Je bent net klaar met de middelbare school en je moet een studie keuze maken. Je hebt een eetstoornis, je bent veel met eten bezig… met kcal, hoeveel suikers en vetten er in voeding zitten en met hoe je zo snel mogelijk veel kan afvallen. Je interesse voor voeding is daarmee misschien wel gegroeid. Misschien niet op een positieve manier, maar je bent er wel heel veel mee bezig en daardoor kan je het gevoel hebben dat het je enorm interesseert, ook om andere redenen dan alleen om de eetstoornis. De keuze voor de opleiding voeding en diëtetiek of een andere voedingsgerelateerde opleiding is misschien dan al snel gemaakt.
Natuurlijk kan dit ook samen gaan en kan het heel goed zijn dat je oprecht heel graag deze opleiding wil volgen. Toch is het opvallend dat ontzettend veel mensen met een eetstoornis of problemen met het zelfbeeld kiezen voor een voedingsgerelateerde opleiding. Hetzelfde zien we vaak ook bij psychologie opleidingen en psychische problemen.
Het kan ontzettend lastig zijn om te onderzoeken waarom je nou graag juist die opleiding wil doen. Is dit om ook op die manier zoveel mogelijk met eten bezig te zijn? Is het omdat je onbewust hoopt
op die manier nog meer te weten kan komen over hoe jij zoveel mogelijk in korte tijd kan afvallen? Of is het omdat je op een positieve manier met voeding om wil gaan en graag mensen wil helpen die problemen hebben? Hierin kan alles door elkaar heenlopen. Een studiekeuze is al lastig, maar wordt hierdoor al helemaal moeilijk gemaakt.
Voeding en diëtetiek
Bij de HBO opleiding voeding en diëtetiek wordt je opgeleid tot voedingsdeskundige of diëtiste. Je helpt mensen met bijvoorbeeld dieetadvies sneller herstellen van een operatie, je helpt mensen met over- of ondergewicht of richt je op mensen met een specifieke ziekte. Er zijn overigens ook universitaire opleidingen en masters die gericht zijn op voeding.
Keuze vanuit ziekte of echte ambitie?
Wanneer je een studiekeuze moet maken, ga je op dat moment uit van de dingen die op dat moment in jouw leven spelen en de dingen die je dan belangrijk vindt en waarvan je weet dat je daar iets mee wil gaan doen in de toekomst. Het is niet gek om te denken dat je mensen wil helpen met dingen die gerelateerd zijn aan eten op het moment dat je het er zelf moeilijk mee hebt. Je weet hoe het voelt en je wil anderen graag helpen. Daarnaast heb je er waarschijnlijk inmiddels ook veel kennis door gekregen en heb je het gevoel dit te kunnen. Het behoort tot een soort veilige wereld. Het hoeft ook niet per se verkeerd te zijn om op basis hiervan een keuze te maken voor je studie, maar in veel gevallen is dit niet een heel goede basis. Dit komt doordat het vaak onduidelijk is of je dit wil vanuit oprechte interesse en ambitie die is opgebouwd door de dingen die je hebt meegemaakt in je leven en die jouw gevormd hebben, of dat dit zo is omdat je daarmee hoopt jezelf te genezen of omdat je daardoor juist meegaat in je eetstoornis.
Een studiekeuze is ontzettend belangrijk omdat je daarmee voor een heel groot deel richting geeft aan jouw toekomst. Wanneer je een eetstoornis hebt kan het op dat moment heel leuk en interessant lijken, maar wanneer je genezen bent kan het heel goed zijn dat je daar anders in staat. Misschien wil je dan wel helemaal niet meer in dat vakgebied werken voor de rest van je leven. Wil je niet meer met eten bezig zijn, ook niet als dit op een heel andere manier is.
“Inmiddels ben ik 28 en ik was 17 toen ik mijn studiekeuze ‘moest’ maken. Ik heb de studie voeding en diëtetiek zeker om de verkeerde reden gekozen. Ik had geen idee wie ik precies was, laat staan dat ik wist wat ik wilde studeren. Ik weet nog dat ik heel erg twijfelde tussen fysiotherapie en voeding en diëtetiek. Maar gedachtes als ‘dan weet ik straks nog beter hoe ik kan afvallen’ en ‘dan vinden mensen mij leuker/mooier’ en ‘dan word ik beter in sporten’ speelden zeker mee in mijn beslissing om voor voeding en diëtetiek te kiezen.
