2017 – Meerdere keren in mijn leven ben ik behoorlijk depressief geweest. Het waren gitzwarte bladzijdes uit een boek waar ik maar moeilijk doorheen kwam. Ik denk er liever niet te veel aan terug en als ik dat wel doe, dan vraag ik me weleens af hoe ik het überhaupt overleefd heb. Hoewel ik er dus eigenlijk niet te veel over na wil denken, zijn die depressieve periodes intussen wel belangrijke onderdelen van mijn leven en horen ze een beetje bij me. Ondanks dat ik het liever niet had meegemaakt, heb ik er ook wel veel van geleerd. In deze blog deel ik tien dingen die ik leerde van mijn depressies. Wellicht kun jij er ook iets uit meenemen voor jezelf, mocht jij kampen met een depressie of andere psychische problemen. Wil je meer lezen over depressiviteit, check dan zeker ook even deze blogs.
1. Ik tel mijn zegeningen
Als je niet meer depressief bent, dan lijk je snel te vergeten hoe het voelde. Vergeten is niet echt het goede woord want je vergeet het niet, maar het gevoel vervaagt. Toen het bij mij weer terugkwam, leek het daardoor extra intens. Alles was een enorme opgave. Uit bed komen, douchen, de hond uitlaten, boodschappen doen, koken, sociaal doen. Ik voelde me gehandicapt. Alles was te veel. Mijn hoofd deed pijn, mijn lichaam deed pijn, mijn hart deed pijn. Ik voelde me kapot van binnen.
Toen dat gevoel wat weg begon te trekken, realiseerde ik me eigenlijk hoe bijzonder het was om ”gewoon” te kunnen functioneren. Wandelen met de hond voelde niet meer standaard als een uitputtingsslag, ik kwam niet meer huilend thuis na het werk en ik kleedde me vaker normaal aan, in plaats van altijd maar rond te lopen in mijn pyjama. Ik leerde mijn zegeningen te tellen en te genieten van kleine dingen, hoe cliché het ook klinkt.
Vroeger vond ik het altijd wat idioot of zweverig als mensen zeiden dat ze konden genieten van bijvoorbeeld het zonnetje, maar ineens, na maanden van kilte, voelde ik ook weer wat warmte op mijn huid. Ik kon weer wat frisse lucht inademen en voelde me trots als ik voor mezelf gekookt had of als er een dag was waarop ik niet per se dood wilde, in plaats van heel hard bezig was met nadenken over hoe ik ervoor kon zorgen dat alles zo snel mogelijk zou stoppen. Het leven is minder vanzelfsprekend geworden en ik leef bewuster.
2. Ik ben echt niet alleen
Ik weet dat ik me bij tijd en wijle ontzettend alleen kan voelen, met de nadruk op voelen. Ik heb nu namelijk opnieuw ontdekt dat ik echt niet alleen ben. Ik heb ontzettend lieve mensen om me heen die me niet alleen laten. Dat gevoel kan, samen met het gevoel van leegte, heel sterk en allesoverheersend zijn, maar ik besef meer en meer dat dat gevoel niet klopt. Het is nu eenmaal vaak aanwezig, maar ik kan mezelf steeds beter geruststellen door er andere gedachten bij te halen die het gevoel ontkrachten. Er zijn veel mensen om me heen die me graag steunen en er voor me zijn en die me niet verlaten, ook niet als het even niet lekker gaat.
3. Ik ben niet mijn gedachten
Inmiddels weet ik wel dat ik niet alles moet geloven wat ik denk, maar als ik me niet goed voel, dan ben ik toch sneller geneigd om mee te gaan in mijn negatieve gedachten. Ik ga dan steeds meer piekeren en kom terecht in een negatieve spiraal waarin ik niet meer goed kan bedenken dat mijn gedachten wellicht anders zijn dan de realiteit. Is het zo dat hele wereld me stom vindt, of denk ik dat maar? Kijken mensen op straat me raar aan of lijkt dat maar zo? Reageert die vriendin nou expres niet op mijn bericht? Het zijn allemaal gedachten die ik in het dagelijks leven wel kan relativeren, maar als het niet goed met me gaat, dan wordt dat een stuk lastiger. Als dat niet meer lukt, dan weet ik intussen dat het niet altijd zin heeft om maar door te gaan met relativeren en er tegenin gaan. Ik probeer er dan vaker afstand van te nemen en me te bedenken dat het enkel gedachten zijn die ook weer voorbij gaan en waar ik niks mee hoef te doen. Dat geeft een hoop rust.
