Hij heeft het gelezen, ik zie het toch zelf? En van haar heb ik ook al een dag niets gehoord. Ik heb toch een vraag gesteld? Hebben ze geen zin meer in mij? Zijn mensen mij gewoon zat? Ik weet dat ik overdrijf, maar toch voel ik het zo. Naast de overweldigende golf van onzekerheid die door Facebook en Instagram over je heen kan komen, kan ook WhatsApp een beproeving zijn. Ik voelde mij onzeker en zocht overal bevestiging in. Het resultaat? Alles bevestigde dat ik niet leuk genoeg was, zelfs de onbeantwoorde appjes.
Urenlang kon ik staren naar mijn scherm. Ik had hem al vier keer online zien komen, maar nee hoor, nog steeds geen reactie. Elke minuut vulde ik zelf in wat er aan de hand kon zijn en wat ik verkeerd gedaan zou kunnen hebben. Na een uur wist ik het zeker. Het is klaar en het komt nooit meer goed. De spanning was inmiddels zo hoog opgelopen dat ik moest vechten tegen de tranen. Ik maakte mijzelf helemaal gek. Ik wist wat ik aan het doen was en toch kon ik het niet stoppen. Ik kon geen vertrouwen hebben in mijzelf en in de situatie. Deze spanning kon mijn hele dag overhoop halen. Zoals wel vaker kon het met iets heel kleins beginnen en eindigde het met eetbuien, braken en veel slapen.
Eigen angst
Mijn eigen gevoel om minder waard te zijn en mijn angst om verlaten te worden nam hier altijd een loopje met mij. Het was iets van mij, dat wist ik, niemand kon hier iets aan doen. Of het nu ging om een Facebook uitnodiging die ik niet had gekregen, foto’s die ik voorbij zag komen van vrienden die samen waren of berichten die niet beantwoord werden, ik voelde mij altijd afgewezen. Niet omdat iemand mij afwees, maar omdat ik dat zelf invulde en het daarbij liet.
Het ging niet vanzelf weg, dat had ik op een gegeven moment door. Tegelijkertijd was ik de enige die hier iets aan kon doen. Ik mag best die angst voelen, maar nu projecteerde ik het op mijn telefoon en op die andere persoon. Ik projecteerde al mijn angst op een situatie die daar niets aan kon doen. Niemand kon er iets aan doen dat er bij mij toevallig een onzekere-knop werd ingedrukt, want niemand deed dat express. Het is best wel verleidelijk om gewoon chagrijnig te worden op de ander. Waarom zeg je niet gewoon iets terug, want hoe moeilijk kan het nou zijn? Waarom zeg je niet gewoon dat je mij nu even niet zo leuk vindt? Ik had alles al ingevuld en zelf kwam ik daar nooit goed vanaf. Op dat moment was ik ook moeilijk op andere gedachte te brengen, dus zou het misschien helpen als ik het niet meer zo ver zou laten komen. Het enige dat al die tijd aan de hand was, was mijn hoofd die zich druk maakte. Dat maakte het een ding. Een groot ding. Dat is niet erg, maar dan moet het daar over gaan.
Vragen zonder oordeel
Er zijn wel duizend redenen te bedenken waarom iemand later antwoord. Er kunnen honderd dingen tussen gekomen zijn die ervoor zorgen dat een antwoord even op zich laat wachten. Honderd redenen die niets met jou te maken hebben. Het feit dat iemand even wacht met reageren, om welke reden dan ook, hoeft niets ergs te zijn. Je zou ook kunnen bedenken hoe fijn het is dat iemand de tijd neemt om over het antwoord na te denken of te wachten tot hij of zij daar alle aandacht voor heeft. Misschien verdien je dat, in plaats van een reactie ‘omdat het moet’. Dat is eigenlijk heel waardevol en het zou nog fijner zijn als je dat echt zou kunnen voelen.
Eigenlijk was mijn vraag niet; waarom reageer je niet? Mijn vraag was; Ben ik nog wel leuk genoeg? Ik ben ineens zo bang, diep van binnen, dat ik nu of straks ineens niet meer leuk genoeg ben? Misschien weet ik niet eens waar het nu vandaan komt, daar zal ik over nadenken, maar het neemt nu alle ruimte in mijn hoofd in beslag. Kunnen we het daarover hebben?
Toen ik die link kon leggen en steeds sneller tot die kern kon komen, werd het makkelijker. Die angst werd natuurlijk niet makkelijker en het was nu zeker niet opgelost, maar ik wist wel waar het over moest gaan. Die angst zat er en dat was iets van mij. Iets dat in mij zat en dat zich telkens aan mij op zou dringen als ik er niets mee zou doen. Nu was het dit onbeantwoorde appje, over een maand een ander bericht, over een jaar dat onbeantwoorde telefoontje.. Het zal telkens een nieuwe manier vinden om naar boven te komen, dus kon ik niet anders dan het de ruimte geven. We weten allemaal hoe onbenullig en suf het klinkt als het over een WhatsApp bericht gaat, ik schaamde mij altijd ontzettend als ik daar zulke heftige gevoelens aan over hield. Maar de angst om verlaten te worden en niet goed genoeg te zijn is iets wat we denk ik allemaal herkennen. Iets heel normaals en tegelijkertijd iets heel vervelends. Iets wat de ruimte moet krijgen om ermee om te kunnen leren gaan, wat een aanleiding ook is.
Open zijn
Mij hielp het om hier open over te zijn. Niet over dat vinkje dat ik al de hele dag had gezien en over de hoeveelheid keren dat ik hem online had zien komen maar toch nog niets gehoord had, want daar ging het niet over. Waar het wel over ging was mijn onzekerheid en mijn angst om iemand kwijt te raken. Mijn angst om niet goed genoeg te zijn. Ik moest daar iets mee en hoewel niemand daar iets aan kon doen, betekende dat niet dat ik er niet over mocht praten. Het betekende niet dat ik hier alleen mee moest blijven zitten. Niemand hoefde het voor mij op te lossen, maar praten hielp wel om het kwijt te kunnen en er objectiever naar te kijken. Uit die gesprekken kreeg ik meer bevestiging dan uit een snelle WhatsApp-reactie.
Praten hielp mij om het een plekje te geven en mijn angsten te relativeren. Die angsten hadden er al die tijd gezeten en hoe heftig mijn reactie ook was, die reactie was wel mijn gewoonte geworden. Ik had mijzelf niet veel anders aangeleerd dan in paniek te raken en aan mijzelf te gaan twijfelen. Door erover te blijven praten en mijn gedachten hierover te blijven spiegelen, kwam ik erachter dat mijn beleving vrijwel nooit reëel was. Met dit in mijn achterhoofd kon ik werken aan een reactie die voor mij veel prettiger en helpender zou zijn. Een reactie die niet bestond uit in paniek raken, maar die liever was voor mijzelf en voor mijn onzekerheden. Al mijn angsten mogen er zijn, maar er is nu gelukkig meer ruimte om te relativeren.
Herken jij deze onzerheid? Hoe ga jij daar mee om?
Geef een reactie