Een eetstoornis is eigenlijk iets heel geks. Het gaat namelijk volledig tegen de natuur van de mens in. Iemand zonder eetstoornis zal dan ook echt niet begrijpen waarom iemand van de een op andere dag (bij wijze van) besluit te stoppen met eten. Eten heb je toch gewoon nodig? Dus waarom zou je in hemelsnaam daar opeens mee ophouden? Rationeel gezien weet je dat zelf natuurlijk ook wel, maar je gevoel zegt heel wat anders.
Ik heb het altijd vrij lastig gevonden om aan andere mensen uit te moeten leggen wat een eetstoornis precies is. Ik wist namelijk dat mensen het niet zouden begrijpen. Want ja, het is natuurlijk ook heel erg raar dat je niet op een normale manier met eten om kan gaan. Eten is een onderdeel van het leven dus waarom zou je daar moeilijk over doen? Ik wist dat andere mensen het niet zouden snappen, maar eigenlijk snapte ik ook bijzonder weinig van mezelf.
Ik weet dat ik niet dom ben, maar ik vind wel dat ik heel dom heb gedacht. Mijn omgeving zei het in mijn eetstoornisperiode vaak ook: ‘Hoe kan zo’n slim persoon nou zulke domme dingen doen?’ Zij vonden het raar dat ik zo gestoord over eten kon denken. Terecht ook wel. Verstandelijk wist ik dondersgoed dat ik eten nodig had om in leven te blijven. Ik wist heus wel dat ik niet aan zou komen van gewoon normaal eten. Maar opeens was die panische angst daar dat het bij mij anders zou zijn en dat ik wel kilo’s aan zou komen.
Het is toch eigenlijk bizar dat je verstandelijk alles zo goed weet, maar dat je gevoel langzaam maar zeker mijlenver daar vandaan komt te staan. Dat je weet dat je van die boterham geen kilo’s aankomt, maar dat alles in jouw lichaam schreeuwt dat het wel zo is. Ik vind het in ieder geval maar apart. Het laat ook wel de gekte en de heftigheid van eetstoornissen zien. Mensen met eetstoornissen zijn stuk voor stuk intelligente mensen. Hoe kan het dan dat zo’n grote groep elke dag weer tegen hun verstand ingaat en naar hun gevoel blijft luisteren terwijl ze dus ergens wel weten dat het niet klopt?
De eetstoornis zit dus duidelijk op het gevoel en het zal ook steeds erger worden. Aan het begin van mijn eetstoornis was ik er nog niet zo heilig van overtuigd dat ik van een plak kaas op brood dik zou worden. Maar hoe langer de eetstoornis duurde, hoe gekker die overtuigingen werden en hoe banger ik voor al het eten werd.
Ik kon mijn eetstoornisvriendinnen uit die tijd haarfijn uitleggen dat ze niet normaal en gezond aten. Ik wist ze te vertellen wat er dan precies niet goed was en wat ze dus anders zouden moeten doen. Ik wist ze ook te vertellen dat ze echt 100% zeker niet zouden aankomen van zo’n normaal eetpatroon. Mijn eetstoornisvriendinnen vertelden mij echter precies hetzelfde, maar we geloofden elkaar eigenlijk nooit. Zij vertrouwden niet op mijn woorden en ik vertrouwde niet op hun woorden. Ik dacht alleen maar dat ik er wel dik van zou worden. Mijn lichaam zou vast anders werken dan die van de rest.
Het vechten tegen een eetstoornis is daarom zo ontzettend moeilijk, omdat je constant heen en weer geslingerd wordt tussen verstand en gevoel. Je kan alles zo goed beredeneren, maar je gevoel zegt heel wat anders. Om beter te worden, zal je ook vol tegen je gevoel in moeten gaan. Dat is doodeng, want ergens blijft de overtuiging dat je kilo’s aan gaat komen en dat wil je niet.
Toen ik de strijd met de eetstoornis aan ben gegaan, betekende dat ik tegen al mijn onrealistische angsten in moest gaan. Ik moest vertrouwen hebben in wat iedereen in mijn omgeving tegen mij zei en wat ik eigenlijk zelf ook al wel wist: ik zou niet dik worden. Ik moest dus gaan vertrouwen op mijn lichaam en dat vond ik knap lastig.
Uiteindelijk heb ik ervaren dat alle leugens van de eetstoornis en mijn gevoel gewoon echt niet klopten. De eetstoornis probeert jou van alles wijs te maken maar het is echt niet waar. Ieder lichaam is anders maar tegelijk is ieder lichaam ook hetzelfde. We hebben allemaal eten nodig om in leven te blijven. Dat geldt dus ook voor jou ook al maakt de eetstoornis jou wijs dat het niet zo is.
Mijn verstand en gevoel zijn inmiddels wel weer dichter bij elkaar gekomen. Zo ‘gek’ als dat ik vroeger dacht, denk ik nu niet meer. Ik ben heel blij dat ik de strijd tussen mijn verstand en gevoel ben aangegaan. Het heeft me laten inzien dat mijn angsten niet terecht waren. Ik heb dat bereikt door het simpelweg maar te ervaren.
Dit is iets wat ik ook graag aan jou mee wil geven. Ik weet dat je heel moeilijk op je verstand kan vertrouwen en dat jouw gevoel je ontzettend in de weg zit. Maar beter worden van de eetstoornis is eigenlijk constant tegen je gevoel ingaan. Jouw angsten zijn leugens die de eetstoornis jou vertelt en zijn daarom niet waar. Ga je angsten aan. Het zal het helemaal waard zijn.
Geef een reactie