Het is een wonder dat je deze blog nu aan het lezen bent, want hij kwam er slechts met heel veel pijn en moeite. Ik worstel de afgelopen weken met een enorm gebrek aan ‘herstelmotivatie’ en dat werkt door in andere aspecten van mijn leven. Dag in dag uit is het in mijn hoofd een warboel aan gevoelens en emoties en gedachtes: waarom doe ik dit (therapie) eigenlijk? Wat brengt het mij? Ik bedoel, ik weet na twintig jaar gewoon niet meer beter. Wanneer ik denk aan een toekomst zonder eetstoornis, breekt het zweet mij uit. Want: wie en wat ben ik zonder eetstoornis?
Aan de ene kant denk ik keer op keer: ik kan en wil mijn overlevingsmechanisme ((niet) eten) niet vaarwel zeggen, net zo min als mijn ‘hobby’s’ (diëten en fitness en uiterlijk vertoon). Want als die wegvallen weet ik niet meer wie of wat ik ben, en hoe mijn dagbesteding gaat zijn. Aan de andere kant kan ik niet wachten op de dag dat ik voor de laatste keer de deur van Trubendorffer achter mij zal dichttrekken om door te kunnen gaan met mijn leven zoals het was en, bovenal, op wat voor manier dan ook weer te kunnen bijdragen aan de maatschappij.
Maar kan ik dan ooit nog wel werken? Het zal wel moeten want momenteel heb ik letterlijk geen rode cent. Met een beetje mazzel wordt mij volgende maand een Ziektewetuitkering toegewezen maar dat is nog lang niet zeker en geen geld hebben en je handje moeten ophouden bij familie en vrienden is verschrikkelijk. Mocht die uitkering er niet komen heb ik geen keus en zal ik wel weer moeten gaan werken, verknipt hoofd of niet. En of beter worden dan nog lukt? Ik weet het niet. En wat behelst beter worden nou helemaal? Nogmaals die vraag die mij zo bezighoudt en voortdurend de twijfel aanwakkert: wie en wat ben ik als ik ‘beter’ ben? Ik heb werkelijk geen flauw idee.
Even wat anders: hoe bizar is het dat ik na achttien jaar therapie pas afgelopen zondag mijn eerste diagnostische tests kreeg? Twee uur lang vragenlijsten invullen over mijn eigen gekke zelf. En daarna nog een interview dat werd gefilmd om later terug te kunnen kijken. Pfff, als ik iets niet wil zien is het dat, dus hopelijk is het niet nodig, maar soit. Ze kunnen het altijd nog op YouTube zetten, Trubendorffer heeft namelijk hun eigen kanaal. Grapje, dat zouden ze natuurlijk nooit doen, al zou het mij niet kunnen schelen. Wellicht helpt het mensen om te zien hoe iets dergelijks eraan toegaat en kunnen ze er her en der misschien nog wel om lachen ook. Ik hoop het, want lachen is gezond. Daarom probeer ik mijzelf de laatste tijd niet al te serieus te nemen en het werkt nog ook.
Wat een rommelige, chaotische, onsamenhangende, over-niets-gaande blog is dit geworden. Maar zo is mijn leven, zo ziet de binnenkant van mijn hoofd eruit. Om toch nog een positieve draai aan het geheel te geven laat ik jullie graag delen in een anekdote waarin mijn jongste dochter (6 jaar) mij leert dat positief denken helemaal niet zo moeilijk hoeft te zijn…
Het heeft de hele nacht geregend en op wat korte periodes met zonneschijn na blijft het grijs en grauw. Ik fiets met dochter #2 door de stad in de hoop thuis te zijn voordat we -weer – een bui op onze hoofden krijgen. Dan zegt mijn kleine meisje, naar boven turend: “mama, ik zie daar een klein stukje blauw.” Ik kijk ook en antwoord: “ja, maar het is vooral heel erg grijs.” Zodra ik het gezegd heb hoor ik hoe verschrikkelijk negatief het klinkt.
Mijn dochter ziet dat kleine stukje blauw (het goede), ik focus zo op het grijs (het slechte) dat ik het blauw niet eens meer zie. Ik besluit ter plekke een voorbeeld te nemen aan mijn jongste spruit en mij in het vervolg te richten op alle stukjes blauw in mijn leven…
Fotografie 1: Haley
Heb jij ook last van eetbuien en wil je graag doorpraten over dit onderwerp? Neem dan een kijkje op ons forum in het topic over boulimia en eetbuien.
Geef een reactie