Ik heb het gevoel dat een belangrijk thema binnen mijn eetgestoorde ontwikkeling de hunkering naar liefde en bevestiging is geweest. Ik snakte naar de vanzelfsprekende liefde van een warm gezin, maar dit verlangen werd niet volwaardig beantwoord. Ik bleef tegen het gemis van een warm gezin aanlopen. Daar iets aan veranderen, lukte mij alleen niet zo goed..
Van jongs af aan kreeg ik te maken met opmerkingen en kritiek over mijn lichaam en mijn intelligentie. Dat mijn zusje hoogbegaafd was en ik toen ‘maar’ vmbo deed. Bij elke kans die zich voordeed, moest ik voelen dat mijn zusje meer vriendinnen had dan ik. Mooier was dan ik. Momenten die een pijnlijke plek achterlieten. Mijn eetstoornis werd mijn manier om mezelf te bewijzen; iedereen te laten zien dat ik ook iets kon. Dat ik doorzettingsvermogen had, dat ik mijn doelen kon halen met mijn wilskracht. De zoektocht naar liefde werd een bewijsdrang. Ik denk dat geen enkele liefde dit had kunnen redden, behalve mijn eigen waardering en liefde voor mijzelf. Op dat moment.
Schaamte
Gedurende mijn eetstoornis was ik hier niet actief mee bezig, maar dit speelde wel mee op de achtergrond. Ik wilde zó graag gezien worden, begrepen worden. Náást mijn zusje staan in plaats van achter haar. Ik wilde er ook toe doen. Dus besloot ik dat ik moest veranderen. Nu zie ik hoe krom dit klinkt, want ik accepteerde mezelf dus ook niet zoals ik was. Ik hield mezelf voor dat ik de beste versie van mezelf moest zijn, maar in werkelijkheid wilde ik vooral iemand anders zijn.
Mijn zelfwaardering werd met de dag minder. Ik begon me voor mezelf te schamen. Ik werd extreem bewust van mezelf en dit ging me al snel in de weg zitten. Niet alleen hield ik me bezig met hoe ik eruit zag, ook kon ik druk zijn met wat ik uitstraalde. Of hoe ik reageerde in bepaalde situaties. Ik begon mezelf te verafschuwen en een grote mate van zelfhaat te ontwikkelen. Het open, vrolijke meisje dat ik ooit was geweest, had ik ingeruild voor een jongvolwassene die liever niks zei dan een woord teveel. Ik probeerde mezelf te vergeten, in de hoop dat anderen me niet meer op zouden merken. Ik wilde mijn lichaam zo klein mogelijk maken.
Waar mijn eetstoornis begon als een verlangen naar liefde,
hoopte ik nu dat ik vergeten zou worden.
Het duurde niet lang of dit gevoel van intense schaamte vond zijn weg in meerdere aspecten van mijn leven. Ik zonderde me af van mijn omgeving; ik wilde ze niet langer belasten met mijn aanwezigheid. Ook wilde ik mezelf beschermen voor mijn eigen ik. Maar dat was niet mogelijk. Ik kon niet ontsnappen aan mezelf. Toch probeerde ik dit wel. Ik begon mijn reflectie in spiegels en ramen te vermijden. Ik wilde niks meer met mezelf te maken hebben. Ik durfde mezelf niet meer in mijn ogen aan te kijken; de schaamte zat te diep. Daarnaast vond ik mijn lichaam ook geen blik meer waardig. Wanneer ik mezelf douchte of omkleedde, was dit uit pure noodzaak. Routinematig werkte ik zo snel mogelijk mijn lijstje af, zonder de confrontatie met mijn lichaam aan te hoeven gaan.
Mijn lichaam verstoppen
Al eerder heb ik geschreven over mijn vroegere seksuele ervaringen en misbruik. Dit zorgde ervoor dat ik seks niet altijd even makkelijk en leuk heb gevonden. Ook hier lag een bron voor het ontwikkelen mijn eetstoornis. Via mijn eetstoornis probeerde ik al deze ellende te vergeten, te verdoven. Dit had voor mij een simpel doel. Ik merkte dat ik mijn toenmalige vriend niet kon geven wat hij wilde. Zodra ik al deze trauma’s zou vergeten, kon ik seks weer leuk vinden. Waar ik niet aan had gedacht, is dat bij het opkomen van mijn eetstoornis mijn libido naar een nulpunt zou zakken. Niet alleen had ik geen zin meer in seks, ook werd mijn zelfbeeld en -waardering lager waar de eetstoornis ruimte won. Ik kon zelf het beeld van mijn lichaam niet aan, maar ik wilde mijn vriend hier ook niet mee belasten. Ik kreeg het idee dat niet alleen ik van mijn lichaam walgde, maar dat de rest van de wereld ook op deze manier over mij dacht. Als reactie op dit gevoel begon ik mijn lichaam nog meer te verstoppen. Dikke truien in de zomer voelden voor mij comfortabeler dan het laten zien van mijn werkelijke lichaam. Zeker toen anderen op de hoogte raakten van mijn eetstoornis ervoer ik die druk nog meer dan tevoren. Ineens moest ik ook dun zijn. Maar dun genoeg zou ik mezelf nooit vinden.
