Wat was ik als vader opgelucht toen de dokter zei: “Uw dochter heeft Anorexia!” Maar al snel zou blijken dat die opluchting van hele korte duur zou zijn. In alles hadden mijn vrouw en ik al maanden aangevoeld dat het niet goed ging met Aafke. De laatste tijd ging ze elke dag gestrest naar school. Vriendinnen die vroeger regelmatig langskwamen, hadden we al weken niet meer gezien! Als we vroegen of het wel goed ging met haar, reageerde ze ontwijkend of geïrriteerd: “Het gaat uitstekend met me! Houd toch eens op met dat gezeur.”
Aafke glipte als zand langzaam door onze vingers. We zagen het gebeuren, en toch hadden we het niet op tijd gezien.
Misschien wilde ik ook maar al te graag dat het goed met haar ging, en onderdrukte ik bewust daarom mijn intuïtie. Als ik thuis kwam van mijn werk, hoopte ik elke dag weer opnieuw een vreemde fiets bij de voordeur te zien. Mijn maag draaide om als ik haar weer verdrietig helemaal alleen op de bank zag zitten. ###
Die dag dat ze met moeite haar fiets uit de schuur haalde, en mij smeekte om haar naar pianoles te brengen omdat ze te moe was om een klein stukje te fietsen, wist ik dat het goed mis was. Ineens viel mij op dat zij er uitgeput uitzag. Waarom had ik dat niet eerder gezien? Tot mijn schrik was Aafke veranderd in een mager lijfje, dat doodop was. Er was teveel zand door mijn vingers geglipt. Aafke was langzaam aan het wegglijden in een diep zwart gat. Het enige dat ze nu nodig had was een uitgestrekte hand, waar zij zich aan vast kon houden. Een hand waar ze altijd op kon rekenen. Ik bracht haar weg en haalde haar een uur daarna weer op.
Het woord anorexia spookte nog helemaal niet door mijn hoofd. Ook niet nu ik wist dat het met maar haar gewicht niet in orde kon zijn. Eenmaal thuis gekomen besloot ik dat we allemaal maar eens op de weegschaal moesten staan. Ik gaf het goede voorbeeld. Opvallend was hoe gemakkelijk Aafke op de weegschaal ging staan. Uitslag: Een dramatisch ondergewicht! Gek genoeg was er geen sprake van paniek. Het was eerder alsof alle puzzelstukjes in elkaar gingen passen. Het puzzelstukje van al maanden niet gemenstrueerd te hebben, paste op het puzzelstukje van het lage gewicht. Ook het puzzelstukje van de weegschaal “met pootjes”, kreeg een plekje. Het was ons opgevallen dat de weegschaal de laatste tijd net op een andere plek lag.
De volgende ochtend maakten we een afspraak met huisarts. Aafke kon niet meer naar school. Ze voelde zich absoluut niet lekker. Ze had een behoorlijke ondertemperatuur en een lage pols. Het wegglijden was in een stroomversnelling gekomen. Er was daadwerkelijk iets aan de hand! De huisarts had niet heel veel tijd nodig om de diagnose te stellen: “Uw dochter heeft Anorexia!” Gek genoeg was ik opgelucht. Haar “niet goed voelen” had nu een serieuze naam. Ze was werkelijk ziek. De dokter wist wat het was. En als de dokter wist wat het was, kon ze haar ook weer snel beter maken, dacht ik. In dat laatste had ik mij – zou al heel snel blijken – goed vergist.
Door: Simon.
Simon is de vader van Aafke en schrijft over zijn ervaringen met de eetstoornis anorexia. Simon en Aafke zijn gefingeerde namen.
Volgende keer: De hulpverlening komt op gang.
Geef een reactie