Voor als je hoop in eetstoornisherstel zoekt

Herstellen van een eetstoornis is voor de één een langere weg dan voor de ander, maar één ding is zeker: het is een lange weg. Een lange en zware weg. Een weg waarin je soms door de bomen het bos niet meer ziet. Een weg waarop je wel een miljoen keer tegen diezelfde steen aanloopt. Een weg waarop je motivatie en soms ook hoop verliest. Vaak heb ik gedacht: kan ik dit wel? Ik kom geen steek vooruit. Denk jij dat ook wel eens? Toch waren er momenten die me hoop gaven. Of waar ik achteraf meer hoop uit had kunnen halen dan ik op dat moment ervoer. Die dingen geef ik je graag mee. Zodat jij daar weer hoop uit kan putten. Want hoop doet leven.

Een eetstoornis is hardnekkig

Na de relatief korte periode dat ik anorexia had, ontwikkelde ik boulimia. De eetbuien begonnen redelijk klein, subjectief te noemen zelfs. Met man en macht probeerde ik ze te beperken. Ook de gevolgen ervan probeerde ik te beperken. Niet aankomen. Minder eten. Afvallen. Hoe harder ik vocht, hoe groter de eetbuien leken te worden. En toen ik mezelf had ‘geleerd’ om over te geven, was er geen houden meer aan. De eetbuien waren enorm, vaak waren het er meerdere per dag. Een hele dag kon zo opgaan aan eten, eten, eten, om het vervolgens weer te compenseren. En dan begon het riedeltje weer opnieuw. Ik was ten einde raad. Ik kwam hier niet uit. Dus ik meldde me aan voor een eetstoornisbehandeling.

Ik kreeg een eetlijst mee en had twee keer per week een groepsbehandeling. Er was ruimte voor hoe ik mij voelde en ik wist precies wat ik moest doen en wat ik wilde. Stoppen met die eetbuien. Gewoon de eetlijst volgen. Maar hoe goed ik ook wist wat mijn doel was, zo moeilijk vond ik het om dat doel te behalen. Niet één keer, maar twee, drie, vier, vijf. Maanden, nee, jarenlang heb ik nog eetbuien gehad. Dat gegeven vond ik ontzettend moeilijk. Want hoe kan iets jaren lang duren als je weet dat je iets niet meer wilt en je best doet om het te veranderen? Een eetstoornis is hardnekkig. Dat maakt dat de hoop je soms ontschiet. Daarover schreef ik meer in de blog ‘Steeds dezelfde fouten maken‘.

De schade beperken

Op gegeven moment was het me gelukt. Ik kwam bij mijn therapie en kon zeggen: ik heb een week geen eetbui gehad. Daarna ging het weer grandioos mis. Maar die week, die was me gelukt. En hoewel mijn hoop daarna weer even hard in duigen viel, was hij op dat moment absoluut aanwezig. Hoe het me was gelukt om een week geen eetbui te hebben? Helaas kon ik niet zeggen dat de week zorgeloos was verlopen en zonder gekke sprongen van een kat in het nauw. Ik ben m’n huis uitgevlucht bij eetbuidrang. Heb meerdere keren per dag onder de douche gestaan. Ben soms veel eerder naar bed gegaan om de dag maar af te sluiten. Dit was niet hoe ik mijn leven wilde leiden, maar het was wel gelukt om geen eetbui te hebben. Er was een kleine verandering. De schade was beperkt en daar ging het voor nu even om. Dat gaf hoop.

Het was een kleine stap verder. Een stap waar ik achteraf misschien meer bij stil had mogen staan en wat ik nu aan jou mee kan geven. Ook deze stapjes – al zijn ze niet perfect, maar beperken ze slechts de schade – zijn al stapjes. En misschien gaat het nog honderd keer mis met eetbuien, maar je hebt laten zien dat je iets hebt kunnen veranderen. En het begint echt bij die kleine stapjes. Daarop kan en ga je verder bouwen.

Meer dan een eetstoornis

Iets anders wat mij hoop en iets om op te bouwen gaf, waren de momenten dat ik ervoer dat ik meer was dan de eetstoornis die ik had. Of dat ik de eetstoornis op bepaalde momenten zelfs even was vergeten. De momenten dat ik het oprecht gezellig had met mijn vrienden of familie. De momenten dat ik echt even opging in iets dat ik voor mezelf deed. Uitkijken over het Scheveningse strand, knuffelen met m’n vriend, lachen met m’n vrienden, hallo zeggen tegen vreemden, spelen met de band, opgaan in een schilderij, wandelen door het museum. Misschien was de eetstoornis op die momenten niet altijd weg, maar in zekere zin had het er ook niet echt invloed op; dit zou ook zonder eetstoornis allemaal blijven bestaan.