4. Ik hoef geen bijzonder leven
Dit sluit eigenlijk aan bij het eerste punt. Ik ben blij met wat ik heb en ik heb gemerkt dat ik het beste functioneer op een rustig en regelmatig leven. Als ik om me heen kijk heb ik soms het gevoel dat ik ieder jaar moet backpacken in Azië, rondreizen door Amerika en ieder weekend allerlei spectaculaire dingen moet doen, maar inmiddels accepteer ik ook steeds meer dat dat misschien gewoon niet zo mijn ding is. Ik heb niet per se die ”wanderlust” en ga niet elk weekend de hort op. Veel mensen zullen dat saai of gek vinden, maar dagjes of weekendjes weg vind ik heel erg leuk en meer dan genoeg. Hier kan ik extra van genieten.
5. Misschien is dit niet de laatste keer
Dit klinkt wellicht wat pessimistisch, maar nu ik meerdere keren depressief ben geweest, realiseer ik me dat het goed zou kunnen dat het opnieuw zal gebeuren. Ik zie het niet meer als iets wat ooit gebeurd is en nooit meer gaat gebeuren. Deze laatste keer heb ik opnieuw ervaren hoe het is om niet meer te willen leven en letterlijk overal pijn te voelen. Daar kun je van herstellen, maar ik kan ook realistisch naar mijn situatie kijken. Ik kan heel veel hebben, maar ik heb nu eenmaal wel een flinke dosis depressieve genen en een ingewikkelde persoonlijkheid. Ik heb veel geleerd en heb heel veel handvatten, maar ik weet niet of dat genoeg is om zoiets in het vervolg te kunnen voorkomen. Ik zou het mezelf in ieder geval niet meer zo kwalijk nemen.
Die gedachte stelt me op de een of andere manier gerust. Voorheen leefde ik veel meer in angst: wat als ik me ooit weer zo slecht ga voelen? Wat als het terugkomt? Dat was een naar gevoel. Nu ik meer heb geaccepteerd dat dat inderdaad een mogelijkheid is, net als de mogelijkheid dat het niet zo is, ervaar ik meer rust. Ik kan opnieuw depressief worden, het kan ook niet zo zijn. Ik houd met beide scenarios rekening en probeer mezelf er niet voor te veroordelen. Tegelijkertijd weet ik ook dat als het weer gebeurt, ik in staat ben ervan te herstellen, ook al zal het op dat moment niet zo voelen.
6. Er zijn hele goede therapeuten
Mijn ervaringen met de hulpverlening zijn niet altijd positief geweest. Ik heb me soms afgewezen, veroordeeld en onbegrepen gevoeld en dacht dat ik het maar alleen moest doen. Desondanks wist ik ook dat ik niet de makkelijkste cliënt was en ben. Ik ben kritisch en ik wil dat dingen op mijn manier gebeuren. Toch sta ik er van te kijken wat een geluk ik heb gehad met een aantal goede therapeuten in de afgelopen jaren. Ik werd door hen op waarde geschat en serieus genomen. Ze stonden open voor mijn afwijkende ideeën die eigenlijk niet helemaal binnen de protocollen pasten. Problemen rondom destructief gedrag waren bespreekbaar: ik werd aangesproken op mijn verantwoordelijkheid in plaats van dat ik werd weggestuurd.
Ik ben bovendien nog altijd onder de indruk van de deskundigheid van een aantal van mijn therapeuten. Ik kon tijdens therapiesessies minuten voor me uit zitten kijken zonder iets te zeggen. Ik deed het niet expres, het lukte me gewoon niet om te praten. Mijn hoofd ontplofte maar mijn mond zat op slot. Als ik wat zei, dan was het misschien één zin. Het geduld waarmee ik benaderd werd is onvoorstelbaar. Natuurlijk ging het lang niet altijd goed en is het ook weleens moeilijk geweest, maar ik ben enorm dankbaar voor alle hulp die ik in de afgelopen jaren heb mogen ontvangen.
