Verkennen van nieuwe wateren

De meeste mensen van mijn leeftijd hebben (gelukkig) niet te maken gehad met een levensbedreigende ontwrichting. Vaak voelt het oneerlijk, dat de golven voor anderen wél behapbaar zijn gebleven. Dat geeft anderen, op een bepaalde manier, een voorsprong.

Begrijp me niet verkeerd – iedereen vaart van tijd tot tijd door ruwe wateren in het leven – maar terwijl de meesten van mijn leeftijdsgenoten op koers bleven, werd ik keer op keer tegen de klippen aangesmeten door sadistische golven vol met zelfafwijzing. De meeste mensen hoefden hun eigen wrakstukken niet alsmaar weer op te rapen of te doen alsof ze dit deden. Zij waren vrij om zich te ontwikkelen terwijl ik vocht voor mijn leven tegen mijn grootste vijand: mijzelf. Vandaag de dag heb ik haast. Haast omdat ik zo veel tijd verloren heb en daardoor gevoelsmatig achter loop.  

Bron foto: Vera

Dit artikel is geschreven door een vrijwilliger van Proud2Bme. Je kunt haar regelmatig tegenkomen in de chats en op het forum. Eerder verschenen de blogs ‘Verlaat het schip‘, ‘Onder water‘ en ‘Keren van het tij’ al online. Daarin schreef ze over de functie van haar eetstoornis en haar ervaring met middelenmisbruik. Dit is voor nu haar laatste blog.

Gezonken Dromen 

De tijd is mijn grootste vijand. Alsof het tik, tik, tikken van elke seconde door mijn hoofd echoot als een tijdbom. En toch, gek genoeg, houdt diezelfde tijd me gevangen in een idyllische versie van het verleden. Nostalgie is de sluwe bondgenoot van de tijd; het vervormt je herinneringen uit zelfbescherming, maar tegelijkertijd is het ook een val.

Mijn brein schildert op dit soort momenten namelijk een zorgeloos verleden, alsof het onvoldoende zwarte verf had om de realiteit te verbeelden. Het is een namaakwaarheid waar ik mezelf graag in verlies. Het is als dromen, maar dan in z’n achteruit. Alsof ik in de wacht sta, tussen wat er nooit was en wat er daarom ook nooit meer zal zijn en dat maakt me rusteloos. Soms voelt het alsof ik al een soort einde heb meegemaakt; dat ik nu leef in geleende tijd. Wachtend op een teken. Op de go na de drie, twee, één, die mij vertelt dat ik weer vooruit mag dromen. Maar hoe vis ik mijn dromen van de bodem van de zee? Ze waren namelijk te zwaar om mee te nemen naar de oppervlakte. Misschien waren ze wel nooit gemaakt om te drijven. 

De Beste Stuurlui Staan aan Wal 

Er knaagt een angst aan mij – dat mensen om mij heen mij niet begrijpen of zelfs veroordelen. De twijfel aan hoe de eerlijkheid over mijn ervaringen ontvangen wordt, maakt elke onthulling beladen. De hele waarheid vertellen vraagt om moed, maar stigma maakt het lastig om dapper te zijn. Soms voelt het alsof ik met mijn verhaal de deur openzet voor oordeel in plaats van begrip. Maar zonder te delen, blijft die deur voor zowel mij als de ander gesloten. 

Onze maatschappij heeft een bekrompen beeld van wat een eetstoornis is en hoe dat eruit zou moeten zien. Het wordt vaak gezien als een probleem van jonge, kwetsbare, slanke meiden die bewust weinig eten omdat ze geobsedeerd zijn door hun uiterlijk en daarmee om aandacht vragen. Hiermee wordt de strijd afgedaan als onzekerheid of ijdelheid. De maatschappij focust op zichtbare symptomen en veronderstelt dat gewicht de kern vormt, waardoor de mentale strijd onderbelicht blijft. Daarnaast wordt er vaak gedacht aan anorexia, terwijl er nog veel meer eetstoornissen bestaan die vaak over het hoofd worden gezien, niet serieus worden genomen of zelfs soms als gedrag worden weggezet. Ook verbaas ik me nog steeds over het feit dat veel mensen anno 2025 nog steeds niet begrijpen dat het gewicht losstaat van het hebben van een eetstoornis.  