Het voelde misschien niet alsof ik verder kwam in mijn behandeling en herstel, maar toch leken dit soort momenten vaker voor te komen. Achteraf gezien was dit toch een teken van het feit dat er iets aan het veranderen was. Iets dat jij misschien ook over het hoofd ziet, maar wat je wel echt als een teken mag zien. Iets waar je misschien ook bewuster bij stil mag staan. Niet alleen omdat het hoop geeft, maar omdat het ook een bewijs tegen die eetstoornis is. Omdat jij zo veel meer bent dan je misschien denkt te zijn. Dat je waardevolle momenten mee kan maken met anderen, of gewoon met jezelf. Dat jouw gewicht, wat je eet, je onzekerheid of zelfs de trauma’s die je hebt, helemaal niet afdoen aan de persoon die jij bent.

Toen ik middenin mijn eetstoornis zat, was alles één grote bubbel. Ik herinner me eerlijk gezegd vrij weinig van dingen die niet met de eetstoornis te maken hadden. Misschien dat, als ik destijds bewuster stil had gestaan bij wat niet de eetstoornis was, ik dat wel had onthouden en er meer hoop uit had kunnen putten. Misschien is dat iets waar jij nu iets aan kan hebben, dat ik zelf heb gemist.

Terugkijken op een langer proces

Herstellen van een eetstoornis gaat niet van vandaag op morgen. Het kan maanden, soms zelfs jaren duren. Dat betekent niet dat het ook maanden of jaren heel erg slecht hoeft te gaan. Het kan wel. Het is echt voor iedereen anders. Hoe verleidelijk het ook is om dat te vergelijken en te oordelen of jij het ‘goed genoeg’ of ‘slecht’ doet, pakt dat vergelijken vaak niet heel positief voor je uit. Laat je zeker inspireren door anderen, maar blijf jezelf altijd vergelijken met jezelf. Er is er maar één van jou en we bewandelen allemaal ons eigen pad, daarin is geen goed of fout. Wat voor mij wel helpend was om te vergelijken, was het ene jaar met het andere jaar. Voor een ander misschien de ene maand met de andere maand, maar dat was voor mijzelf eerlijk gezegd een te korte overbrugging om het verschil te merken. Al wil dat niet zeggen dat het verschil er niet was.

Stapjes kunnen soms zo klein of diep van binnen zijn, dat je ze niet ziet. Net als bij de kleine wijzer van de klok zie je op het eerste gezicht geen beweging, maar zie je na loop van tijd toch dat er iets is veranderd. Soms worden al die kleine of innerlijke stapjes pas echt opgemerkt na een langere tijd. Dus vergeet niet om daar af en toe ook op terug te blikken. Misschien zal niet alles geleidelijk beter gaan en val je op sommige vlakken ook weer terug, maar herstel is dan ook weer geen rechte lijn. Ook groei daarin gaat met ups en downs. Twee stappen vooruit en dan weer drie terug en vervolgens weer twee vooruit, één terug, twee vooruit. Dat zijn een hoop stappen terug misschien, maar nog meer vooruit. Zie de stappen die je zet op korte en lange termijn. En zelfs al val je terug; besef dat je bewijs hebt dat je iets kan veranderen. Dat verandering mogelijk is. Laat het hoop geven.

Die verandering zit overigens niet altijd in het daadwerkelijke eten. Het ging voor mij om veel meer dan simpelweg stoppen met eetbuien. Het ging om een bepaalde houding naar mezelf. Vergevingsgezindheid. Er mogen zijn. Voor mezelf zorgen. Welk verschil kan je daarin merken met de tijd? 

Hoop is een kwestie van doen

In de meeste gevallen komt hoop je niet aanwaaien, is mijn ervaring. Soms vind je het ‘per ongeluk’ onderweg. Maar de keren dat ik echt hoop heb ervaren, kwam dat omdat ik er bewust iets voor deed. Niet omdat ik bewust op zoek ging naar die hoop, maar omdat ik bewust iets probeerde tegen die eetstoornis te doen. Ik schrijf ‘probeerde’, omdat het niet altijd lukte. Zeker in het begin ging het negen van de tien keer helemaal niet zoals ik het wilde. Maar als die ene keer maar het kleinste beetje verandering liet zien, kon dat een sprankje hoop zijn. Dat ‘doen’ hoeft helemaal niet altijd iets groots te zijn. Het hoeft niet eens altijd te lukken. Maar je moet het wel proberen. Ervoor openstaan. Er iets mee doen. Die hoop zelf creëren. Een andere weg zoeken. Iets nieuws proberen. Iets een kans geven, al weet je niet of het werkt. Erover praten. Steun zoeken. Hulp aanvaarden. Dat ervaringsverhaal opzoeken. 

