Wanneer ben je ziek genoeg? Als je een eetstoornis of beginnende eetstoornis hebt, kan het vaak lastig zijn om hulp te zoeken. Vaak schamen mensen zich voor hun gevoelens en voor wat er zich in hun hoofd afspeelt. Op het forum lezen we dan ook vaak dat bezoekers zich afvragen of hun problemen wel erg genoeg zijn om hulp te mogen zoeken. Ook krijgen we vaak vragen over het juiste moment om naar de huisarts te gaan en over de angst om niet serieus genomen te worden. Dit zijn bekende valkuilen waar veel mensen met een eetstoornis mee te maken krijgen. De drempel om uit te spreken waar je mee zit lijkt vaak hoog en hulp zoeken voelt eng. Gedachten zoals ‘wat als ik niet serieus genomen wordt’ en ‘het valt allemaal nog wel mee bij mij’ kunnen je lang tegenhouden om de juiste hulp te zoeken en staan je herstel in de weg.
Voordat ik de eetstoornis boulimia nervosa kreeg was ik zelf al jarenlang aan het rommelen met eten. Ik had aan het begin van de pubertijd bedacht dat ik wel wat wilde afvallen en begon daarom al snel met lijnen. Eerst lukte het me om wat minder te snoepen, maar al snel raakte ik verwikkeld in allerlei zelfbedachte eetschema’s en ingewikkelde dieetrestricties. Ik was toen al behoorlijk ongelukkig, maar ik had niet door hoezeer eten mijn leven toen al beïnvloedde, of liever gezegd, ik dacht dat het allemaal wel meeviel en stopte het weg. ‘Gewoon niet zo aanstellen.’
Diep vanbinnen had ik echter wel in de gaten dat er iets niet klopte, maar ik wist niet goed hoe ik over mijn gevoelens kon praten en was bang dat anderen me voor gek zouden verklaren. Als ik hier aan terugdenk kan ik soms nog steeds verdrietig worden. Had ik mezelf toen maar serieus genomen en had ik destijds maar anderen toegelaten in mijn hoofd. Ik denk dat ik mezelf dan veel pijn had kunnen besparen. ‘Als ik er toen op tijd was bij geweest, zou mijn eetprobleem dan niet omgeslagen zijn een ware nachtmerrie van lijnen, eetbuien en braken?’
Pas toen het heel slecht met me ging en ik écht niet meer vooruit kon, ben ik samen met mijn moeder naar de huisarts gegaan. Die vond helemaal niet dat ik me aanstelde en stuurde me gelijk door voor een intake bij het GGZ. Hier ben ik ongeveer een jaar lang in behandeling geweest bij een psycholoog, totdat ze met zwangerschapsverlof ging en me vroeg of ik de behandeling voort wilde zetten bij een collega van haar. Het ging toen al stukken beter met me, maar het lukte me nog niet altijd goed om wat ik geleerd had in praktijk te brengen. Ik had alle handvatten aangereikt gekregen om vanaf dat moment zelf door te kunnen, maar ‘ik moest het alleen nog even doen’. Jammer genoeg vond ik daardoor dat ik geen verdere hulp meer verdiende en het zelf maar op moest lossen. Ik ben toen gestopt met therapie omdat ik dacht dat ‘het wel goed zou komen’.
Ik kan je vertellen dat het niet zomaar goed is gekomen, het heeft namelijk nog jaren geduurd voordat ik uiteindelijk ben hersteld van mijn boulimia. Ik denk dat, als ik toen die extra hulp wél geaccepteerd had, mijn herstel een stuk soepeler was verlopen. Ik heb het dus uiteindelijk dan wel ‘zelf opgelost’, maar je kunt je afvragen tegen welke prijs.
Door mijn verhaal met jullie te delen hoop ik jou te kunnen motiveren om wél tijdig hulp te zoeken. Hiernaast wil ik graag een aantal bekende onzekerheden bespreken die een belemmering kunnen vormen bij het vragen om hulp.