Waar iemand met een eetstoornis misschien als hulpbehoevend gezien wordt, bestempelt stigma iemand met een verslaving als gevaarlijk. Mensen met een verslaving worden naar mijn ervaring vaak afgeschilderd als onbetrouwbare junks die hun leven verwoesten door eigen keuzes en daarmee diens naasten meesleuren. Ze worden gezien als mensen die bewust de controle verliezen, voortdurend liegen om aan middelen te komen en crimineel gedrag vertonen. Het stigma impliceert dat ze onverantwoordelijk zijn, zonder echte wil om te veranderen en dat herstel voor hen nauwelijks mogelijk is. 

Stigma’s zijn natuurlijk niet voor niks gevormd. Ze vertellen weldegelijk de waarheid, maar niet de hele en niet die van iedereen. Het is een incomplete waarheid die alle ruimte op lijkt te eisen en de andere waarheden verdoezelt. Het haalt dingen uit hun context en dwingt ze in hokjes waar ze niet in passen. Stigma zorgde ervoor dat ik de mensen om mij heen veel te laat over de eetstoornis heb verteld en dat ik het middelenmisbruik – wetende hoe genadeloos dat werd beoordeeld – voor bijna iedereen heb verzwegen.  

Stille Wateren, Diepe Gronden 

Ieder mens is uniek, net als elke verslaving. Ik was niet die ‘junk’ die elke dag aan het feesten was en tot het gaatje ging tijdens dagelijkse afters tot vroeg in de middag. Ik bedelde niet voor de plaatselijke Albert Heijn om geld en ik vertoonde geen agressief gedrag. Mijn realiteit zag er heel anders uit: ik was (een tijd lang) een hoog-functionerende junk. Eén die op het eerste gezicht mee leek te draaien, maar de schijn ophield. Ik wist hoe ik mezelf moest vermommen. Ik wist te glimlachen wanneer ik keer op keer een half-eerlijk antwoord op de tergende “alles goed?” vraag gaf. Ik was die junk die van ‘s ochtends vroeg tot diep in de nacht snoof, zeven dagen per week. Ik stond er mee op en ik ging er mee naar bed, als ik dat al ging. Ik functioneerde aan de oppervlakte, terwijl ik van binnenuit langzaam verzwolgen werd. 

Zo begon het natuurlijk niet. In het begin geeft het een fijn gevoel. Maar je dacht toch niet dat het je voor altijd dat prettige, bedwelmende high-effect geeft? Na een tijdje zorgde het er alleen nog maar voor dat ik uit bed kon komen, dat ik mijn huis kon opruimen en dat ik kon doen wat er van me verwacht werd. Er galmde geen harde techno beats door mijn huis en ik ging niet naar raves met andere gebruikers. Er waren thuis geen feestjes meer, zelfs niet met mijn huisgenoot, die was namelijk wél op tijd gestopt. Ik vergiftigde mijzelf in mijn eentje met de gordijnen dicht en droeg de schaamte en het verdriet in stilte. Ik was het type junk die niet veel mensen kennen, maar waar er wel heel veel van zijn: ik was een eenzame junk

Wedstrijdzwemmen 

In de tijd dat ik een eetstoornis ontwikkelde, was ik 17 jaar en net begonnen met studeren. De vraag: “Een eetstoornis? Daar ben je toch veel te oud voor?” heb ik op de uni – toen ik om deze reden mijn eerste studie moest opgeven – meerdere keren moeten beantwoorden. Er was veel onwetendheid in mijn nabije omgeving, maar dit was beter dan het begrip wat er online was en hand in hand ging met bewondering en aanmoediging van mijn destructieve gedrag. Het internet was rond deze periode een gevaarlijke plek met pro-ana fora in overvloed. Al snel werd het mij duidelijk dat eetstoornissen heel competitief te werk gaan.

