‘Ik schud zijn hand! Waarom schud ik zijn hand?!’ Roep ik vol verbazing uit. Samen met mijn vriend sta ik in een rustig steegje, in de drukke stad. Een uur geleden zaten we nog bij de Hema. Niet wetend dat mijn vader een tafel achter mij zat en mijn kant op zou komen.
Ik was aan het vloggen. Mijn filmcamera had ik mee en stond aan op tafel. Alles staat op beeld. Samen kijken we de beelden terug. Ik zie hoe ik dichtsla. Hoe ik zijn hand schud. Hoe ik de tranen in mijn ogen krijg van de misselijkheid als hij weer wegloopt. Ik kijk ernaar en zie het allemaal gebeuren. Dat dit nog geen uur geleden gebeurd is vind ik maar moeilijk te begrijpen. Het voelt alsof ik naar iemand anders kijk, een meisje dat ikzelf niet ben. Ik kan me niet meer herinneren dat ik zijn hand heb geschud. Pas als ik echt diep graaf herinner ik mij de klamme hand. Het is dus echt gebeurd. Waar was ik dan? Waarom weet ik dit niet meer?
Ik merk dat ik ontzettend veel wil typen maar niet zo goed weet waar ik moet beginnen. De afgelopen maanden heb ik veel aan dit moment gedacht. We wonen immers in dezelfde stad. De kans dat ik hem ooit tegen zou komen was in principe elke dag aanwezig. Omdat ik hem al jaren niet meer gezien heb en ik elk jaar sterker werd, wist ik zelf niet zo goed wat dit met mij zou doen. Juist hierom ben ik er bang voor geweest. In de afgelopen jaren ben ik ontzettend boos geweest. Op hem, wat er is gebeurd, in welke positie hij mij geduwd heeft. Ik heb medelijden gehad, met mijzelf, maar ook met hem. Het is een complexe situatie geweest die veel gevoelens heeft gekend. Ik wist niet hoe ik echt zou reageren als ik hem zou zien. Zou mijn boosheid getriggerd worden? Word ik misschien juist heel angstig of sla ik volledig dicht? Ik wist het echt niet.
‘Jij bent Lonneke, toch?’
Terwijl hij mij op mijn schouder klopt en vertelt dat hij mij ‘heel goed kent’ slik ik even. Dit is zo’n opmerking waar ik mij voorheen ontzettend druk om kon maken. ‘Je kent mij helemaal niet!’ Is iets wat ik dan het liefst zou willen roepen. Want hij kent mij ook niet. Hij weet misschien nog dat ik motorisch niet zo handig ben en overal tegenaan liep vroeger, dat ik van komkommer-sap hield en grote, zure appels. Dat ik de snoepjes uit het bakje van mijn zusje pakte als ze niet keek en uiteindelijk een eetstoornis kreeg. Iets wat hij later aanstellerij zou noemen. ‘Ze moet ook altijd iets hebben..’ Meer dan dat weet hij niet. Hij weet niet hoe hard ik geknokt heb om te zijn waar ik nu ben. Hij heeft geen idee wat voor opleidingen ik heb gedaan, dat ik jarenlang therapie heb gehad. Dat ik stond te huilen in het politiebureau toen ik aangifte deed tegen hem. Hij weet het niet, wil het misschien niet eens weten.
Ik werd niet boos. Ik bleef rustig. Het voelde alsof mijn buik een zee was geworden en ik meevoer op de golven die ook een orkaan hadden kunnen zijn. Ik voelde dat ik boos had kunnen worden, maar ik ervoer ook dat ik dit kon laten gaan. Dat ik ‘gewoon’ kon blijven ademen en dat het oké was. Ik voelde dat ik niet bang was. De angsten die ik altijd zo heb gekend waren plots verdwenen. Ik voelde even helemaal niks. Behalve zijn klamme, warme hand.
Toen mijn vriend en ik samen buiten stonden en ik de wind weer kon voelen, zakte de misselijkheid een beetje. Samen hebben we het over het voorval en kijken we de video terug. Op dat moment voelde het even zo onwerkelijk. Ik kon maar moeilijk beseffen wat er was gebeurd en wie ik een hand had gegeven. ‘Hij leeft dus nog..’ Schiet er meermaals door mijn hoofd. We blijven kijken. Ik zie hoe mijn vader zich naar mijn vriend beweegt. Deze blijft stug zitten en weigert een hand te geven. ‘Het is tijd om te gaan.’ Laat hij hem rustig weten. Mijn vader snapt de hint en loopt uiteindelijk weer weg. Terug naar de tafel waar hij schijnbaar al die tijd al had gezeten. Ik moet een beetje lachen om de reactie van mijn vriend. Hij kijkt een beetje bozig en steekt zijn arm niet uit als mijn vader hem een hand wil geven.
Terwijl ik een beetje grinnik merk ik dat ik ook zo wil zijn. Ik wil dit ook kunnen. Ik wil ook bij mijn gevoel kunnen op dat moment, die hand weigeren en vertellen dat ik hier niet op zit te wachten. Maar ik doe niks. Ik kijk ernaar en laat het gebeuren. Mijn vriend geeft mij een knuffel en vertelt dat mijn reactie compleet normaal is. Ik reageerde uit een reflex, een impuls. ‘Dat is ook wel zo’, knik ik. Ik herkende hem in eerste instantie helemaal niet. Ik reageerde vooral op mijn naam die ik hoorde voordat ik een hand in mijn gezicht gedrukt kreeg.
‘Ik kan nog lachen.’
Door dit soort situaties merk ik dat ik toch stil ga staan bij mijn proces en waar ik nu ben. Ik probeerde mij voor te stellen hoe ik hier jaren geleden gereageerd zou hebben en ergens maakt dit mij verdrietig. Ik denk dat ik vrij snel weer was gaan rommelen met eten, ontzettend angstig was geworden en de rest van de dag huilend in bed had gelegen. Ondertussen kan ik hier gelukkig iets beter mee omgaan.
Ik heb niet huilend in mijn bed gelegen. Ik heb aan mijn vrienden verteld wat er die dag is gebeurd. Dit heb ik niet gefilmd, maar ik vond het wel belangrijk dat zij wisten wat en hoe ik mij voelde op dat moment. Dit hielp mij om de spanning te minderen en toch ruimte te maken voor de leuke dingen. De rest van de dag ben ik mijn angsten niet uit de weg gegaan. Ik ben in de stad gebleven, ben niet weggegaan omdat ik bang was hem weer tegen te komen. Ik heb gedaan wat ik anders ook zou doen, als ik hem niet had gezien. Omdat ik dat wilde doen. Omdat ik daar zin in had.
Ik heb oprecht plezier gehad, ook al ben ik die ochtend even door elkaar geschud. Ik wil mij niet meer laten leiden door de angsten uit mijn verleden en ik denk dat ik een goeie stap heb gezet. Alles waar ik bang voor was, is niet gebeurd. Ik heb geen pijn, ik leef nog en ik ben oké. Ik kan nog lachen. Hij heeft niks meer van mij ontnomen en dat zal hij ook nooit meer doen. Het heeft even geduurd, maar ik heb mijzelf vrij gevochten. Misschien ben ik er nog niet helemaal, maar ik ga het niet meer uit de weg. Ik kan het aan. Op dit soort momenten besef ik mij dat ik niet mijn verleden ben. Het lukt mij steeds beter om mijzelf hier los van te zien en die vrijheid te ervaren.
Hoe vrij zie jij jezelf van jouw verleden?
Geef een reactie