Je wil het zo graag horen. Je wil zo ontzettend graag dat ze trots op je zijn, maar je hebt de woorden nog nooit horen vallen. Ouders van je vrienden en vriendinnen geven hun kind een kus als ze afgezet worden op school, ze stoppen kleine briefjes met een lieve boodschap in hun broodtrommel en ze zeggen keer op keer ‘ik ben trots op je’. Jij hoort dit nooit, jij droomt over de liefde die je nooit hebt ontvangen. Het is heel natuurlijk om er als kind naar te smachten waardering te krijgen van je ouders, maar wat doe je als je dat niet krijgt? Wat doe je als je zo hard je best hebt gedaan, maar het niet genoeg is geweest?
Op Vaderdag pakte ik vaak uit. Ik maakte schilderijen, schreef gedichten; ik deed alles om hem blij te zien. Ik wilde zo graag dat hij tevreden was en net zo enthousiast zou reageren als de vaders van mijn vriendinnen. Ik wilde dezelfde waardering krijgen als de anderen in mijn gezin en ik wilde gezien worden. Steeds ging ik een stapje verder: van uitpakken bij Vaderdag tot elke dag maaltijden maken waarvoor ik uren in de keuken stond. Ik zei altijd ja en amen en deed wat er van mij verwacht werd, maar toch kreeg ik niet wat ik terug verwachtte. Ze zijn niet tevreden met mij, het is niet genoeg geweest. Dit is mijn fout, ik doe niet genoeg. Ik keek om mij heen en zag wat andere leeftijdsgenoten deden en wat ze ervoor terug kregen – het leek wel alsof hun familie trots was op het feit dat ze er waren, dat was blijkbaar genoeg.
Farah is sinds 2021 gastblogger bij Proud2Bme. Ze blogt onder andere over haar ervaringen met eergerelateerd geweld, trauma’s, opgroeien in een instelling als minderjarige en hoe ze contact heeft verbroken met haar familie. Je vindt al haar blogs via de tag ‘Farah blogt‘.
Dit sociaal wenselijke gedrag vertaalde zich ook naar de manier waarop ik mij opstelde naar de buitenwereld toe. Ik ging altijd net dat stapje verder; eigenlijk over mijn eigen grenzen heen. Altijd te vroeg mijn opdrachten inleveren, mijn wiskundehuiswerk flink vooruit maken in de vakanties, royaal kerstkaartjes uitdelen, heel veel vrijwilligersfuncties en te allen tijde mijn omgeving tevreden stellen. Het smachten naar waardering werd bijna een obsessie: ik wilde zo ontzettend graag ook gemogen worden. Een hulp zijn voor anderen en horen dat ik er mocht zijn. En dit hoorde ik van anderen om mij heen: mijn docenten, mijn collega’s en mijn vrienden en vriendinnen zeiden het vaak genoeg. Maar mijn familie niet – juist de mensen waar ik het zozeer van nodig had.
Laatst had ik een telefoongesprek met een oud-behandelaar. We hadden het over het feit dat ik na alles wat er is gebeurd altijd terugval op mijn familie. Er is altijd een naïeve gedachte: misschien zijn ze nu echt veranderd. Maar het is niet zo, dat zijn ze niet. Het is onmogelijk om vanuit mijn positie mensen tot in de kern te veranderen, vooral als ze al vijftig jaar rondlopen met hun eigen idealen en doelen. Ik pas niet in het beeld. Ik kan mij uitsloven wat ik wil, ik kan bergen verzetten en morgen weer op dezelfde plek staan – het kan volgens hen altijd beter. Ik zal nooit goed genoeg zijn voor hen en misschien is dat juist wat geaccepteerd moet worden. Niet omdat je teveel bent, maar omdat je voor jezelf moet kunnen opkomen en een lijn moet kunnen trekken. Jij kan je niet eindeloos aanpassen aan de idealen van een ander.
De kinderlijke gedachte ‘misschien veranderen ze nog’ heeft inmiddels plaatsgemaakt voor de harde werkelijkheid. Veranderen doen ze niet en het is ook niet mijn verantwoordelijkheid om die verandering teweeg te brengen. Als kind van je ouders hoor jij je ouders niet op te voeden en jij bent niet in de positie om familiedynamieken of generaties lange schadelijke traditionele praktijken te doorbreken. Het enige wat jij kan is jezelf uit de kwetsbare positie zetten en accepteren dat je niet de waardering zult krijgen vanuit je familie. Teruggaan ten koste van jezelf zal je enkel verder in het systeem zuigen waar je zo vastberaden van weg bent gegaan – het was immers niet gezond, maar dat is het nog steeds niet. Jij mag je grenzen bewaken en jij hoeft je niet schuldig te voelen om de gevoelens van je familie. Je bent erin geboren en je hebt niet kunnen kiezen waar je wieg stond, maar je kan er wel uitstappen en keuzes maken, want je bent geen bezit van je familie. Pijn doet het jou ook.
Terugkomend op de vragen die ik eerder stelde, wat als je heel hard je best doet om waardering te krijgen, maar alles wat je doet niet genoeg lijkt? Weet dan dat het niet aan jou ligt. Ik vind het akelig om te horen dat je zo hard hebt gevochten voor dat wat je uiteindelijk niet hebt gekregen – integendeel zelfs. Maar weet dat het gebrek aan waardering niks zegt over jou, maar meer over de opvoeding die je hebt gehad. Dit is trauma en helen kan je niet als je er middenin zit.
Deze blog kwam oorspronkelijk online in 2022
Geef een reactie