Bij eetstoornissen leek het net alsof er een onuitgesproken hiërarchie werd gehanteerd, met bovenaan anorexia als de ‘elite’ onder de eetstoornissen. Anorexia straalde het meeste discipline en doorzettingsvermogen uit in de ogen van buitenstaanders en lotgenoten, had ik geleerd. Verloor je de controle, dan zakte je in die grimmige rangorde, alsof het alleen maar een gebrek aan wilskracht was en niet een extreem mentaal gevecht. Zelf had ik anorexia en merkte dat ik, om die reden, soms zelfs blij was dat ik dát had, in plaats van een andere eetstoornis.  

Hetzelfde patroon zien we in de wereld van verslavingen. We lijken een soort verdeling te maken die verslaving ordent op een schaal van ‘niet zo erg’ tot ‘uit de hand gelopen.’ Zo vallen alcohol en wiet als we het stigma moeten geloven nog wel mee – beide middelen zijn immers legaal en maatschappelijk geaccepteerd, zolang je het in de hand houdt. Psychedelica? Nee, dat noemen we tegenwoordig ‘natuurlijke bewustzijnsverruimers’. Partydrugs gebruiken is daarnaast toch “gewoon normaal? Iedereen doet dat tegenwoordig.” Deze worden pas als problematisch gezien wanneer iemand ze buiten de juiste context gebruikt. Maar als we verder kijken, zien we dat ditzelfde oordeel ook geldt voor andere soort verslavingen, zoals een gokverslaving, gameverslaving en seksverslaving. Medicijnverslaving wordt ook met verschillende ogen bekeken. Het gebruik van voorgeschreven pijnstillers of kalmeringsmiddelen kan al snel als normaal worden gezien, zelfs als het gebruik schadelijk is. Maar wanneer het op harddrugs aankomt, wordt men argwanend, angstig en de oordelen nóg harder.  

Precies dit is het venijn van stigma: het suggereert dat sommige vormen van lijden erger zijn dan anderen. Alsof de ernst van onze worsteling te meten is aan de middelen of methodes die we gebruiken om ermee om te gaan. Maar in werkelijkheid kan je lijden niet classificeren. Elke vorm van zelfdestructie ontspringt uit dezelfde bron: een brein dat zoekt naar verlichting. De maatschappij lijkt te blijven hangen in stereotiepe opvattingen, waardoor de werkelijkheid van de strijd die mensen doormaken vaak onderbelicht blijft. 

Recht door Zee 

Tijdens het schrijven van deze blogs leer ik niet alleen over de wereld om me heen, maar vooral over mezelf. Zo neem ik jullie graag mee in wat ik me zojuist realiseerde. Terwijl ik de alinea hierboven teruglees, valt me iets op. Ik schrijf over hoe lijden niet te vergelijken is, maar in dezelfde adem meet ik de zwaarte van mijn eigen strijd af tegen die van anderen. Ik noem in de eerste alinea van deze blog mijn golven ‘verwoestend’ en die van anderen ‘behapbaar.’ Ik zie ineens de hypocrisie, de schijnheiligheid, en die realisatie komt hard binnen. De contradictie in mijn woorden laat me afvragen wat mijn werkelijke intenties zijn. Zoek ik erkenning, begrip, of gewoon een manier om mijn eigen pijn een plek te geven? Ik zeg dat ik niet wil vergelijken, maar ik doe het juist om mezelf bestaansrecht te geven, om mijn verhaal te rechtvaardigen. Alsof het lijden alleen maar echt bestaat als het uniek is en het zich onderscheidt. 

Misschien ben ik niet de enige. Misschien zijn we allemaal op zoek naar erkenning – niet alleen om gezien te worden, maar om begrepen te worden. Niet omdat je medelijden zoekt, maar omdat je strijd anders zo… zinloos voelt. Je wilt dat mensen begrijpen waarom je achterloopt, waarom je niet alles aankunt wat van je verwacht wordt. Want zonder die erkenning lijkt alles wat je hebt doorgemaakt verloren te gaan in het vergeten verleden. Misschien is dat wel de kern van stigma: de behoefte aan erkenning en begrip botst met de neiging van anderen om te oordelen, te categoriseren, of zelfs weg te kijken

Maar even eerlijk, iedereen oordeelt, hoe vaak we ook zeggen dat we dat niet doen. Het menselijke brein categoriseert instinctief. Het is een evolutionair reflex om orde te scheppen in onze chaotische wereld. Dit biedt ons een gevoel van veiligheid, maar als het om mensen gaat, kan die neiging ons zicht vertroebelen. We reduceren complexe individuen tot eenvoudige hokjes, vaak gevoed door aannames en angsten. En daar begint het probleem: stigma ontstaat wanneer deze hokjes niet alleen ordenen, maar beperken – wanneer ze vaststaande labels worden die bepalen wie waardig is en wie niet. 

