Als eerste opstaan en de afwas doen, kunnen koken en beschaafd taalgebruik: allemaal voorbeelden van volwassen gedrag. Op jonge leeftijd kreeg ik vaak complimenten over mijn volwassenheid, over het feit dat ik zo onafhankelijk was en het spelen al snel achter mij liet. Ik dacht veel na en verloor mijn kinderlijkheid al erg snel en ging op in een volwassen bestaan. Hoewel mensen mij complimenteerden, ben ik er snel achter gekomen dat het mij meer pijn deed dan goed. Ik wilde wel kind zijn, maar ik kreeg de kans niet. Hoe gezond is het nou echt om zo ‘volwassen’ te zijn als kind?
Altijd de jongste zijn in gezelschappen, de eerste die werkt, de eerste die al denkt aan sparen voor een hypotheek en het opbouwen van een spaarrekening. Er zit een charme in het zijn van een kind en dat is de onbezorgdheid. Het mateloos kunnen genieten van een moment zonder dat zorgen om de toekomst de kop opsteken. Op het moment dat je gedwongen bent om snel op te groeien en een volwassen rol op je te nemen kan je die kinderlijkheid kwijtraken.
Farah is sinds 2021 gastblogger bij Proud2Bme. Ze blogt onder andere over haar ervaringen met eergerelateerd geweld, trauma’s, opgroeien in een instelling als minderjarige en hoe ze het contact heeft verbroken met haar familie. Je vindt al haar blogs via de tag ‘Farah blogt‘.
Speelsheid in volwassenen is juist een compliment waard. Laatst zat ik met vriendinnen op de bank ‘s avonds en gaven we elkaar complimenten. Ik vertelde een van hen dat ik het oprecht heel bewonderenswaardig vindt hoe zij kan opgaan in het moment, als een kind. Ze is al negentien en keek mij verontwaardigd aan, want ze was geen kind meer, toch? Maar ik kan juist van haar leren, van haar speelse houding, van haar positiviteit op stressvolle momenten. Dat maakt haar niet kinderachtig, maar juist een erg fijn persoon waar ik – en velen met mij – een voorbeeld aan kunnen nemen.
Daarnaast heb ik talloze meiden ontmoet in de jeugdzorg, velen daarvan waren te snel opgegroeid en vulden hun dagen met zorgen over de toekomst. Dit is en was totaal niet hun fout, maar het pleegde wel een aanslag op hun mentale welzijn. Ook als het niet nodig was, zorgden zij altijd voor anderen. Ze namen een moederlijke rol op zich, konden koken en schoonmaken alsof ze het al jaren deden en ze leerden hun gevoelens maskeren. Het waren jonge kinderen – nu ik er zo op terugkijk. Destijds leken ze in mijn ogen groot, want ik was meestal ouder of rond dezelfde leeftijd. Maar nu zie ik pas de wonden die hun traumatische verledens hebben achtergelaten. Die pleegden een aanslag op hun verdere jeugd en tekenden hun persoonlijkheid. Ze werden vaak geprezen: “Oh wat ben je al volwassen”, maar deze kinderen hadden juist de ruimte nodig om kind te zijn.
Mijn eigen volwassen gedrag was een copingstrategie om overal mee om te gaan. Er was vaak veel aan de hand en ik was als kind in een positie gezet die ik als kind niet op mij kon nemen, dus dan maar als volwassene. Ik wist rationele oplossingen te bedenken voor emotionele problemen en vulde daarmee een emmer aan weggestopte emoties en kinderlijke behoeften. Later in mijn leven speelden deze behoeften weer op en ik merkte dat ik iets miste: ik wil weer kind zijn. Ik wil weer opgaan in de zorgeloosheid die ik eigenlijk nooit heb gekend en ik wil weer verzorgd worden zonder dat het mij angst aanjaagt. Ik wil kunnen vertrouwen op volwassenen en even kunnen rusten in mijn eigen chaos.
Gedurende mijn tijd in de jeugdzorg ben ik vaak geprezen om mijn volwassenheid als kind. Destijds beschouwde ik dat als een compliment, nu zie ik het als een tekortkoming van de zorg. Er was geen ruimte voor mij om kind te zijn. Dat komt ook door de trots die ik had in mijn volwassen houding. Die houding is gevoed door social workers die dachten mij een plezier te doen, maar uiteindelijk ben ik er meer door benadeeld. Als een kind zich volwassen gedraagt, heeft het kind net zo goed een kinderlijke behandeling nodig. Een volwassen houding van minderjarigen mag geen reden zijn voor verwaarlozing, maar is juist een uitnodiging tot verandering. Geef ze de kans, laat ze kind zijn, want juist dat is een doorbraak. Volwassenheid komt later wel de kop opsteken.
Het is niet gek om later in je leven behoefte te hebben aan kinderlijke verlangens. Geef eraan toe. Geef jezelf de ruimte die je als kind gemist hebt. En zelfs als je die ruimte wel hebt gehad en je daadwerkelijk kind hebt kunnen zijn – ook dan mag je soms pauzeren. Ook dan mag je soms opgaan in kinderlijke bezigheden, want hoe fijn is het om soms weer even kind te zijn?
Geef een reactie