Er zijn in de DSM-5 drie voedingsstoornissen opgenomen die niet vergelijkbaar zijn met de eetstoornissen Anorexia Nervosa, Boulima Nervosa of Binge Eating Disorder. Dit zijn de drie voedingsstoornissen Pica, Ruminatiestoornis en ARFID. In de DSM-5 zijn deze drie voedingsstoornissen samengevoegd met eetstoornissen tot één categorie. In deze blog zal ik je meer vertellen over de voedingsstoornissen Pica, ruminatiestoornis en ARFID.
Pica
Bij Pica is er een onweerstaanbare drang om oneetbare dingen te eten. Dan kun je denken aan aarde, stenen, plastic, ontlasting, takken, batterijen of verf. Het grote verschil met bijvoorbeeld Anorexia en Boulimia is dat het bij deze voedingsstoornis niet gaat om gewichtsverlies.
Probleem: Het eten van oneetbare voedingsmiddelen kan leiden tot lichamelijke klachten.
Oorzaak: Net als bij andere eetstoornissen is er niet één oorzaak te benoemen, vaak is het een combinatie van factoren. Pica wordt soms in verband gebracht met een ijzertekort. Het pica-item zou dan niet toevallig zijn gekozen, maar is een onbewuste poging om het gebrek aan een voedingsstof te compenseren.
Vaak zie je dat er naast Pica ook een ontwikkelingsstoornis of een psychische stoornis is vast gesteld. Bij kinderen tot een jaar of 3 is het eten van niet-eetbare dingen een normale vorm van leren wat wel en niet eetbaar is.
Behandeling: Bij behandeling is het noodzakelijk om de gevolgen in kaart te brengen (mogelijke vergiftiging, verstopping, perforaties van de ingewanden). Er is weinig onderzoek gedaan naar de behandeling van pica. Soms is pica gewoontegedrag dat doorbroken moet worden, soms moet de persoon leren wat wel en niet eetbaar is en/of is er sprake van stress in het gezin, verwaarlozing of mishandeling.
Criteria DSM V:
A. Persisterend eten van niet voor consumptie bestemde stoffen gedurende een periode van minstens 1 maand.
B. Het eten van niet voor consumptie bestemde stoffen past niet bij ontwikkelingsniveau van de betrokkene.
C. Het eetgedrag maakt geen deel uit van een cultureel geaccepteerde gewoonte of sociale norm.
D. Indien het eetgedrag voorkomt in de context van een andere psychische stoornis (zoals een verstandelijke beperking (verstandelijke ontwikkelingsstoornis), een autismespectrumstoornis of schizofrenie), een somatische aandoening of een zwangerschap, is het ernstig genoeg om afzonderlijke aandacht te rechtvaardigen.
Ruminatiestoornis
Bij een ruminatiestoornis wordt het gegeten voedsel vanuit de maag weer teruggehaald in de mond. Hier wordt het vervolgens weer doorgeslikt of uitgespuugd. Dit is een vrij zeldzame stoornis. Het terughalen van eten is niet vanwege een eetstoornis of als gevolg van een lichamelijke oorzaak.
Probleem: Bij kinderen zie je vaak een groeistoornis. Bij volwassenen kan dit gedrag leiden tot sociaal isolement. Daarnaast lichamelijke klachten zoals aantasting van het tandglazuur en de slokdarm.
Oorzaak: Weinig stimulatie, verwaarlozing, stressvolle levensomstandigheden of problemen in de ouder-kindrelatie. Bij baby’s en mensen met een verstandelijke beperking kan het een zelftroostende functie hebben.
Behandeling: Een ruminatiestoornis kan worden behandeld met cognitieve gedragstherapie.
Criteria DSM V:
A. Herhaalde terughalen (regurgitatie) van voedsel gedurende een periode van minstens 1 maand. Het teruggehaalde voedsel kan opnieuw worden gekauwd, of worden ingeslikt of uitgespuugd.
B. De herhaalde regurgitatie (terughalen voedsel) kan niet worden toegeschreven aan een samenhangende gastro-intestional of andere somatische aandoening (zoals gastro-oesofageale reflux of pylorusstenose).
C. De eetstoornis treedt niet uitsluitend op in het beloop van anorexia nervosa, een eetbuistoornis of een vermijdende/restrictieve voedselinnamestoornis.
D. Indien de symptomen optreden binnen de context van een andere psychische stoornis (zoals een verstandelijke beperking (verstandelijke ontwikkelingsstoornis) of een andere neurologische ontwikkelingsstoornis), zijn deze ernstig genoeg om afzonderlijke aandacht te rechtvaardigen.
ARFID
ARFID is een redelijk nieuwe voedingsstoornis. De afkorting ARFID komt van Avoidant Restrictive Food Intake Disorder (Vermijdende/restrictieve voedselinnamestoornis). Bij ARFID wordt voedsel met een bepaalde kleur, structuur of kleur vermeden. Deze stoornis kan voorkomen bij zowel kinderen, adolescenten als volwassenen.
Probleem: Het kan leiden tot gewichtsverlies en/of psychosociale problemen.
Oorzaak: Een traumatische ervaring met voeding zoals een braakincident, zich verstikt hebben in voedingsmiddel, een ontwikkelingsstoornis of een voedselintolerantie.
Behandeling: Er is vrij weinig onderzoek gedaan naar behandelingsmethoden voor ARFID. Eerst moet er sowieso gekeken worden of de oorzaken van organische aard zijn. Onderliggende oorzaken zoals angst en trauma kunnen worden aangepakt met bijvoorbeeld cognitieve gedragstherapie.
Criteria DSM V:
A. Een eet- of voedingsstoornis die blijkt uit een aanhoudend niet voorzien in de eigen voedings-en/of energiebehoeften, samenhangend met één (of meer) van de volgende kenmerken:
– Significant gewichtsverlies (of het niet bereiken van de te verwachten gewichtstoename, of achterblijvende groei bij kinderen).
– Significante voedingsdeficiëntie.
– Afhankelijkheid van enterale sondevoeding of orale voedingssupplementen.
– Een duidelijk interfereren met het psychosociale functioneren.
B. De stoornis kan niet beter worden verklaard doordat er te weinig voedingsmiddelen beschikbaar zijn of door een ermee samenhangende cultureel gesanctioneerde gewoonte.
C. De eetstoornis treedt niet uitsluitend op in het beloop van anorexia nervosa of boulimia nervosa en er zijn geen aanwijzingen voor een stoornis in de wijze waarop het lichaamsgewicht of de lichaamsvorm wordt ervaren.
D. De eetstoornis kan niet worden toegeschreven aan een gelijktijdig optredende somatische aandoening en kan niet beter worden verklaard door een andere psychische stoornis. Wanneer de eetstoornis zich voordoet binnen de context van een andere aandoening of stoornis, is de ernst van de eetstoornis groter dan wat normaal bij deze aandoeningen of stoornissen worden gezien en is afzonderlijke aandacht gerechtvaardigd.
Bron: Beknopt overzicht van de criteria DSM-5, American Psychiatric Association – Foto’s: Pexels
Heb jij ervaring met een van deze voedingsstoornissen en wil je jouw verhaal (anoniem) delen. Mail ons dan: redactie@proud2Bme.nl
Geef een reactie