Het doorbreken van stigma vraagt om meer dan goede intenties. Het vraagt om nieuwsgierigheid en bereidheid om los te breken uit die reflex, om werkelijk naar elkaar te luisteren. Misschien begint het bij jezelf, door niet te langer vechten om je eigen pijn te rechtvaardigen, maar accepteren dat het gezien mag worden zonder voorwaarden. Misschien is dat de sleutel tot compassie – niet alleen van anderen, maar ook van jezelf. 

Op Sleeptouw 

Dat ik een eetstoornis had vonden de meeste mensen al erg, maar toch voelde het middelenmisbruik lelijker. Ik was te bang om het te delen, dus ik hield dat deel stil. Mijn verhaal was al zwaar genoeg, besloot ik. De eenzaamheid en schaamte die ik hierdoor in stilte met me meedroeg, had soms een heel andere kleur dan het stigma waarmee ik worstelde. Het gewicht van alles wat ik niet durfde te delen en van de waarheid die ik zelf niet onder ogen wilde komen, probeerde ik te dragen. Desondanks heb ik het toch aan een paar zorgvuldig gekozen mensen verteld. Niet omdat ik het wilde, maar omdat het moest van de verslavingszorg. Dit heeft voor mij meer schade aangericht dan dat het goed deed. Nu droeg ik niet alleen nog mijn eigen pijn, maar ook het schuldgevoel over de pijn die ik anderen had aangedaan door ze met mijn problemen te belasten. Nu, jaren later, ben ik ergens anders bang voor, namelijk, dat ik mijn ‘emotionele krediet’ opgemaakt heb. Alsof de voorraad steun en begrip waar ik recht op zou hebben overschreden is. Dat ik al te veel heb gevraagd en dat er daarom een onzichtbare grens is getrokken waar ik niet meer overheen mag.  

Een vriendin van me zei laatst tegen me dat het eigenlijk te zwaar was om mijn vriendin te zijn en ergens snap ik haar. Ook zij heeft het recht om haar gevoelens uit te spreken en het was denk ik ook absoluut geen fijne periode om mijn vriendin te zijn. Maar die opmerking deed wel zeer. Het voelde alsof mijn angst bevestigd werd: dat ik voor anderen misschien wel een grenzeloze stroom van zorg en negativiteit ben. Zodoende vond ik het altijd makkelijker om mezelf de schuld te geven dan gewoon te luisteren, want luisteren betekent voelen, en dat is oncomfortabel. Luisteren voelt als een aanval op mijn zelfbeeld, want het is niet iets waar ik controle over heb. Dus draaide ik het in mijn hoofd om en nam ik in mijnmijn hoofd de slachtofferrol aan; zocht ik troost in het idee dat ik het toch altijd verkeerd deed, dat ik niet goed genoeg was. Wat ik nu zie, is dat haar pijn geen reflectie was van mijn tekortkomingen. Het is geen kritiek, geen afwijzing, maar een uitnodiging voor verbinding.

Uiteindelijk hebben mijn vrienden en familie mij geholpen om deze angst iets weg te nemen. Vaak denk ik aan wat mijn oom ooit tegen me zei: Those who matter, don’t mind. Those who mind, don’t matter. Het is een gedachte waar ik me aan vasthoud, een reminder dat de mensen die er echt toe doen, degenen zijn die blijven, zelfs al blijf ik voor altijd in gevecht met mezelf. Mijn beste vriendin zei ooit tegen me: “Ik ga jou nóóit verlaten.” Die woorden sprak ze zo vastberaden uit, dat ze een helende kracht werden die ik nog steeds in me voel. Het was het soort onvoorwaardelijkheid dat me het duwtje in mijn rug heeft gegeven om te vertrouwen. Het gaf me de ruimte om, als de situatie daarom vroeg, weer de stap te durven zetten om op haar en op de andere mensen die van mij hielden te leunen. Ik was bang te veel te vragen, bang dat ze moe zouden worden van mij. Toch hebben ze het tegendeel bewezen en dat is het soort liefde dat pijn doet, maar op een mooie manier. 

