In de puberteit verandert er heel wat bij een kind en kan je als ouder een afstand tussen jezelf en je kind gaan ervaren. Tot op zekere hoogte is dit ook niet erg en is het een normale ontwikkeling.
Een kind maakt psychisch en lichamelijk veel veranderingen door in die tijd en wordt volwassen met de hierbij gepaard gaande groeiende zelfstandigheid. Vaak is het goed om je kind dan de nodige ruimte te geven om zich te kunnen ontwikkelen, omdat te veel bemoeienis van ouders vaak averechts werkt en voor veel strijd kan zorgen. Dit gegeven maakt het lastig als je merkt dat het niet goed gaat met je kind.
Het kan zijn dat je kind zich terug gaat trekken en in haar eigen wereld opgaat. Als ouder kan je dan aardig wanhopig worden, omdat je niet meer weet wat je moet doen; Je kind haar gang laten gaan voelt niet goed, omdat het merkbaar niet goed gaat, maar toenadering zoeken kan betekenen dat je kind zich nog meer gaat afzetten, waardoor het contact nog moeizamer gaat verlopen en je dan het gevoel kan hebben dat het van kwaad tot erger gaat.
Ouders van een kind met beginnende eetproblematiek kunnen dit uiteraard merken aan het eetpatroon, maar misschien dat het in het begin niet eens opvalt, omdat kinderen met een (beginnende) eetstoornis veel trucjes uit de kast kunnen halen om niet te hoeven eten en dit verborgen te houden. Kinderen kunnen smoesjes verzinnen om niet te eten, door te zeggen dat ze al ergens anders hebben gegeten, of willen later eten zodat zij alleen kunnen eten en het niet opvalt dat ze minder of niet eten.
Omdat een eetstoornis vaak gepaard gaat met veel geheimhouding, kan het zijn dat je kind zich meer gaat terugtrekken en dat hoeft niet alleen binnen het gezin te zijn, maar kan ook op het gebied van vrienden en andere bezigheden zijn. Vooral situaties waarin eten of eet gerelateerde situaties voorkomen. Andere kenmerken kunnen zijn dat het kind meer op zijn haar gewicht gaat letten of zich bijvoorbeeld meer bezig gaat houden met sport en beweging.
Daarbij kan het ook voorkomen dat het kind meer prestatiegericht wordt, dit kan op verschillende gebieden zijn, zoals school, werk en sport. Lichamelijk kan het merkbaar zijn, doordat het kind last heeft van o.a. gewichtsschommelingen en problemen met de menstruatie en bij zelfopgewekt braken bv. opgezette speekselklieren. Voor ouders is het heel lastig wat te doen in deze situatie. Het is van belang om in gesprek te blijven, een luisterend oor te bieden en te laten weten dat je er voor je kind bent, maar ook je zorgen te delen. Als het kind dat weet en alsnog tot het besef komt dat hij/ zij een eetprobleem heeft, is de kans groter dat hij zij naar zijn/ haar ouders zal stappen om hulp te zoeken. Hoe je als ouder reageert op een eetstoornis bij je zoon/dochter, hangt van vele factoren af.
Belangrijk is het als ouders eens te worden over een aanpak waar je beide voor langere tijd achter kan blijven staan. De keuze voor een bepaalde aanpak zou ik vooral laten bepalen door de aard en ernst van de problemen van je kind en ook van zijn/haar leeftijd. Bij jonge kinderen met een beginnende eetstoornis kan een pedagogische aanpak gericht op het stellen van grenzen aan ongewenst gedrag en het belonen van gewenst gedrag vaak voorkomen dat het gedrag erg uit de hand loopt (bijvoorbeeld een sterke gewichtsdaling voorkomen). De psychologische kanten van de stoornis vragen vaak professionele hulp.
Voor oudere pubers is de ontwikkeling van zelfstandigheid erg belangrijk. De mate waarin je als ouder bepaalde verantwoordelijkheden van je kind overneemt kan dan afhankelijk zijn van onderhandelingen en bewezen resultaten. Bij een goede inschatting van de aard en ernst van de problematiek kan de huisarts of een in eetstoornissen gespecialiseerd centrum behulpzaam zijn (zie hulp op proud2Bme).