hoeverre speelde concurrentie een rol?
Hoewel mijn zusje en ik het woord concurrentie nooit hebben laten vallen, durf ik nu wel met zekerheid te zeggen dat die er was. Concurrentie is er natuurlijk altijd wel een beetje tussen zussen, maar deze vorm van concurrentie was negatief voor ons allebei. Het was als het ware onvoelbaar. We hebben in mijn ogen nooit opzettelijk iets gedaan om ‘beter’ te zijn in onze eetstoornis dan de ander. Wel weet ik nog dat het een enorme strijd was aan tafel tussen ons twee. Als we moesten opscheppen gingen onze ogen automatisch naar het bord van de ander. Wanneer daar minder op lag, dan pakte mijn zusje of ik ons bord op en legde het eten weer terug om opnieuw op te scheppen.
We hadden beiden een andere eetlijst, maar toch bleven we op elkaar letten. Het deed de band die we met elkaar hadden zeker geen goed en daarom werd na onze opname in het ziekenhuis besloten dat we uit elkaar moesten om elk, afzonderlijk van elkaar, te kunnen werken aan herstel. Er was behoefte aan rust in ons gezin na een vervelende periode. Ik ging in opname bij een kliniek ver weg in Zeeland en mijn zusje bleef thuis. Het was de moeilijkste beslissing uit ons leven, want behalve dat we nu allebei anorexia hadden, waren we ook nog zussen. We begrepen tegelijkertijd ook wel dat het zo niet verder kon, de situatie thuis was er niet naar om voor ons tweeën een eigen plek en vooral een omgeving te creëren waarin we konden herstellen. Dus gingen we ieder onze eigen weg.
Was de oorzaak van jullie eetstoornis identiek?
Ik denk, gezien de leeftijd waarop we de eetstoornis ontwikkelde, dat er in het ontstaan van onze eetstoornissen zeker gelijkenissen zitten. We hebben het er nooit expliciet over gehad, maar we vonden elkaar wel in veel dingen die we beiden moeilijk vonden. Wat ik wel weet is dat mijn zusje haar eetstoornis voor een deel is ontstaan als reactie op mijn eetstoornis. Vooral het eerste halfjaar van mijn ziek-zijn was voor haar een hele heftige periode. Omdat we qua leeftijd niet veel van elkaar verschillen hadden we de behoefte aan dezelfde dingen: warmte, liefde, veiligheid en vooral iemand om mee te praten. Doordat mijn eetstoornis alle ruimte innam binnen het gezin, kreeg mijn zusje niet genoeg ruimte om haar verhaal te doen. Het ging eigenlijk altijd over mij, ik kreeg alle aandacht.
Ik heb me daarover ook heel lang heel schuldig gevoeld. Ik dacht dat ik de schuld had aan de anorexia van mijn zusje. Maar ik nu heb ik geleerd dat dat niet zo is. Schuld is nooit het goede woord bij een eetstoornis. Je kiest er namelijk niet voor om ziek te zijn. Mijn zusje en ik zijn twee totaal verschillende mensen met een totaal andere visie op het leven en we zijn er over uit dat geen van ons tweeën de ander ooit opzettelijk pijn heeft willen doen, ook niet toen we zo diep in onze eetstoornis zaten. Het is mooi om te voelen en te zien dat we nu weer elkaars zus kunnen zijn en het over gewone tienerdingen kunnen hebben. We hebben het normale leven allebei zo erg gemist en het is fijn dat we er nu weer deel van uit kunnen maken.
Herstel van een eetstoornis?
Herstel is zoveel meer dan alleen eten en aankomen. Je moet het als het ware zien als weer opnieuw leren leven. Leren om je grenzen aan te geven, om zeker te worden van jezelf, maar het allerbelangrijkste is dat je vrede kunt sluiten met jezelf en je lichaam. Pas dan ben je zover dat je de controle stukje bij beetje kunt loslaten. Het is ervaren dat er niks gebeurt als je een keertje niet gaat wandelen of tóch die taart neemt.
Het is vooral ook heel veel doorzetten. Je moet door je angsten heen gaan om ze te overwinnen. Het laatste stukje herstel begon bij mij toen ik uit de kliniek kwam. Ik heb veel hulp gehad en van alles geleerd, maar nu moest ik het weer zelf doen. Dat was eng, maar ik had weer de kracht om het aan te kunnen. Het weer ervaren van het meedraaien in de maatschappij heeft mij uiteindelijk geholpen om mijn eetstoornis los te laten. Ik had andere dingen aan mijn hoofd en veel minder tijd alleen met mijn eetstoornis. Natuurlijk is dat niet voor iedereen de beste oplossing.
Wat ik iedereen aanraad tijdens herstel van een eetstoornis is om contact te houden met de buitenwereld. Met vrienden, mensen op school of werk en iedereen die je nog meer kent. Zij zijn jouw weg naar het gezonde leven. Hoewel het fijn is om lotgenotencontact te hebben, moet je nooit je gezonde contacten verbreken of verwaarlozen.
Wat was jouw grootste uitdaging in herstel?
Dat was voor mij het accepteren van mezelf als persoon en ervaren dat ik goed ben zoals ik ben. Zoals veel mensen met een eetstoornis ben ik erg perfectionistisch en heb ik graag de touwtjes in handen. Maar het leven is niet altijd voorspelbaar en de dingen lopen niet altijd zoals je ze in je hoofd hebt. Het is niet zwak om voor jezelf te kiezen als je al zo’n lange tijd in gevecht met jezelf bent. Ik vond het in het begin bijvoorbeeld heel moeilijk dat ik een niveau lager zou gaan doen op school. ‘Nu zullen ze me wel dom vinden’, dacht ik.