“Man Overboord!” 

Ik probeer het leven nu door die lens te zien. Langzaam leer ik hoe mijn eigen problemen er mogen zijn. Dat het oké is om soms ruimte in te nemen. Ik heb ervaren dat er een wereld bestaat waarin de mensen die blijven dat doen uit liefde, niet omdat ze het verplicht zijn. Want échte vrienden en familie, zij houden van me zoals ik ben. Het tegenovergestelde van verslaving is niet abstinentie. Het tegenovergestelde van verslaving is verbinding.  

Hoewel ik niet altijd open ben geweest over mijn worsteling en hulp op een gegeven moment niet meer aannam, was de liefde van de mensen om mij heen de enige stabiele factor. Voor een schip zonder haven is geen enkele wind de juiste. Als vuurtorens konden mijn vrienden en familie mij uiteindelijk de weg naar veiligheid wijzen. Dankbaarheid gaat gepaard met schuldgevoelens. Mijn reis heeft hen ook pijn gedaan. Onmacht en frustratie, onbegrip en wanhoop. Naasten dragen een zware last, en toch blijven ze hopen op beter weer. Onderschat hun kracht niet, hun vertrouwen en hoop. Blijf met de mensen om je heen in contact en probeer de schaamte los te laten. 

Heb je op dit moment iemand in je leven die worstelt met soortgelijke problematiek? Dan is dit mijn advies. Om te beginnen heb je in principe drie keuzes; de eerste twee zijn gezond, en de derde is dat niet.  

  1. Er voor iemand zijn: Als je hoe dan ook in het leven van de ander wil blijven. Probeer dan begrip te tonen en te accepteren dat dit hun strijd is, niet de jouwe. Jij hebt hier (helaas) vaak geen zeggenschap over. Wees diegene op wie de ander – wanneer die er klaar voor is om te veranderen – kan terugvallen, zonder druk of verwachtingen.  
  1. Afstand nemen: Dit kan een noodzakelijke stap zijn om jezelf te beschermen. Soms is het beter om (tijdelijk) uit het leven van de ander te stappen, vooral als de situatie te veel pijn doet, als iemand over je grenzen gaat, of je niet meer weet hoe je kunt helpen. Afstand nemen kan een keuze zijn die je maakt vanuit zelfzorg, en dat is oké. 
  1. In de praktijk zie je vaak mensen deze keuze maken, maar ze doen hiermee meer kwaad dan goed. Het is wanneer je in het leven van de ander blijft, maar het gedrag van de ander vanuit machteloosheid of wanhoop wil veranderen. Dit gebeurt dan bijvoorbeeld door te smeken, manipuleren, veroordelen, dwingen, pushen, om te kopen, enzovoort. Dit gaat soms gepaard met het bagatelliseren van hun strijd of met het aanpraten van angst om zo verandering te forceren en zal de situatie alleen maar verergeren. Onthoud dat ware hulp begint met empathie en niet met druk

Neem te tijd om naar de ander zijn of haar verhaal te luisteren. Bied een veilige haven waar kwetsbaarheid welkom is. En je hoeft niet altijd iets te doen, een meelevende blik kan al zoveel betekenen. Je hoeft niet altijd de juiste woorden te vinden, soms is het genoeg om naast hen te staan, samen te huilen of samen boos te worden op al dat er is gebeurd. Jouw aanwezigheid geeft hen de ruimte om te groeien en de kans om, wanneer ze er klaar voor zijn, weer naar de oppervlakte te zwemmen. Wees voorzichtig met het aanmoedigen van veranderingen. Jouw aanwezigheid kan hun anker zijn, zonder ze te sturen.

