Hallo, ik ben Anne, een meisje van 16 jaar, met een moeder en vader die gescheiden zijn, een tweelingzus, en een zusje. En dit is mijn verhaal.Het begon allemaal op de basisschool. Ik was een stevig, vrolijk meisje, met een leuke vriendinnengroep. Mijn hele basisschool tijd was superleuk, totdat ik in groep 8 kwam.
Er was een groepje jongens die in groep 7 zaten, die nogal een hekel aan mij hadden. Ze begonnen af en toe met opmerkingen als ´dikzak´ naar me te roepen, of iets wat met dik zijn te maken had. Eerst trok ik me er weinig van aan, probeerde ze te negeren. Maar op een gegeven moment was het niet meer te negeren, en gingen er steeds meer jongens mee doen. Ik ging het zelfs geloven. Mijn zelfvertrouwen was altijd al laag, dus natuurlijk geloofde ik alles wat ze zeiden. ‘
‘Zie je wel, ik bén dik en lelijk, ik ben niets waard’ dacht ik. Mijn tweelingzus en ik besloten samen af te gaan vallen, en besloten om gezonder te gaan eten. We aten geen snoepjes, geen koekjes, geen chips, en geen volle producten meer. Dit ging ons allebei makkelijk af. Op een gegeven moment waren we wat kilootjes kwijt en besloten we dat het genoeg was nu. We bleven gezond eten, maar we hoefden niet meer af te vallen.
Toen ging ik naar de eerste klas. In de eerste werd ik niet gepest en voelde ik me happy, en zelfs mijn lichaam kon ik accepteren. De eerste klas was voor mij een prettig jaar. Toen ging ik naar de tweede klas, en kwamen de jongens die mij gepest hadden in de eerste klas. Toen begon het weer.. Ik liep door de gangen en hoorde ‘Jij hebt een dikke kont’, ‘Hé, dikzak’ en van die dingen. Ik was afgevallen, maar toch bleven ze het zeggen…
Toen ging bij mij de knop om. Ik besloot steeds minder en minder te eten, totdat ik bijna niets meer at. Ik viel steeds weer wat kilo’s af. Op school zagen mijn vriendinnen dat ik vermagerde, en ze zeiden tegen me dat ik niet nog meer af moest vallen. Helaas was dit voor mij niet te geloven, want de jongens bleven doorgaan. Als ik ze op de gangen tegenkwam, hoorde ik nog steeds dat ik een dikzak was… ‘Zie je wel, ik ben nog steeds dik!’, dacht ik..
In de zomervakantie ging het helemaal mis, ik begon met braken en at verder bijna niks meer. Op een gegeven moment kon ik niet anders dan het vertellen aan mijn moeder. Toen heb ik mezelf opgesloten in de badkamer en een brief voor mijn moeder beneden neergelegd. Toen ik na een paar uur de badkamer uit kwam, kwam mijn moeder naar me toe. Ze was niet boos, tot mijn opluchting. Maar, ze verwachtte wel dat ik weer ‘gewoon’ ging eten.
Ik kon dit echter niet. Ik durfte niet meer te eten zonder te braken, en at steeds minder en minder. Ik dacht gelukkig te worden door dun te zijn, dunner dan dunst. Op een gegeven moment at ik zo weinig, dat de kilo’s er in een rap tempo afvlogen. Toen werd ik via ggnet, waar ik al een tijdje liep voor andere problematiek, doorverwezen naar de kinderarts. Hij vertelde dat mijn toestand niet kritiek genoeg was om te op te nemen, en stuurde me weer naar huis. Hij vertelde, dat als ik in het weekend niet meer ging eten, ik wél werd opgenomen na het weekend. En dat gebeurde.