Ik vond het spannend om naar een nieuwe school te gaan en niemand te kennen. Ik was erg onzeker, had weinig zelfvertrouwen en durfde niet echt een praatje te maken met nieuwe mensen (wat had ik nou voor leuks/interessants te melden?). In plaats van dat ik energie stak in contact opbouwen met mijn nieuwe studiegenoten stortte ik me helemaal in mijn ‘veilige’ eetstoornis. In pauzes ging ik al snel niet meer mee met andere studiegenoten, want dan moest ik ook wat eten en ik wilde liever lopen om kcal-en te verbranden.
In mijn studieperiode heeft mijn eetstoornis zich echt ontwikkeld en zat ik er middenin. Natuurlijk heb ik niet door mijn opleiding een eetstoornis gekregen, maar het heeft voor mij zeker geen positieve invloed gehad. Ik leerde van alle producten hoeveel kcal er in zaten. Ik was een wandelende NEVO-voedingswaardentabel geworden (wat ik toen fijn vond, daarna heeft het me echt jaren gekost om niet meer automatisch een kcal-getal te zien en te tellen bij wat ik at).
We moesten bijvoorbeeld ook een aantal dagen zelf een natriumarm dieet volgen zodat we wisten hoe het voor een cliënt aanvoelt om verplicht een dieet te moeten volgen. Dus thuis kon ik opeens ‘legaal’ alle producten op de weegschaal leggen, zonder dat ze dat thuis vreemd gedrag vonden. Ik werd echt steeds obsessiever in al die dingen, had veel ‘verkeerde’ kennis voor mijn eetstoornis gekregen en kon gedrag wat normaal gesproken gezien zou worden als vreemd gedrag makkelijk verklaren als ik dat ik dat deed voor mijn studie als serieuze en gedreven student.
Later, toen ik wel wist wat ik graag zou willen doen heb ik wel spijt gehad van die keuze. Ik had graag een andere studie gedaan, maar een 2e studie is gewoon echt niet te betalen als je het wettelijke collegegeld moet betalen. Ik heb hierdoor meerdere jaren werk gedaan wat ik eigenlijk niet wil en waar ik niet gelukkig van werd, met het idee dat ik nou eenmaal geen andere richting meer op kan. Nu volg ik een studie naast mijn werk die ik echt graag wil doen en ik zie alles eigenlijk wel als een mooi en leerzaam proces, maar als je er logisch over nadenkt is mijn verkeerde studiekeuze gewoon zonde van de verloren jaren.
Vorig jaar was er op mijn oude hogeschool een dag voor alumni georganiseerd en ik was daar met mijn zus naartoe. Ik vond het best wel verdrietig om aan die periode terug te denken. Geen leuke herinneringen of mooie momenten. Het was voor mij een herinnering aan een hele eenzame periode. Mijn herinneringen bestaan uit tussenuren vullen met eenzaam door de gangen lopen om kcal-en te verbranden. Niet gezellig met andere studenten lunchen, lachen en kletsen, want dan ‘moest’ ik eten en dat wilde/durfde ik niet.
Dit is natuurlijk mijn ervaring, dus zo zal het zeker niet voor iedereen zijn.Al had ik tijdens mijn studie al het idee dat er meerdere meiden waren die om de verkeerde reden de studie hebben gekozen en die mening heb ik eerlijk gezegd nog steeds. Ik denk zeker voor meiden die al hier op de site zitten en er aan denken om voeding en diëtetiek te gaan studeren, het goed is dat ze zich afvragen wat de werkelijke reden is dat ze deze studie willen gaan volgen. In je studiekeuze zouden geen gedachten mee moeten spelen als dat je dan denkt beter af kunt vallen.” – Marianne
Wat is jouw motivatie?
Het is dus belangrijk om er achter zien te komen waarom je deze opleiding graag wil doen. Dat kan best lastig zijn, omdat je door je eetstoornis ook echt interesse kan krijgen voor dit soort dingen. Het kan heel lastig zijn omdat dingen door elkaar gaan lopen en het onderscheid maken tussen gezonde en ongezonde redenen lastiger wordt.
1. Wat wilde je vroeger worden?
Soms kan het helpen om te bedenken wat je vroeger wilde worden. Dat hoeft natuurlijk niet hetzelfde te zijn als wat je nu wilt, want wanneer je ouder wordt en je ontwikkelt, veranderen je interesses vaak ook. Toch kan het al veel zeggen als je op jonge leeftijd al mensen wilde helpen bij bepaalde ziektes of diëten. Wanneer dit heel erg veranderd is, kan het interessant zijn om eens te denken over de redenen hiervan.