Je hoeft het niet alleen te doen, maar je moet het wel zelf doen. En dat is eigenlijk ook heel goed. Weer leren vertrouwen op je eigen krachten. Zelf iets doen en opmerken wat het betekent. Al is het nog iets kleins, kan die betekenis groot zijn. Een sprankje hoop. You can’t start a fire without a spark. Wat voor mij vooral betekent dat er niet ineens een groot vuur hoeft te zijn, maar dat een vonkje, iets heel kleins, al voor een hoop verschil kan zorgen.

Wat geeft jou hoop in eetstoornisherstel?

Lees ook onze blogs over motivatie.


Kom bij Proud2Bme gratis en anoniem in contact met lotgenoten, ervaringsdeskundigen, psychologen en dietisten. Op ons forum kun je jouw verhaal delen en/of vragen stellen. Ook kan je dagelijks met ons chatten (de agenda vind je hier). Wij staan voor je klaar.

Irene

Geschreven door Irene

Reacties

5 reacties op “Voor als je hoop in eetstoornisherstel zoekt”

  1. grappig dat er weer een blog is die op mijn dagboekje lijkt die ik moest verwijderen…zie het maar als een compliment 😉

    1. Ach dan is het maar voor een groter doel 👍🏻

  2. Hele mooie blog!! Deze raakte mij "Omdat jij zo veel meer bent dan je misschien denkt te zijn. Dat je waardevolle momenten mee kan maken met anderen, of gewoon met jezelf. Dat jouw gewicht, wat je eet, je onzekerheid of zelfs de trauma’s die je hebt, helemaal niet afdoen aan de persoon die jij bent." Het gaan zien dat náást de eetstoornis nog steeds goede dingen kunnen en mogen bestaan, heeft veel uitgemaakt voor mijn herstel. Wat mij vooral hoop heeft gegeven, zijn de momenten dat ik begon te merken dat als ik anders (milder/helpender) met mijzelf omging, dit echt een verschil maakte in hoe ik me voelde. Ook al viel ik qua gedrag nog heel vaak terug, door hier minder negatief over te zijn (minder te verdoordelen), merkte ik dat de algehele negativiteit minder werd en ik me beter begon te voelen. En dat ook op andere gebieden voor mezelf zorgen en opkomen voor mezelf hierdoor beter ging. Los van de eetstoornis dus stapjes zetten in mijn ontwikkeling, hielp mij om verder te komen en in elk geval een ietsaangenamer leven te creëren. Ook dat ben ik gaan zien als herstel (i.p.v. alleen alles m.b.t. eetgedrag) en gaf hoop dat ik als persoon in z’n geheel wel verder aan het ontwikkelen was.

  3. Weet je dat dat eerste punt me raakt? En weet je waarom? In mijn gespecialiseerde eetstoornistherapie (n.b. in de kliniek waar Proud aan verbonden is) was er geen ruimte om voldoende stil te staan bij de momenten waarop ik verandering (hoe klein ook) had bewerkstelligd. De verwachtingen waren er gewoon. Geen eetbuien, niet braken, niet laxeren, niet automutileren, je gewichtslijn halen. Drie keer toch niet aan die eisen voldaan? Jammer voor je: je mag een week thuisblijven voor een time-out. Toe aan je 3e time-out? Pech, einde behandeling. Uitdaging voltooid? Geen ruimte om even te wennen, maar hup, door. Vertel, wat wordt de volgende?

    Ik kon best aan die verwachtingen voldoen. Op de automatische piloot aankomen maar. Maar dat werd mijn valkuil, want ik onderdrukte daarmee ook al mijn gevoelens. Ik zag zelfs mijn hele gewichtstoename over de behandeling niet eens als een klein succesje. Ja, ik ben van ver gekomen, maar het was gewoon een verwachting. Wat had ik het fijn gevonden als er een behandelaar was geweest die tegen me had gezegd wat jij hier schrijft. Die enig idee had hoe loodzwaar het eigenlijk was. Die de milde stem van de gezonde volwassene kon verwoorden in plaats van de veeleisende ouder (om in schematherapeutische termen te spreken). Die in staat is om in therapie niet alleen maar het gevoel van falen over te brengen als het even moeilijker gaat.

    De situatie die ik nu beschrijf, was 12 jaar geleden. Ik hoop van ganser harte dat jullie inmiddels als ervaringsdeskundigen ook een adviserende rol hebben binnen de therapie van de kliniek. Dat jullie de (veelal niet ervaringsdeskundige) therapeuten kunnen vertellen hoe belangrijk het is om erkenning te geven en stil te staan bij ministapjes. Hoe belangrijk het is om die zevenmijlslaarzen uit te trekken en niet te veel te verwachten van clienten. Dat doen ze vaak al van zichzelf.

  4. “Je hoeft het niet alleen te doen, maar je moet het wel zelf doen”

    Wauw, die ga ik onthouden!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *