Deze blog gaat niet over het plotselinge motivatiegevoel dat sommigen bij hun herstelfase voelen, maar over het gevoel genezen te zijn wanneer dit eigenlijk helemaal (nog) niet het geval is. Een betere dag betekent natuurlijk niet meteen dat je volledig genezen bent. Het klinkt logisch, maar zo voelt het bij mij vaak helemaal niet. Een betere dag betekent voor mij dat ik minder met eetgestoorde, depressieve en suïcidale gedachten bezig ben geweest. Ze waren er, maar ik heb mij er dan niet telkens door laten leiden. Vaak heb ik op zo’n dag een stapje gezet op eet- of psychisch vlak. Hierdoor krijg ik vaak zelfvertrouwen en loop ik net iets te hard van stapel…
“Precies zo hoor ik mij te voelen”, denk ik. Ik denk dat dit is zoals mensen bedoelen dat ik mij hoor te voelen. Dit is vast hoe ik mij zou moeten willen voelen. Het voelt wel oké namelijk. Ik heb het idee dat ik het allemaal wel weer aankan en zo gedraag ik mij dan ook. Dit zijn vaak de dagen dat ik afspraken inplan. Afspraken met vriendinnen, extra uren naar school wil gaan, eetuitdagingen, sollicitatiebrieven weg stuur of mij aanmeld voor vrijwilligerswerk in de buurt. Op dagen als vandaag zou ik misschien dat wel kunnen, dus waarom niet?
Het probleem is vaak de dag erna. De dag erna (of dagen erna) gaan het weer 1000 verschillende smoesjes door mijn hoofd. Om in ieder geval van een paar afspraken af te komen. Bij een reactie op de sollicitatie zeg ik vaak dat ik al werk gevonden heb of ik reageer helemaal niet meer. Ergens voelt dat niet eens als een leugen: ik heb nog genoeg werk (aan mezelf) gevonden.
Door deze situaties heb ik weer het idee dat niemand op mij kan rekenen en kom ik weer in een destructieve gedachtencirkel. Vaak voelt het alsof ik nog verder van de wereld af kom te staan, alsof ik steeds iets minder verbonden ben met anderen. Doordat afzeggen zo makkelijk gaat heb ik het idee dat mensen sowieso niet erop rekenen dat ik nog reageer of kan ik het van mij afzetten omdat het via de mail toch niet echt is. Toch voelt het vaak als falen. Weer kon ik niet doorzetten, weer moet ik afzeggen, weer kan ik het niet. Terwijl: Ik kon het al niet en ik was er gewoon nog niet klaar voor. Dat zegt niet dat ik het dubbel niet kan.. maar gewoon een keer niet kan en nog steeds niet.
Wat mij nu helpt om dit soort vervelende momenten te voorkomen of ermee om te gaan is het volgende:
Ik heb een soort ‘fake-agenda’ gemaakt waarin ik alles zet wat ik op (zulke) dagen wil plannen en wil voorstellen aan mensen. Dan plan ik die in, in die agenda. Daarna wacht ik 3 dagen, omdat drie mijn lievelingsgetal is en omdat ik mij vaak binnen drie dagen wel een keer rot voel. Dan kan ik inschatten wat ik wel en niet aankan als ik mij op de afspraakdag zo zou voelen. Vaak valt er dan al een heleboel af. Het is niet dat ik dan definitief al die afspraken niet maak, maar dan cijfer ik de plannen van ‘niet te doen-naar te doen’.
Vervolgens vraag ik hulp, mijn psychologe en mijn moeder kennen mij en mijn eetstoornis nu onderhand wel en weten welke stappen voor mij in elk geval te groot zijn. Zo kan ik bespreken welke plannen ik wel en niet inplan. Ik kan dan wel stappen maken, maar stappen die binnen mijn grenzen vallen. Zo geef ik niet geheel toe aan de eetstoornis en depressie, maar zorg ik ook niet dat ik helemaal buiten mijn grenzen wandel.
Soms komt het voor dat ik echt iets heel belangrijks heb beloofd op mijn rebelse dagen. Dan is het voor mij in elk geval heel erg belangrijk om niet te liegen. Ik heb de neiging om dat via Whatsapp af te zeggen en dan wel 100 keer sorry te zeggen, maar ik heb gemerkt dat eerlijkheid toch het belangrijkste is. Zo snapt een vriendin of familielid eerder dat je op een minder lastige dag niet zo goed kan inschatten of het zal gaan of niet. Soms kan je dat er van tevoren bij zeggen, of achteraf over hebben als dit (vaker) gebeurt.
Wanneer het dan zowel in mijn fake-agenda als ik mijn vaste agenda staat is het gecheckt en staat de uitdaging/afspraak vast. Dan is het toch nog een Smart-doel.
Hebben jullie ook weleens dit soort momenten?
Geef een reactie