Ik werd opgenomen, kreeg sondevoeding en lag aan de hartmonitor. Ik vond het vreselijk moeilijk in het ziekenhuis, en was ook niet gemotiveerd. Na mijn ziekenhuis opname van een maand werd ik voor twee maanden opgenomen in de Ruyterstee in Smilde. Hier heb ik het eten weer opgebouwd, maar ik was nog steeds niet gemotiveerd.. Toen ik na twee maanden weer weg mocht, omdat het echt niet beter ging, lag ik binnen een maand weer in het ziekenhuis. Weer sondevoeding, weer de hartmonitor, weer niet gemotiveerd.
Na mijn ziekenhuis opname ging ik weer naar de Ruyterstee. Ik probeerde echt mijn best te doen, maar kreeg de knop toch niet totaal om. Na 5 maanden ging ik er redelijk goed weg. Ik ging weer stukjes naar school, kwam iets aan, en zat redelijk goed in mijn vel. Toch kreeg ik weer een terugval, maar waarom weet ik nog steeds niet. Ik werd weer opgenomen in het ziekenhuis, voor 3 maanden lang.
Ik kreeg sondevoeding. Ook moest ik dag en nacht aan de hartmonitor, en had ik bedrust, omdat ze niet wisten of mijn hart eten wel zou trekken, en dan betekende het einde verhaal. Ik zat alleen zo diep in mijn eetstoornis dat ik er een kick van kreeg, en iedere dag hoopte dat mijn controles zo laag mogelijk waren. En dat waren ze meestal ook, trots was ik er op.
Dan zou ik mijn eetstoornis trots maken, dan zou ik gelukkig zijn. Terwijl ik nu in zie dat ik zo ziek was. Na mijn opname ben ik naar Rintveld gegaan, waar ik nu inmiddels ruim 2 maanden ben. Toen ik weer in een kliniek werd opgenomen ben ik na gaan denken. ‘Wat wil ik nou in mijn leven’, dacht ik. Ik besefte dat ik niet mijn hele leven ziekenhuis in, ziekenhuis uit, kliniek in, kliniek uit, wil gaan. Wat had ik nou in mijn leven bereikt? Ben ik nu gelukkig? Ik bedacht dat ik al 4 jaar van mijn leven had vergooid aan simpel weg de wens om dun te willen zijn. En dit had me niets gebracht. Enkel een hoop ellende.
Ik liep twee jaar achter op school, had weinig contact met mijn vrienden, zat weer in een kliniek, en sterker nog, ik was bijna dood.
Nu besef ik me dat dit niet is wat ik wil. Ik wil weer leven, ik wil weer gelukkig kunnen zijn, weer kunnen genieten. Ik denk dat mijn knop om is gegaan, doordat ik heb geleerd hoe erg het is om dingen te missen. Om te merken hoe ongelukkig je kunt zijn. Door te merken dat het echt kantje boord kan zijn. Door te merken dat in een kliniek zijn echt niet iets is wat je wilt.
Nu ben ik hard bezig met het vechten tegen mijn eetstoonis, maar dan ook écht vechten. Ik kom aan, eet moeilijke producten, en vooral, leer weer te genieten. Ik heb al heel veel stappen gezet, maar ben er zeker nog niet.
Ik besef me nu pas echt hoe mooi het leven is zonder eetstoornis, en hoe fijn het is om weer van dingen te kunnen genieten. En deze dingen zijn niet mogelijk met een eetstoornis. De knop moet echt op een gegeven moment om gaan om weer beter te willen worden, en om beter te kunnen worden. Het is zo fijn om je leven stukje voor stukje weer terug te krijgen, en je mentaal en fysiek weer beter te voelen.
Ik krijg nu telkens, stukje voor stukje, iets terug van mijn oude leven. Ik mag weer skeeleren, fietsen, wandelen, en leuke dingen doen. Als je die dingen hebt gemist, merk je pas echt hoe belangrijk en fijn ze voor je waren als je ze weer mag doen. Ik hoop dat ik jullie hier mee kan motiveren om nóg harder tegen je eetstoornis te vechten, want het is het zeker waard! Go for it girls!
Geef een reactie