2. Wat wil je met deze opleiding?
Het kan zo zijn dat je graag mensen wilt helpen en dat voeding en dietetiek dan een voor de hand liggende keuze is omdat je daar toevallig al veel over weet. Maar het kan ook juist verstandig zijn om mensen te helpen op een heel andere manier. Er zijn zoveel opleidingen en beroepen waarbij je mensen helpt. Denk bijvoorbeeld alleen al aan het werken bij een klantenservice, het werken in een ziekenhuis, bejaardentehuis of in een winkel. Of het werken met vrijwilligers, bij een uitzendbureau, etc. Er zijn zoveel mogelijkheden. Bedenk jezelf waarom jij neigt naar deze opleiding en bekijk de alternatieven waarbij je ook doet wat je wil doen. Op die manier kun je er achter komen waarom je dat graag wil en wat je beweegredenen zijn.
3. Verwissel met anderen van gedachten
Het kan ontzettend helpen om je studiekeuze in combinatie met je eetstoornis te bespreken met andere mensen. Denk bijvoorbeeld aan je ouders, vriendinnen of klasgenootjes, of bijvoorbeeld een docent. Die kunnen vaak op een wat subjectievere manier kijken naar jouw redenen voor een bepaalde keuze en een docent heeft ook inzicht in wat jij kan en doet op school.
4. Gesprek met loopbaanbegeleider of decaan
Een gesprek met een loopbaanbegeleider of decaan kan ook heel veel inzichten geven. Diegene kan vaak op een heel andere manier naar een opleiding en de keuze daarvan kijken en met jou onderzoeken wat je echt wilt.
5. Plaats het in de toekomst
Bij zo’n belangrijke keuze is het belangrijk om je af te vragen of dit ook iets is wat je over 5, 10 of 20 jaar nog leuk vindt. Als je bijvoorbeeld psychologie studeert, kun je ervoor kiezen om in de psychiatrie en direct met cliënten te werken, maar je kunt ook in een arbeidssituatie terecht komen. Het is ontzettend breed en er is vanalles mogelijk. Besef dat als je voor voeding en diëtetiek kiest, je ook verschillende kanten op kunt maar waarschijnlijk wel vast zit aan thema’s rondom voeding. Bedenk jezelf of dit iets is waar je ook in de toekomst nog mee bezig wil zijn. Ook wanneer je genezen bent van je eetstoornis.
“Toen ik op mijn 14e mijn eetstoornis ontwikkelde deed ik HAVO met het profiel economie en maatschappij. Ik wist echter nog niet wat ik wilde worden. (Nou ja, oké, musicalster leek mij wel wat.) Vanwege mijn eetstoornis heb ik mijn studie moeten stoppen en draaide mijn leven een aantal jaar alleen om herstel. Op vakantie in Nieuw-Zeeland had ik heel veel tijd om na te denken, letterlijk vanaf een afstandje. Ik zag ineens in waar ik mee bezig was, te bizar voor woorden en ik besloot op dat moment om het roer om te gooien. Mensen helpen, ondersteunen, informeren en behoeden voor alles waar ik zelf mee te maken heb gehad. Dat is de reden voor mij geweest om studies in de richting van sport en voeding te volgen. Om de gezonde kant te laten zien aan mensen en ook om zelf een voorbeeld te kunnen zijn. De studie heeft mij geholpen, juist omdat ik erg veel feiten te horen kreeg en met mijn neus op de feiten werd gedrukt dat ik in mijn hoofd vooral heel veel eigen waarheden had verzonnen die nergens op sloegen. Ik heb een boek geschreven met mijn visie op gezond leven (en vooral anti diëten en ik ben er heel trots op dat ik nu van wat ooit mijn grootste vijand was, nu mijn passie, vriend en werk heb gemaakt.
De leuke kant van voeding, sporten en lekker leven!” – Marjolein.
Het kan natuurlijk ook gewoon een goede keuze zijn om deze studie te gaan doen maar juist omdat het net even wat ingewikkelder ligt, denk ik dat het belangrijk is hier extra goed over na te denken en je eigen redenen hiervoor te onderzoeken. Het is ontzettend zonde om door je eetstoornis de verkeerde studie te kiezen, waardoor je nog meer en nog vaker geconfronteerd wordt met alles rondom voeding, wat misschien wel helemaal niet zo goed voor je is.
Geef een reactie