‘Ik heb geen ondergewicht’
Je hoeft niet te wachten tot je ondergewicht hebt om hulp te mogen zoeken. De meeste mensen met een eetstoornis hebben zelfs een normaal gewicht. Je lichaamsgewicht zegt daarom niet altijd iets over de ernst van je probleem. Een eetstoornis zit namelijk in je hoofd en een goede arts of psycholoog zal dat erkennen. Bovendien kan je lichaam er ook slecht aan toe zijn door de eetstoornis, wanneer je een normaal gewicht of overgewicht hebt. Onderschat de fysieke gevolgen van een eetstoornis niet, ook al zijn die niet altijd direct zichtbaar bij een gezond gewicht.
‘Ik kan alles nog gewoon’
Als je alles nog gewoon kan en doet, ondanks je eetstoornis, kan je het gevoel hebben dat het allemaal wel meevalt. Je maakt het probleem in je hoofd kleiner dan dat het is omdat je tenslotte nog gewoon naar school of werk gaat, redelijk of zelfs goed presteert en ook nog sociaal actief bent. Maar, als je eerlijk bent tegen jezelf, merk je wel dat alles meer moeite kost dan voorheen. Misschien haal je ook minder plezier uit de dingen die doet dan vroeger of vermijd je onbewust toch bepaalde situaties. Op zichzelf is dit al reden genoeg om aan de bel te trekken. De eetstoornis beïnvloed misschien niet je hele leven, maar heeft wel effect op je gemoedstoestand. Hiernaast kun je jezelf afvragen hoe lang je nog alle ballen hoog denkt te kunnen houden. Er is een grote kans dat je op een gegeven moment vastloopt en dat moment kun je beter vóór zijn.
‘Ik eet nog gewoon’
De meeste mensen met een eetstoornis eten nog gewoon en hebben vaak zelfs een gezond gewicht. Of je nog eet zegt dus niets over de ernst van je eetstoornis. Het is niet zo dat je problemen alleen serieus zijn als je bijna niets meer eet. Bovendien kan een binge eating disorder (BED) minstens zo ernstig zijn als een eetstoornis waarbij je heel weinig of niets durft te eten, zowel mentaal als fysiek.
‘Ik stel me vast aan’
Door jezelf af te vragen of je een aansteller bent wordt het an sich al duidelijk dat je met een conflict zit in je hoofd. De eetstoornis voert op dit moment een gemene discussie tegen je rationele kant en chanteert je feitelijk emotioneel met je onzekerheden. Dus nee, je stelt je niet aan. De eetstoornis wil gewoon graag zijn gang blijven gaan en doet er alles aan om jou tegen te houden in het zoeken van hulp.
‘Anderen zijn er veel erger aan toe’
Het gevoel dat anderen er veel erger aan toe zijn dan jijzelf kan je herstel ontzettend in de weg staan. Er is namelijk altijd wel iemand die zieker is dan jij en het heeft geen nut om je juist met die persoon te vergelijken. Het gaat om jou, en om hoe jij je op dit moment voelt. Je mag herstellen, ook als je niet het ziekst bent.
“Mijn bloedwaardes zijn nog goed”
Wanneer je bloedwaardes in orde zijn, wil dat niet zeggen dat je niet ziek kunt zijn. Er kan veel meer aan de hand zijn in je lichaam dan te meten valt met een bloedmonster. Je bloedwaardes zijn daarom lang niet altijd representatief voor je fysieke gezondheid. Bovendien zeggen je bloedwaardes ook enkel iets over hoe het lichamelijk met je gaat. Hoe je er mentaal aan toe bent kan je hier niet aan afmeten.
‘Ik heb al ooit hulp gehad’
Als je in het verleden al ooit behandeld bent voor een eetstoornis, wil dat niet zeggen dat je daarom later nooit meer om hulp mag vragen. Over tijd kan je eetstoornis zich namelijk ontwikkelen, waardoor je weer naar nieuwe strategieën op zoek moet om je eetstoornis de baas te zijn. Bovendien kan het nu eenmaal gebeuren dat je op een gegeven moment een terugval krijgt die net zo erg, of misschien erger is dan de eetstoornis die je eerder had. Daar mag je dan evengoed hulp voor krijgen, toch?
Ga jij hulp zoeken voor je eetstoornis?
Geef een reactie