Inmiddels weet ik beter en voel ik me er goed bij. Voor het eerst in mijn leven koos ik namelijk voor mezelf en daar ben ik nog steeds erg trots op. Natuurlijk heb ik ook mijn mindere dagen, maar die heeft iedereen wel. Op die momenten moet je gewoon extra lief voor jezelf zijn en de tijd voor jezelf nemen. Kruip lekker met een dekentje en een film op de bank, je zal zien dat het je goed doet. Ik weet dat ik mijn perfectionisme mijn hele leven bij me zal dragen, maar ik weet het nu als een positieve eigenschap in te zetten. Mijn doorzettingsvermogen en wilskracht hebben er uiteindelijk voor gezorgd dat ik mijn eetstoornis achter mij durfde te laten.
Hoe was het voor je ouders?
Toen mijn zusje en ik ziek waren hadden we niet direct door wat onze eetstoornissen aanrichtten in ons gezin, in het bijzonder bij mijn ouders. Ons leven heeft 2 jaar compleet stilgestaan. Zelfs nu nog vinden we brieven van 2 jaar geleden, die ongeopend op de stapel zijn beland. Alle zorg en aandacht ging naar mijn zusje en mij. Ik denk dat de impact van onze eetstoornissen het grootst was bij mijn ouder. Ik ben ze ook heel dankbaar. Ze waren nooit boos op mij en mijn zusje als persoon en ze bleven altijd positief: ze waren er heilig van overtuigd dat wij zouden herstellen. Dat is uiteindelijk ook gelukt, maar zeker niet zonder slag of stoot. Bij de eerste kliniek waar ik in behandeling was hebben we, maar vooral mijn ouders, hele nare ervaringen opgedaan.
Ik denk dat het voor mijn ouders heel erg was dat wij beiden een eetstoornis hadden. Mijn moeder zei wel altijd dat ze bang was om mij of mijn zusje te verliezen. Wij zeiden natuurlijk dat dat ons niet zou overkomen, maar je weet het maar nooit met een eetstoornis. Het was erg moeilijk voor ons om een dagje weg te gaan: er was veel stress en aan alles moest gedacht worden. Toch zijn we ook de leuke dingen blijven doen, zoals een dagje naar de Efteling.
We zijn als gezin ook met systeemgesprekken gestart, zodat we weer een beetje de balans konden vinden met z’n vieren en iedereen aan het woord kon komen. Eind februari hebben we ons laatste gesprek. Ik heb zelf veel aan de gesprekken gehad. Mijn ouders snapten mijn zusje en mij er beter door. Zo konden we de laatste stappen naar herstel samen als gezin ondernemen. Ondanks alles zijn we altijd een hecht gezin gebleven.
Hoe gaat het nu met jullie?
Het gaat heel goed met ons! We zijn beiden druk bezig om ons eindexamen te halen en daarnaast doen we ook nog veel leuke dingen. Ik doe weer aan wielrennen en ik heb een bijbaantje en mijn zusje heeft een druk sociaal leven. Samen zijn we ook bezig met het opvoeden van onze hond Bobbie, die nu 6 maanden is. We hebben haar gekregen toen we allebei net hersteld waren en daarom is ze ook heel belangrijk voor ons.
Regelmatig komen de herinneringen aan de periode van onze eetstoornis nog naar boven, maar we proberen om er niet teveel meer bij stil te staan. We zullen het altijd bij ons dragen, maar allebei werken we nu hard om het een plekje te geven. We zijn allebei gelukkiger dan ooit, niet alleen met hoe we eruit zien, maar ook wie we als mens geworden zijn. Hoewel onze anorexia absoluut niet fijn was, hebben we er beiden wel veel van geleerd en zijn we er samen sterker uitgekomen. Het allerfijnst is dat we weer zussen van elkaar kunnen zijn, die er altijd voor elkaar zijn en die veel leuke dingen doen.
Wat is jouw belangrijkste levensles?
♥ Het belangrijkste wat ik heb geleerd tijdens mijn leven en ook tijdens mijn herstel is dat je het leven niet kunt voorspellen. Bijna altijd loopt het anders dan dat je denkt. Het leven is niet perfect, niemands leven is perfect. Je hoeft niet altijd de beste te zijn op school, sport of werk, als je maar plezier hebt in wat je doet!
♥ Ook het perfecte lichaam bestaat niet. Laat je niet verleiden door de plaatjes in tijdschriften of op het internet. Omarm je lichaam zoals het is: ieder lichaam is uniek en heeft zijn eigen vorm. Dik of dun, wat zegt dat nu eigenlijk over ons? Het gaat om jou als mens.
♥ Omarm je dierbaren en laat ze je steunen. Door mijn eetstoornis was ik lange tijd sociaal geïsoleerd: ik voelde me alleen en ik dacht dat er niemand van me hield. Fout! Toen ik wat verder was in herstel en zelf de stap durfde te zetten naar de buitenwereld ontdekte ik dat er zoveel leuke mensen waren!
♥ Als laatste wil ik jou, die nog in gevecht is met de eetstoornis, meegeven dat je vooral je eigen weg moet gaan. Je hoeft niet in één keer tien stappen vooruit, dat mag ook een stapje zijn. Laat je niet leiden door de mening van een ander: belangrijker is dat jij tevreden bent met jezelf. Zonder eetstoornis ben je zoveel mooier, als mens bedoel ik dan vooral. Jij bent uniek en… je bent het waard!
Heb jij een bijzonder verhaal waarover je graag geïnterviewd wilt worden? Mail dan vrijblijvend naar de redactie van Proud2Bme: redactie@proud2Bme.nl
Geef een reactie