Ik kom uit een groot gezin. Mijn vader overleed in mijn vroege kinderjaren. Later werd ik misbruikt, gepest, verwaarloosd en kreeg ik te maken met geweld. Mijn eigenwaarde en zelfbeeld zakten totaal onder nul. Praten kenden we niet in mijn gezin, laat staan over emoties. Al snel raakte ik in de knoop met mezelf. Ik begon op mijn 14e met automutileren en niet veel later ontwikkelde ik een eetstoornis. Ik doorliep met veel pijn en moeite mijn VWO. In het laatste jaar was mijn mentor de eerste persoon die mij dwong te praten. Het enige wat ik toen kon vertellen was dat het niet goed ging, dat ik destructief was en niet voldoende at. Negen maanden later zat ik voor het eerst in een kliniek…
Hoewel de opname in de kliniek toen misschien goed en nodig was, was het ook de start van 10 jaren verslechtering, hospitalisatie en het vinden van mijn identiteit in het psychiatrisch patiënt zijn. Ik neem jullie in deze blog graag mee in een stukje van die 10 jaar durende reis naar vandaag de dag. Vooral omdat ik uit die negatieve vicieuze cirkel heb weten te stappen en omdat ik hoop dat mensen zich aangesproken voelen en hoop halen uit mijn verhaal.
Toen ik in mijn eerste kliniek kwam, vond ik het een verademing dat ik ineens niks meer hoefde: geen verantwoordelijkheid meer van het dagelijks leven. Ik deed een HBO studie en was au-pair. Mensen kwamen me opzoeken. Ik hoefde niet zoveel initiatief te nemen en ik werd allerminst vergeten. Sterker nog: ik werd ineens veel meer gezien dan ervoor. Ik wás immers een gewone 1e-jaars studente die lekker haar ding deed,… maar nu een speciaal iemand, want: opgenomen. Die aandacht beviel me wel. Thuis was ik nooit gezien en ik had dus ook wel wat in te halen.
Na negen maanden kliniek vond ik echter ook wel dat ik weer wat moest bereiken in het leven. Hup, weer aan de studie. Na 5 weken stortte ik alweer in. Met name, omdat ik nog helemaal niet aan de kern van het probleem had gewerkt, maar alleen had geleerd hoe ik weer gezond kon eten en hersteld was in gewicht. Bovendien was het ook wel heel erg overweldigend, al die taken die in de buitenwereld dan weer op je liggen te wachten. De vier jaren die daarna volgden gingen vrijwel altijd volgens hetzelfde patroon:
Toch maar iets studeren, maar zodra het moeilijk werd, mijn angst en spanning toenamen, werd ik destructief, deed ik iets wat gevaar voor mezelf of anderen opleverde, werd ik opgenomen en stopte ik zelf met studeren of werd ik van de opleiding gehaald.
In alle (crisis)opnames die voorbij kwamen ervoer ik die heerlijke rust van niks hoeven, geen angst om fouten te maken en geen verantwoordelijkheden. Iemand die bij je komt kijken als je niet bij het ontbijt bent. Die zorg, die aandacht… Ik vond het wel prima! Waarom zou je de wijde wereld intrekken als je ook kunt leven in de psychiatrie? Ik kan nu zeggen: Omdat je het waard bent in de wijde wereld te leven in plaats van in de wereld van de psychiatrie!
Na die jaren van proberen te studeren gaf ik het op. Terugkijkend ben ik me vanaf toen compleet gaan gedragen als psychiatrisch patiënt. Mijn blog ging ik openstellen voor iedereen onder het mom van ‘Taboe rondom de psychiatrie doorbreken’. Mijn Instagram stond vol met destructiviteit onder hetzelfde mom. Mijn Facebook was een aaneenschakeling van indirecte berichten over hoe zielig ik eigenlijk wel niet was.
Ik zakte steeds dieper en dieper weg en op een bepaald punt had ik zoveel hulp om me heen, dat ik op geen enkel terrein in mijn leven meer eigen verantwoordelijkheid hoefde te dragen. Ik was overal het zorgenkind, de psychiatrisch patiënt.
Tot ik een jaar of 3 geleden een nieuwe behandelaar kreeg. Ze had mijn dossier gelezen en na de 1e kennismaking was ze gelijk heel duidelijk: “We gaan het anders doen.” Ze heeft me heel open en eerlijk verteld hoe ze naar mijn geschiedenis, mijn dossier keek en hoe ze een patroon zag ontstaan. Een patroon dat wel te verklaren was, maar dat niet gezond was en doorbroken moest worden. Daar gingen we samen een plan voor maken. Stap 1 was gauw helder: géén opnames meer. En ja, dat was afkicken. Écht afkicken, maar met de hulp van mijn behandelaar hield ik vol.