Het is pijnlijk om iemand te zien worstelen, en de drang om dit te willen oplossen is waarschijnlijk sterk. Maar hun pijn is niet jouw tekortkoming, en hun weg is niet jouw verantwoordelijkheid. Soms zie je nauwelijks vooruitgang, focus daarom op kleine stappen en vier elke overwinning, hoe klein deze ook zijn. Zie deze lichtpuntjes als de sterren die de weg wijzen. Zorg daarnaast eerst voor jezelf, dan pas voor de ander. Blijf altijd in contact met je eigen emotionele kompas en vergeet niet je eigen hart ook van tijd tot tijd te luchten, er is ook ruimte voor jouw worsteling. Zorgen voor iemand met mentale problematiek kan je grenzen testen, dus het is belangrijk om deze te voelen en duidelijk aan te geven. Neem momenten voor jezelf. Probeer de zorgen soms ook even los te laten; ook jij hebt lucht nodig. Weet dat het geen zwakte is, maar wijsheid, om je eigen ruimte op te eisen. Onthoud dat ook jullie de helden in ons verhaal kunnen zijn

Ben je van je Anker Geslagen?! 

Wat ik je wil meegeven is dat zowel mensen met een eetstoornis als mensen met een verslaving (eigenlijk alle mensen die mentale uitdagingen ervaren) worstelen met een diepgaande pijn die ze niet zomaar kunnen verzachten of oplossen. Er ligt vaak trauma aan ten grondslag. Als buitenstaander is het daarom misplaatst om te handelen vanuit een (voor)oordeel. Misschien lijkt het van buitenaf alsof ze ooit kozen voor verstoord eetgedrag of voor het misbruik van middelen, maar niemand kiest vrijwillig voor een eetstoornis, net zomin als dat iemand kiest voor een verslaving. Het zijn wanhopige pogingen om de pijn die eronder verscholen zit weg te maken. Niemand kiest ervoor om mentaal ziek te worden, en niemand kiest ervoor om die strijd in stilte te voeren – ongezien, onbegrepen en opgesloten in een gevecht die de buitenwereld veelal als falen classificeert.  

Ik kan me goed voorstellen dat er meerdere soorten reacties kunnen zijn wanneer ik over de verslaving vertel. De meest voor de hand liggende gedachte is denk ik dat men vooral blij is dat ze niet dezelfde weg zijn ingeslagen. Dit was mijn route, een destructieve niettemin, maar het was wel de mijne. Er waren momenten dat die weg goed voelde. Vertrouwd. Beheersbaar. Had ik sommige trauma’s kunnen vermijden? Absoluut. Had ik de lessen op een andere manier kunnen leren? Nee, dat denk ik niet. 

Soms krijg ik de vraag of wat mij is overkomen mij sterker heeft gemaakt of een soortgelijke opmerking waarbij mensen mij verzekeren dat ik er sterker uit ben gekomen. Zucht… Mijn ontwrichting heeft me getraumatiseerd, onzeker gemaakt, mijn zenuwstelsel ontregeld en mijn hart gebroken. Het heeft mijn neus lelijk gemaakt, gezorgd voor geheugenproblemen, het risico op vele soorten lichamelijke problematiek vergroot en mijn intelligentie aangetast. Het heeft me bijna €100.000,- en veel te veel jaren van mijn leven gekost. Nee, wat mij is overkomen heeft me niet sterker gemaakt, dat heb ik zelf gedaan. Ik ben sterker geworden, niet dankzij, maar ondanks mijn verleden. Met mijn eigen keuzes, met steun van mijn omgeving, en met het werk dat ik elke dag opnieuw blijf doen, heb ik mezelf uit de donkerste dieptes van de zee omhoog gehesen en terug naar het licht gebracht.  

Op Eigen Koers 

Momenteel sta ik weer aan het roer van mijn leven en probeer ik een plek in de metaforische reddingsbrigade te vinden. Ik heb ervoor gekozen om mijn professionele leven over een andere boeg te gooien en me om te scholen. Zo ben ik in september begonnen met de hbo-opleiding ‘Ervaringsdeskundigheid in Zorg en Welzijn’. Een ingewikkelde keuze. Mijn grote idool, Taylor Swift, zong namelijk ooit een vraag die bij deze afweging diep resoneerde: “They say what doesn’t kill you makes you aware. What happens if it becomes who you are?” Mijn ontwrichting heeft me niet het leven gekost, maar het heeft me hyperbewust gemaakt. Met mijn studiekeuze ga ik het antwoord vinden op Taylor’s vraag. Wat gaat er gebeuren, als mijn ontwrichting wordt wie ik ben, tenminste, op professioneel vlak?  