7. Niet iedereen begrijpt het
Hoewel er steeds meer gepraat wordt over depressie, zal je altijd op onbegrip stuiten. Ik heb dat ook nu weer gemerkt en realiseer me iedere keer weer hoeveel pijn het doet als mensen je niet begrijpen. Tegelijkertijd leer ik steeds meer begrip te hebben voor het onbegrip. Als je niet weet hoe het is om je zo ellendig te voelen, dan is het ook moeilijk om je daar een voorstelling van te maken en je te verplaatsen in iemand die daar iedere dag mee zit. Nu ik steeds iets ouder word, merk ik dat mijn kring kleiner word. Niet per se door mijn problemen, maar sowieso in het algemeen. Ik houd een vast clubje belangrijke mensen over en ik heb gemerkt dat zij er altijd voor mij zijn, net zoals ik er voor hen ben. Hier hecht ik enorm veel waarde aan en ik probeer mijn aandacht aan hen te besteden. Het doet me nog steeds wel verdriet als ik merk dat ik veroordeeld word, maar het raakt me minder dan voorheen. Niet iedereen zal het begrijpen en dat is oke.
8. Ik kan veranderen
Vroeger kreeg ik weleens te horen dat als je voor een dubbeltje geboren bent, je nooit een kwartje wordt. Die uitspraak is me altijd bijgebleven en heb ik ook altijd geloofd. Die overtuiging zit er bovendien nog wel een beetje in: ik ben niets waard, ik ben mislukt et cetera. Het is hardnekkig en gaat niet zomaar weg. Toch merk ik dat er wel verschuiving in zit. Ik leer steeds meer dat was ik vroeger mee heb gekregen, niet klopt met de realiteit. Dat laat zien dat je als mens in staat bent om te veranderen. Ik zie steeds meer dat ik wel degelijk veel in mijn mars heb. Nog steeds zijn er momenten dat ik me af kan vragen wat ik waard ben, maar er is intussen ook een andere kant. Ik heb veel geleerd, ik kan veranderen en mensen kunnen veranderen, in tegenstelling tot wat ik altijd dacht.
9. Mijn gezondheid is belangrijk
Dat je gezondheid belangrijk is, lijkt een open deur. Ik realiseer me echter nu pas dat ik mijn gezondheid lang niet altijd op de eerste plek heb gezet. Ergens in mijn achterhoofd was het wel belangrijk, maar het had duidelijk geen prioriteit. Ik vond het belangrijker dat ik op mijn werk goed functioneerde, dat iedereen mij aardig vond en tevreden over mij was, dat mijn hond alle aandacht van de wereld kreeg, dat mijn huis schoon was, dat ik alle belangrijke momenten van mijn vriendinnen onthield et cetera. Die dingen vind ik nog steeds belangrijk, maar ik heb gemerkt en geleerd dat in die hele lijst mijn gezondheid niet ergens onderaan zou moeten komen. Ik ben geneigd om over mijn grenzen heen te gaan waardoor ik mezelf niet goed ga voelen. Niet per se fysiek, maar vooral mentaal. Eerder lette ik daar nooit op en had ik het eigenlijk pas te laat door, maar als ik wil dat het goed met me gaat en blijft gaan, moet ik van zelfzorg, mijn gezondheid, mijn grenzen en eigenlijk dus van mezelf, een prioriteit maken.
10. Ik leer te accepteren
Het leven is niet perfect en dat zal het ook nooit worden, daar ben ik inmiddels wel achter. Ik heb lang gestreefd naar perfectie en dat heeft me enkel ongelukkiger gemaakt. Intussen streef ik daar helemaal niet meer naar, verre van. Ik accepteer meer dat het leven altijd met ups en downs zal gaan. Dat vind ik nog steeds wel moeilijk hoor en de ene keer lukt me dat ook beter dan de andere keer, maar ik doe mijn best. Ik leer dat er dagen zijn waarop ik het gevoel heb dat ik de hele wereld aan kan en dat er ook dagen zijn waarop mijn bed uit komen al te veel gevraagd is. In de tussentijd zoek ik naar balans, naar de eeuwige middenweg, het grijze gebied.
Fotografie: Guilherme Yagui
Kom bij Proud2Bme gratis en anoniem in contact met lotgenoten, ervaringsdeskundigen, psychologen en dietisten. Op ons forum kun je jouw verhaal delen en/of vragen stellen. Ook kan je dagelijks met ons chatten (de agenda vind je hier). Wij staan voor je klaar.
Geef een reactie