In een photo blog die een tijdje terug online kwam, schreef ik in de inleiding over hoe ik mij heb ontwikkeld als persoon. Over hoe in mijn medisch dossier stond dat ik een onzeker en ego-zwak meisje was, en dat ik mezelf daar nu helemaal niet meer in herken. Ik heb onwijs veel groei doorgemaakt in al die tijd. Dat had ik nooit kunnen dromen of bedenken. Ik kan achteraf zeggen dat je veel meer kan dan je denkt. Toch, als je midden in dat proces zit, voelt dat nog helemaal niet zo zeker.
In de reacties ontving ik dan ook het volgende bericht: “Wat je schrijft in de inleiding vind ik – en ik denk met mij nog vele anderen – heel herkenbaar. Na jaren van worstelen met mijn mentale gezondheid, weet ik niet goed (meer) wie ik ben, alsof ik niet echt een persoonlijkheid heb ontwikkeld. Misschien iets om een blog over te schrijven, als meer lezers dat interessant zouden vinden? Hoe ben je van egozwak naar een persoon met veel hobby’s en interesses gekomen? Persoonlijk vind ik dat een heel eng en overweldigend proces en weet ik vooral niet goed waar ik moet beginnen.”
Wat is egozwakte eigenlijk?
Goede en interessante vragen! Ook herkenbaar om met dit thema te worstelen. Laten we eerst beginnen bij wat de term ‘ego-zwakte’ nu eigenlijk inhoudt. Ik gebruik die term zelf eigenlijk nooit en hoor hem ook niet vaak gebruikt worden door anderen. In mijn medisch dossier stond hij wel. Een snelle Google search brengt mij op een kort artikel hierover op Psychologie Magazine. Psychologe Jolet Plomp beantwoordt hier een vraag van een lezer die met dezelfde vraag zit. Wat is ‘ego-zwakte’ of ‘ik-zwakte’ nu eigenlijk? Plomp kan ons vertellen dat de term ‘ego-zwakte’ voorkomt uit de psychoanalytische school van Freud (id, ego en super-ego, interessant om eens iets over te lezen, als je dat wilt).
Wanneer je een ‘sterk ik’ hebt, kan je het leven beter aan dan iemand met een ‘zwak ik’, leer ik van de site van Psychologie Magazine. Ik krijg hier meteen een heel visuele voorstelling van. Ik stel me een soort kern voor, die je hebt. Een zwaartepunt dat je sterk en met beide benen op de grond zet, dat je stabiliteit geeft, waardoor je niet door het minste of geringste stootje je evenwicht verliest. Een soort rots, een anker. Plomp schrijft dat wanneer je een ‘sterk ik’ hebt, je beter opgewassen bent tegen angsten, teleurstellingen kunt opvangen en je impulsiviteit beter kunt beheersen – bijvoorbeeld bij het beheersen van je woede of het zoeken van genot, verdoving misschien wel.
Meteen herken ik ook mijn eigen zogenoemde ‘ego-zwakte’ hierin. Ik had geen sterk ‘ik’. Ik stond niet stevig met beide benen op de grond en kon niet goed tegen een stootje. Ik was angstig, voelde me vaak niet goed genoeg en teleurstellingen kwamen vaak hard en ook persoonlijk binnen. Ik was makkelijk beïnvloedbaar en vond het moeilijk om dicht bij mezelf te blijven. Tegelijkertijd kon ik me hier soms enorm tegen afzetten, als een soort tegenbeweging, maar heel stabiel of zeker voelde dat niet. Ik hing mijn identiteit op aan anorexia en boulimia, voelde me sterk als ik kon afvallen en worstelde met eetbuien om genot te zoeken of te verdoven. Een impuls die uit een sterke drang en diepe onzekerheid vandaan kwam, maar die ik niet kon beheersen. Ik voelde me niet sterk, niet zelfverzekerd, niet veilig, niet stabiel.