Niet alleen voor mezelf begon ik mijn lichaam te verstoppen; ik was als de dood dat anderen er iets van zouden vinden en daar was ik helemáál niet klaar voor. Juist door het gebrek aan aanraking, ontwikkelde ik hier een angst voor. Zodra iemand mij aanraakte – al was het maar een hand op mijn schouder – kromp ik ineen. Het begon zelfs gevaarlijk te voelen. Mijn lichaam was van mij en alleen van mij; niemand mocht hier iets mee. Ik mocht er zelf amper iets mee. Ik wilde niet geconfronteerd worden met de gevoelens die dit opriep. Ik wilde deze discussie niet meer aan. Ik was het niet waard om liefde te mogen ontvangen, dus sloot ik mijzelf hier compleet van af.
Dit proces heeft zich voor mij op een vrij logische manier zo gevormd. Ook als ik het zo teruglees, klopt het voor mij helemaal. Als ik echter alleen de eerste alinea lees en het middenstuk oversla, komt de ernst pas binnen. Mijn eetstoornis werd mijn manier om mij te bewijzen. Een manier die mij uiteindelijk meer heeft afgenomen dan gegeven. Ik denk dat ik in die tijd vooral ontzettend bang was. Voor mezelf, voor wie ik was geweest en voor wie ik was geworden. Voor het leven dat ik aan moest gaan. Ik denk dat, hoe meer macht ik mijn eetstoornis gaf, hoe sterker ik mijn angst maakte. Ik dacht dat dit mijn manier was geworden om hiermee om te gaan, maar in werkelijkheid voedde ik mijn demonen juist nog meer. Ik dacht dat ik gelukkig zou zijn met een slanker lichaam. Dat al mijn problemen als sneeuw voor de zon zouden verdwijnen. In de praktijk pakte dit helaas anders uit.
Mijn eetstoornis gaf mij geen veiligheid of geluk.
Mijn eetstoornis gaf mij een eenzaam bestaan vol haat en angst.
Het loslaten van het pantser
Opgroeien is niet makkelijk. Zeker niet als je de druk tot competitie voelt. Ook al heeft deze druk ervoor gezorgd dat ik mezelf nog meer wilde uitdagen, het bracht ook een groot risico met zich mee. Ik ging aan al mijn eigen grenzen voorbij. Ik wilde presteren en dacht verder niet meer na. Nog steeds voel ik me soms het zwarte schaap van de familie, ook al ben ondertussen een stuk ouder (en hopelijk wijzer). Ik heb geleerd dat ik meer ben dan mijn cijfers op school of het aantal vrienden dat ik heb. De prestatiedrang en mijn eetstoornis gecombineerd vormden een dikke laag over mijn eigen huid heen. Een laag die ik zelf amper kon breken. Toen ik dit, middels therapie, wat meer los begon te laten, lukte het mij beter om mezelf te geven wat ik graag wilde. Ineens stond ik meer open voor de liefde en aandacht waar ik zo naar verlangde. Ik werd iets zachter; mijn masker liet los.
Nu mijn zusje en ik beiden volwassen zijn, zie ik in dat we allebei ook echt compleet verschillende personen zijn. Twee personen die absoluut niet te vergelijken zijn. Door het loslaten van mijn pantser lukt het mij om anderen toe te laten en voor het eerst in jaren durf ik te zeggen dat ik echte vrienden heb. Mensen bij wie ik eerlijk kan en durf te zijn. Ik heb mijn eetstoornis niet meer nodig om mezelf te bewijzen. Mede door het herstelproces heb ik mezelf door en door leren kennen. Ik weet waar mijn zwaktes liggen, maar ook wat mijn sterke kanten zijn. Ik denk dat dit proces veel belangrijker en waardevoller is dan het idee dat ik minder waard zou zijn dan iemand anders.
Wat is een belangrijk thema binnen jouw eetstoornis en herstel?
Geef een reactie