Wat het hele ‘aandacht/zorg/gezien worden-verhaal’ in stand hield en dus mijn identiteit van psychiatrisch patiënt zijn, waren mijn social media. De berichten die ik daar plaatste en de reacties die ik daar op kreeg voedden mijn verslaving. Daarom vond mijn behandelaar het verstandig dat ik na ging denken of ik daar niet mee wilde stoppen. Uiteindelijk besloot ik te stoppen. Eerst kreeg ik de angst dat ik vergeten zou worden, maar dat bleek al snel niet zo te zijn.
Ik besloot daarna nog 1x een intensieve therapie te gaan doen, een opname. Een opname? Ja, na 9 maanden geen crisisopnames meer gehad te hebben was ik mijn hospitalisatie wel te boven en bovendien was dit een behandelopname en ging ik dus elk weekend naar huis. In deze therapie wilde ik leren hoe ik weer de wijde wereld in kon trekken. De gewone wereld, de wereld buiten de psychiatrie. Ik was er bang voor geworden. Echt bang, want in de gewone wereld moet je dingen, heb je verantwoordelijkheden te dragen, kun je fouten maken, hebben mensen verwachtingen, word je geacht iemand te zijn. Maar wie was ik? Ik wist niet meer wie ik was, behalve dat ik psychiatrisch patiënt was.
Gelukkig heb ik na bijna een jaar opname grotendeels antwoord gevonden op wie ik ben! En dan ontdek je leuke en minder leuke kanten aan jezelf. Net zoals ieder ander mens die heeft. Met die beide kanten moest ik de buitenwereld in. Dood-eng. Tegelijkertijd wist ik inmiddels ook zo zeker dat ik niet meer terug wilde naar waar ik vandaan kwam. De buitenwereld geeft zoveel meer moois! Zoveel vrijheid! Ik kan nu gaan en staan waar ik wil, zonder dat er een afdeling is waar ik rekening mee moet houden, gezette tijden voor de maaltijden enz. Ik kan vrienden uitnodigen om te logeren, een hotelletje boeken wanneer ik maar wil. Mensen zien nu mij als mens in plaats van mijn ziekte!
Stapje voor stapje heb ik kleine dingetjes opgepakt. Dat is me niet aan komen waaien. Ik heb daarin echt zelf stappen moeten zetten. De regie genomen! Inmiddels werk ik alweer geruime tijd als ervaringsdeskundige in de GGZ. Het geeft me zoveel voldoening, zoveel eigenwaarde dat ik me nu nuttig kan maken in die buitenwereld waar ik altijd zo bang voor ben geweest. Natuurlijk ga ik nog wel eens onderuit en is elke nieuwe stap weer even eng en word ik weer onzeker, maar dat hoort er ook een beetje bij!
Vier jaar geleden stond ik te boek als chronisch psychiatrisch patiënt. Ik ben niet genezen. Ik heb nog steeds 1x in de week een uurtje therapie, maar daarmee houd ik me staande. Het verschil zit ‘m er in dat ik geen psychiatrisch patiënt meer bén, maar Anne Sophieke. Ik heb nog steeds zorg, liefde en aandacht nodig. Net als ieder ander mens en misschien velen van ons nog wel wat extra’s, omdat we zo vaak te kort gekomen zijn.
Pak de regie, blijf niet hangen in je ziekte. Gebruik het niet als excuus om het echte leven niet te hoeven leven. Je doet jezelf daarmee tekort! Jij bent meer waard dan psychiatrisch patiënt zijn. Stap uit de slachtofferrol (zeg niet te snel: daar zit ik niet in) en neem je verantwoordelijkheid. Die kun je zelfs nemen als je dit leest, terwijl je nu ergens opgenomen bent. Neem initiatief. Stel zelf voor je lijst op te hogen, maak zelf een dagplanning, vraag om een gesprekje, doe een suggestie voor een leuke groepsactiviteit, nodig een vriend(in) uit voor een kopje thee, zet eens een leuke tekening op je Instagram. Regie pakken kan zelfs zijn: “Wil je me helpen met..?” Regie pakken betekent namelijk niet: ik moet het alleen doen.
Fotografie: Tatiana
Deze blog kwam oorspronkelijk online in 2018
Geef een reactie