Wanneer je ‘ik’ sterker wordt – iets wat je gedurende je leven ontwikkelt, je ik-sterkte staat (gelukkig) niet vast – lukt het beter om je leven autonoom in te richten en om te doen wat jij goed, leuk en belangrijk vindt. Het lukt beter om gelijkwaardige relaties aan te gaan, waarin jij niet jezelf hoeft weg te cijferen voor een ander of jezelf belangrijker hoeft te maken dan een ander, wat ook vaak voortkomt uit onzekerheid. ‘Ik-sterkte’ geeft ruimte om je te kunnen ontwikkelen en om steviger in je schoenen te gaan staan. Ongemak te kunnen verdragen en niet de neiging hebben om alles almaar te hoeven opvullen of verdoven. Dicht bij jezelf te blijven en niet steeds weggesleurd worden door impulsen en onzekerheden.
Wie hoop je dat je bent, of verwacht je dat je moet zijn?
Ik moet denken aan een songtekst van een liedje: “If what you are is just what you own. What do you become when they take from you, almost everything?” Als wie je bent slechts is wat je hebt, wat blijft er dan van je over als alles van je afgenomen wordt? Nou, die ‘ik’ dus! Als die ‘ik-sterkte’ krachtig is, ben je niet afhankelijk van alles wat je eraan ophangt, stel ik me voor. Jij bent gewoon wie je bent en daar mag je op vertrouwen, wat er allemaal ook omheen gebeurt. Je bent niet je gevoelens, niet je prestaties, niet je gedachten, niet slechts een lichaam, niet je pijn, niet je succes of je mislukkingen. Dat vond ik lastig. Als ik ego-zwak was, betekende dat voor mij dat ik niet goed wist of niet durfde te vertrouwen op wie ik was en of dat (goed) genoeg zou zijn. Mijn eetstoornis was daarin echt een stuk houvast geworden en voelde als een deel van mijn identiteit. Het idee dat los te laten, vond ik dan ook heel eng. Wat zou er overblijven?
Wat mij dan ook opvalt aan de vraag onder de blog, is dat tegenover het woord ‘ego-zwak’ hier ‘een persoon met veel hobby’s en interesses’ wordt genoemd. Maar stel dat al die hobby’s en interesses om wat voor reden dan ook weg zouden vallen, ben ik dan ook weg? Blijft er dan niets meer van die zekere persoon over? Nee. Dan ben ik nog steeds mijzelf. Nog steeds waardig. Heb ik nog steeds bestaansrecht. Heb ik mezelf. Ik ben inderdaad wel iemand met heel veel interesses, maar dat hoeft natuurlijk niet zo te zijn. Ik denk dat het belangrijkste is dat je echt durft te kiezen wat voor jou goed voelt, ook als dat misschien niet aan je verwachtingen voldoet, waar die verwachtingen ook vandaan komen. Ook als dan blijkt dat je misschien wel veel meer geniet van lekker een huismus zijn of juist gedijt op een veel rustiger leven met meer vastigheid – om maar wat te noemen! Zou dat mogen van jezelf?
We leven best wel in een tijd waarin we veel van onszelf verwachten, denk ik. Je eigen persoonlijkheid ontwikkelen in de hoogtijdagen van sociale media als Instagram en TikTok, waar je doodgegooid wordt met levens en ideaalbeelden van anderen, is al lastig genoeg. Hypes en trends volgen elkaar in razend tempo op en lijken meer uit te maken dan ooit. Laat staan als je ook nog te maken hebt met een eetstoornis of mentale problemen, waardoor je voor je gevoel een stukje van die ontwikkeling hebt gemist. Je ziet anderen veel dingen doen, succesvol en goed zijn in wat ze doen en dan ziet het er ook nog eens allemaal supermooi uit. Het kan best lastig zijn om dicht bij jezelf te blijven in zo’n wereld en niet gebukt te gaan onder bepaalde verwachtingen waaraan je denkt te moeten voldoen.
Jezelf durven zijn
Eerder schreef ik ook een blog over dat herstel niet was waar ik op hoopte. Ik hoopte dat wanneer ik hersteld zou zijn van mijn eetstoornis, alles perfect zou worden. En dat als dingen niet perfect waren, ik daar wel perfect mee om zou kunnen gaan. Een soort oase van rust, een doel dat je bereikt, alsof het leven dan ‘af’ zou zijn. Want dat was stiekem waar ik behoefte aan had. Een soort duidelijkheid, geen ruimte meer voor fouten of teleurstellingen. Dat ik geen fout of teleurstelling meer kon zijn. Niet weten waar je moet beginnen, zegt tussen de regels misschien ook dat er een eindpunt kan zijn, een punt waarop het goed en af is. Maar is dat zo? En is er wat dat betreft wel een begin en een eind?
Ik had heel erg veel behoefte aan zekerheid en een gevoel van controle. Ik worstelde erg met grote twijfels of ik wel goed genoeg was, of ik wel ergens aan voldeed en of mijn bestaan wel zinvol was. Wat dat betreft was het voor mij niet iets dat alleen een rol speelde toen ik mijn leven na een eetstoornis weer wilde opbouwen, maar speelde het al een grote rol in het ontwikkelen van mijn eetstoornis. De angst voor leegte, voor onzekerheid, voor fouten kunnen maken, voor er niet toe doen, niet waardig zijn. Een eetstoornis kent natuurlijk verschillende oorzaken en aanleidingen, maar deze onzekerheid speelde er zeker wel een rol in voor mij. Weet ik eigenlijk wel wie ik ben? En is wie ik ben wel goed genoeg?
Ik wilde mijzelf durven zijn, maar ik durfde niet eens aan te geven wat ik wilde eten in de avond, uit angst dat de ander dat misschien raar zou vinden. Ik durfde geen muziek op te zetten die ik leuk vond, omdat ik bang was dat de ander het slechte muziek zou vinden en mij daarom ook stom zou vinden. Het zat in best kleine dingen, die eigenlijk heel erg veel betekenden. Want als ze dat stom zouden vinden, zouden ze mij stom vinden. Als iets wat ik deed zou mislukken, zou ik mislukt zijn. Daarom maakte ik mezelf heel klein om maar niet afgewezen te worden. De eetstoornis verdoofde het niet-weten, de angst en de onzekerheid. Niet dat dat zo’n bewuste keuze was, maar het had zich genesteld en ontwikkeld in mijn lijf, als tegenreactie op die enorme onzekerheid, een ziekte.
Wat hierin voor mij een heel grote rol speelde was om het te durven. Fouten durven maken, van mening durven verschillen, gekwetst durven worden, je onzeker durven voelen, ongemak kunnen verdragen. Want dat mag er allemaal zijn. Je hoeft het juist niet weg te maken, want het bepaalt niet wie jij bent. Je kan het niet voorkomen en ertegen vechten is een gevecht met jezelf, omdat het menselijk is en jij menselijk bent. Maar aan de andere kant stond ook dat ook de dingen die ik wel goed vond, mij niet zouden definiëren. Dat was mijn andere valkuil. Te veel afhankelijk zijn van complimenten, van goed gevonden worden, van mijn best doen, waardoor ik mezelf voorbij kon rennen of alles juist als een kaartenhuis weer in elkaar kon vallen wanneer het even wat minder ging. Komen we weer op die zin: “If who you are is what you own…”
Jij bent er al(tijd)!
Maar hoe leer je dat dan, dat durven? Dat is een goede vraag en waar de grootste uitdaging zat. Net als durven vertrouwen op het eten en je lichaam: door te oefenen, door iets te doen wat je eng vindt (maar waarvan je verstandelijk weet dat het goed, prima of niet erg is) en dan ervaren dat je angsten niet uitkomen. Erover praten. Relativeren. Ongemak kunnen verdragen en ervaren dat dat niet jouw hele zijn bepaald.
En als je ‘ik’ sterker is, dan kan je daar een identiteit op bouwen die echt stevig is, zeker voelt, eigen is. Iets dat ook niet vast hoeft te staan, want wat vast staat ben jij, jouw ‘ik’. Die kern heb je, de basis is er en vanaf daar mag je het leven inkleuren zoals voor jou passend voelt. Niet met sneldrogende acrylverf, maar als een olieverf die je almaar kan blijven uitsmeren, opbouwen en afschrapen. Als die ‘ik’ sterk is, is het misschien ook minder eng om die eetstoornis los te leren laten, wanneer het voor jou een moeilijkheid is dat je eetstoornis deel is gaan voelen van jouw identiteit. Wat blijft er over als die eetstoornis weg zou zijn? Nou… jij! Jij blijft over, jij bent er altijd.
Maar hoe krijg je die ‘ik’ dan? Het mooie is, die heb je al. Nu mag je er alleen op durven vertrouwen. Vertrouwen maakt het sterk. Je bent al iemand en die persoon mag zich elke dag opnieuw ontwikkelen. Sommige dagen schiet je raak, voelen dingen goed, maak je plezier, voel je je sterk. Sommige dagen voelen leeg, lukken dingen niet, stoot je iemand onbedoeld voor het hoofd, verschil je van mening. Dat geeft niet, dat mag, daar leer je ook van. Over de ander en over jezelf. Over de wereld om je heen. En ja, soms is de ander streng, onredelijk, onaardig of ontevreden over jou. Soms heb je ook gewoon geen klik met een ander. Maar kan je het voor iedereen goed doen? Moet je dat van jezelf verwachten? Weet dat je meer bent dan een momentopname, dan een gevoel, dan een gedachte. Je bent meer dan een mogelijk vooroordeel of een mening van een ander. Weet dat je voor jezelf mag kiezen, dat je nieuwe dingen mag proberen, dat je mag genieten, dat je het niet mag weten, dat je het mag doen zoals voor jou goed voelt. Weet dat er mensen zijn die van je houden, dat zelfliefde zo veel waard is en dat we vaak het allerstrengst zijn voor onszelf.
Overigens wil ik niet beweren dat ik nooit onzeker ben of dingen persoonlijk opvat. Niemand is ooit helemaal ‘ego-zwak’ of helemaal ‘ego-sterk’. Niets is zwart-wit. We zijn tenslotte ook gewoon mensen. Ik denk niet dat ik nu de allersterkste ‘ik-sterkte’ heb, maar ik voel me niet ‘ego-zwak.’ Ik denk dat ik daarin gemiddeld ben? Misschien hoef je daarin ook niet tot een conclusie te komen, maar kan het helpen om steeds terug te keren naar dit gedachtegoed, op de momenten dat je twijfelt aan jezelf en even niet weet wie jij bent. Wanneer het voelt alsof jij je mislukkingen bent, bang bent om door de mand te vallen of weer even moet landen na een grote piek (ja, ook dat kan een hele uitdaging zijn, vind ik).
Ik hoop dat ik met het schrijven van deze blog een antwoord heb kunnen geven op je vraag. Dit is wat er in mij opkwam en wat het voor mij (heeft) betekend. Heel vrijuit geschreven, zoals mijn gedachtegangen gaan. Laat gerust een reactie achter (degene die de vraag stelde, of anderen die zich met dit onderwerp bezighouden). Het lukt me niet altijd om overal op te reageren, maar ik lees het wel. Ik vind het erg interessant om samen over dit soort vraagstukken te filosoferen en te schrijven. Ik weet ook niet alle antwoorden, leer elke dag weer bij, zou een blog van vijf jaar geleden nu misschien niet meer op dezelfde manier verwoorden. Maar dat hoeft ook niet, en daarin zit misschien juist de kracht en berusting, denk ik soms.
We staan niet stil, we zijn nooit af, maar dat hoef je ook niet van jezelf te verwachten. En ja, het is zo dat je je soms zekerder voelt dan in andere periodes. En waardoor dat komt? Vele omstandigheden, op sommige heb je invloed en op sommige minder. Het is niet zo dat je niet onzeker mag zijn. Wat helpt is om goed voor jezelf te zorgen en open te blijven in wat je allemaal mag van jezelf, zonder dat je iets prefect hoeft te zijn of het zeker hoeft te weten. Zonder dat iedereen om je heen het ook goed hoeft te vinden. Al oordelen ze misschien een stuk minder hard dan jij over jezelf doet. Goed voor jezelf zorgen, maar het leven niet te serieus nemen. Je bent goed zoals je bent en je mag jezelf zijn.
Meer blogs over identiteit lees je hier. ♥
Geef een reactie