Het gaat om het innerlijk, niet om het uiterlijk. Een advies dat ik vaak kreeg toen ik slecht in mijn vel zat en mezelf niet mooi vond. Ik begreep wat de mensen om me heen bedoelde, maar op de één of andere manier lukte het me niet om verder te kijken dan het beeld dat de spiegel aan me teruggaf. Ik nam het mezelf kwalijk dat ik zo veel waarde hechtte aan mijn uiterlijk. Dat vond ik best oppervlakkig. Toch was het voor lange tijd ontzettend belangrijk voor me en mijn eigenwaarde hing ermee samen. Ik wilde wel graag focussen op dat innerlijke, maar soms lukte dat niet. “Was ik maar blind”, dacht ik dan weleens.
Natuurlijk wilde ik niet echt blind zijn, maar het leek me best prettig om eens niet zo bezig te hoeven zijn met mijn uiterlijk. Ik leerde later pas dat bezig zijn met eten, mijn gewicht en mijn figuur een copingmechanisme was voor hele andere problemen. Het ging niet echt om dat uiterlijk, dat was eigenlijk slechts een afleidingsmanoeuvre die ervoor zorgde dat ik niet naar binnen hoefde te kijken.
Misschien is het veel makkelijker om met je innerlijk bezig te zijn als je niets kan zien. Wie weet is het veel simpeler om erachter te komen wie je echt bent als je niet gehinderd wordt door gedachtes over je uiterlijk en je voorkomen. Zou een puistje of vetrolletje meer of minder dan nog wat uitmaken? Grote kans dat je daar helemaal niets om geeft wanneer je blind bent.
Ik heb feitelijk geen idee hoe blinde mensen denken of hoe zij de wereld om zich heen ervaren. Toen ik me vroeger weleens voorstelde hoe het zou zijn om niets te kunnen zien was dat meer omdat ik eigenlijk naar een oplossing voor mijn problemen zocht en daar dacht ik veel over na. Natuurlijk was dit niet het antwoord, maar het gaf wel aan dat ik behoorlijk in de knoop zat met mezelf.
Toen ik een eetstoornis had, vergeleek ik mezelf constant met andere mensen. Het ging dan echt om het uiterlijk, want ik vergeleek me ook met mensen die ik helemaal niet kende, maar die ik gewoon ergens zag op straat. Gek eigenlijk, want iemands uiterlijk hoeft helemaal niets te zeggen over hoe die persoon van binnen is.
“Het uiterlijk is toch het eerste wat je ziet”, hoor ik mensen soms zeggen. Ik denk dat dit betekent dat iemands uiterlijk, hoe je het ook keert of draait, een bepaalde indruk achterlaat, of je dat nou wilt of niet. Misschien heb je hier wel helemaal geen last van als je niets kunt zien. Zonder zicht is het misschien wel veel makkelijker om iemand echt te zien omdat je bij een ontmoeting gelijk kennis maakt met het innerlijk?
Je afvragen hoe het zou zijn als je blind was, is eigenlijk gewoon een gedachte-experimentje. Het herinnert mij eraan dat er meer is dan alleen ons exterieur. Een veel groter deel van wat en wie we zijn zit toch echt aan de binnenkant.
Soms, als ik een dagje ontevreden ben over hoe ik eruitzie, probeer ik mezelf hierop te attenderen. We zijn zo veel meer dat alleen dat schilletje waarin we leven. Zorgen om mijn uiterlijk komen letterlijk van binnenuit en dat is dan ook waar vaak het echte probleem zit. Het is de kunst om bij jezelf te blijven en niet je problemen te projecteren op allerlei andere dingen, zoals je uiterlijk.
Om er erachter te komen wie je bent zal je niet alleen verder moeten kijken, maar vooral verder moeten voelen.
Geef een reactie