Het voelt dubbel. Is dit mijn zieke kant die geen afstand kan of wil doen van wat mij is overkomen? Om het op een verwrongen manier vast te houden in de hoop dat de erkenning voor mijn lijden wel blijft bestaan? Wat blijft er nog van me over als ik het loslaat? Kan ik er dan nog wel naar teruggrijpen wanneer ik me weer overspoeld voel door het leven? Is het mijn manier om controle te houden; het veilige gevoel van het hebben van een uitweg? Of is het omdat ik me er werkelijk empowered door voel? Omdat ik anderen wil helpen? Misschien ben ik wel echt inspirerend, zoals mij ooit eens is verteld. Misschien kies ik voor de studie, omdat ik eindelijk maar toch iets heb gevonden waar ik goed in ben en waar alles wat mij is overkomen niet voor niks is geweest. Ik heb geen antwoorden op deze vragen en tegelijkertijd heb ik er duizenden. Misschien ben ik gewoon te versmolten met mijn ervaringen, omdat ze me een gevoel van identiteit geven; iets waarnaar ik altijd al heb gezocht. En misschien is dat wel oké. Misschien, in het omarmen van mijn rol als ervaringsdeskundige, leer ik dat identiteit niet vaststaat, maar groeit en verandert – net als ik. Misschien helpt het mij eindelijk de ruimte te vinden om mezelf te herschrijven. Niet als slachtoffer van mijn verleden, maar als iemand die de kracht heeft gevonden om het te gebruiken als bouwsteen voor iets nieuws. Het is een uitdaging; een nieuwe koers vol met ‘misschiens’, en misschien is juist dat de essentie van herstel: niet de antwoorden, maar het lef om door te blijven vragen. Misschien ligt de kracht juist in de zoektocht zelf. Soms is het pas door fouten te maken dat we de diepere waarheden ontdekken, en juist die inzichten kunnen een kompas zijn voor anderen die dezelfde stormen proberen te doorvaren. Een schip op het strand is immers een baken in zee. 

Ook ben ik al twee jaar vrijwilliger bij Proud2BMe. Bij Proud probeer ik te doen wat ik kan om anderen te ondersteunen en inspireren tijdens hun herstel. Momenteel probeer ik dit ook wat dichter bij huis te doen en loop ik stage bij een sociaal wijkteam. Ik ben vastberaden om anderen te helpen; om te laten zien dat het beter kan worden. Ik ga met veel liefde, dat wat mij in het verleden klein heeft gemaakt, omzetten in iets dat anderen kracht kan geven, en daar ben ik trots op. 

Tuurlijk, er zijn dagen dat ik me sterk voel en dagen dat ik struikel. Het is niet ineens alleen maar rozengeur en maneschijn. Het kan nog steeds stormen en de golven kunnen nog steeds ongelooflijk hoog zijn. Ik worstel nog steeds, en dat zal ik misschien ook wel voor altijd blijven doen. Herstel is een proces. Het is niet lineair en misschien hoeft dat het ook niet te zijn. Misschien is herstel gewoon het vinden van een manier om het leven te leven terwijl je de scherven van het verleden stukje bij beetje weer aan elkaar lijmt. Ja, ik ben gebroken, maar mijn scherven vertellen een verhaal dat niemand anders kan vertellen. Ze weerspiegelen kracht en zwakte, liefde en haat, confrontatie en herkenning. Maar het allerliefste wil ik dat ze het belangrijkste weerspiegelen: hoop. 


Kom bij Proud2Bme gratis en anoniem in contact met lotgenoten, ervaringsdeskundigen, psychologen en diëtisten. Op ons forum kun je jouw verhaal delen en/of vragen stellen. Ook kan je dagelijks met ons chatten (de agenda vind je hier). Wij staan voor je klaar.

Gastauteur

Geschreven door Gastauteur

Deze blog is geschreven door een gastauteur Je bent altijd welkom om een gastblog in te sturen. Meer informatie lees je op deze pagina

Reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *