Wat is jouw BMI?

Toen ik een eetstoornis had was er een tijd waarop ik elke dag op de weegschaal stond. Ik was geobsedeerd door mijn gewicht en liet mijn humeur afhangen van het getal op de weegschaal. Op een gegeven moment hoorde ik van iemand dat je gewicht eigenlijk helemaal niet zo veel zegt over hoe dun of dik je bent. Je lengte speelt hier namelijk ook een rol in. Er bleek een heel handige manier om erachter te komen hoe je gewicht in verhouding staat tot je lichaamslengte, namelijk door het berekenen via je ‘Body Mass Index’ (BMI). Dat vond mijn eetstoornis super interessant en ik ging gelijk aan de slag met allerlei online tools om te zien hoe ‘dik of dun’ ik was. Ik had er binnen no time een obsessie bij gekregen.

Alle websites waarop een BMI calculator te vinden was kende ik uit mijn hoofd. Sommige websites waren heel zakelijk, terwijl andere juist een leuk interactief systeem hadden met extra opties en beweegbare schuifjes. Ik was er snel achter waar, voor mijn lichaamslengte, de BMI-grens van onder- en overgewicht lag. Daar zat ik ergens tussenin en ik kreeg een bemoedigend tekstje met een groene achtergrond te zien. Volgens alle BMI-wijzers was mijn gewicht gezond, maar de marges waren bij sommige websites groter dan bij andere… Was ik dan niet toch per ongeluk dik? Welke BMi-meter was juist?

Ik wist precies bij welke BMI-meter ik het dichts bij de ondergrens zat en die was dan ook mijn ‘favoriet’. Op een gegeven moment had ik ook een calculator gevonden die speciaal rekening hield met leeftijden onder de achttien jaar. Die was ook ‘beter’ in mijn hoofd, omdat mijn BMI er net wat lager door uitkwam. Ik zag mijn BMI namelijk het liefst zo laag mogelijk berekend worden.

Destijds was een kilo meer of minder heel belangrijk voor me. Ik was veel bezig met mijn gewicht en de vraag of ik niet te dik was. Ik schrok enorm toen ik op een website las dat BMI ook niet alles zegt over hoe ‘dik of dun’ je bent. Volgens het artikel was het minstens zo belangrijk om rekening te houden met hoeveel spiermassa iemand heeft. Spieren wegen namelijk zwaarder dan vet, werd er geredeneerd. Dit maakte me behoorlijk overstuur. Hoe kon ik er dan ooit achter komen ‘waar ik stond’? Ik wist dat ik niet heel gespierd was, dus in mijn hoofd was de kans gelijk groot dat ik dan toch echt te zwaar was voor mijn lengte, ook al zei de BMI-meter van niet.

Ik was door mijn eetstoornis zo in de war dat ik niet meer durfde te vertrouwen op wat ik in de spiegel zag of wat de weegschaal aangaf. Ik was onzeker en vond mezelf dik, er was geen BMI-meter of weegschaal die mij anders kon doen laten geloven. Mijn dikke gevoel en twijfels over mijn lichaam zaten in mijn hoofd en mijn eetstoornis pakte elke mogelijkheid om dat te bevestigen gretig aan.

Als je een eetstoornis hebt, gaat het berekenen van je BMI dus waarschijnlijk niet leiden tot meer zelfacceptatie of tevredenheid over je gewicht. Een eetstoornis zal altijd naar een manier zoeken om jou te doen laten twijfelen aan jezelf.

Meten, wegen en rekenen zijn niet de oplossing en leveren je niets op. De kern van het probleem ligt ergens anders. Het is de kunst om daarnaar op zoek te gaan en voorbij de symptomen van je eetstoornis te kijken. Je bent zoveel meer dan een BMI index, of een getal op de weegschaal!

Fotografie: Ashley Webb

Hoe denk jij over BMI?

Lotte

Geschreven door Lotte

Reacties

16 reacties op “Wat is jouw BMI?”

  1. Het was een obsessie van mij, heb wel uren gezocht naar het BMI dat bij anorexia hoort..

  2. Super herkenbaar.. de afgelopen maanden ben ik ongeveer om de dag in paniek omdat ik dan ‘ineens’ 3 ons ben aangekomen. En wat zal er de volgende dag dan in vredesnaam bij komen en wanneer stopt dit dan.
    Ik kan dit niet meer relativeren en eindig elke keer in ruzie met mijn vriend, paniek, uren huilen of mijn bed weer in gaan nadat ik er eindelijk uit ben gekomen.
    Echt een ware nachtmerrie, ik hoop dat dit snel voorbij gaat, al kan ik me geen ander leven meer voorstellen.

  3. Heel herkenbaar… Helaas kan ik er nog altijd niet mee dealen dat ik nu ‘ver’ boven die ondergrens zit…

  4. Ik denk dat BMI een goede graadmeter is om te kijken of je een gezond gewicht hebt. De meeste diëtisten gebruiken het nog steeds om te kijken of je een gezond gewicht hebt, hoewel ze tegenwoordig ook steeds vaker kijken naar je vetpercentage.

  5. Ik vind het een handige berekening om op een snelle manier voor ‘iedereen’ tot een soort van basis te komen qua normaal, onder- en overgewicht, puur op basis van lengte en gewicht. Daarnaast kan nog een vetmeting ed. gedaan worden.Want extreem gespierd of bijna niet gespierd maakt echt wel uit. Daar tussen in kan natuurlijk van alles en je kunt ook altijd nog in de spiegel kijken hoe je letterlijk gevormd bent. Puur voor praktisch is het handig want er is ruime speling tussen de boven en onderwaarden. Wist het idd. allemaal uit mijn hoofd en wilde het liefst wel onder het midden iig van ‘groen’ en dan zo fit of sterk mogelijk zijn. Wilde geen ondergewicht (meer). Nu let ik niet meer op gewicht, ik weet wel op gevoel hoe ik ongeveer ben, maar vond het altijd wel iets interessants of zelfs magisch hebben, ‘die BMI’.

  6. Ooh wat is dit herkenbaar…

  7. Ik vind voornamelijk bij jongens/ mannen BMI geen goede graadmeter, omdat er een enorme variatie is in spiermassa. Al die gespierde jongens in de sportschool bijvoorbeeld zijn (veel) te zwaar volgens hun BMI, terwijl ze weinig vet hebben en juist heel fit zijn (niet obees zoals volgens hun BMI). Jongens die dan weer het tegenovergestelde zijn en nooit sporten en ‘meisjesarmen’ hebben maar een buikje en heupen omdat hun dieet bestaat uit bier en chips, hun BMI zal veeeel lager uitvallen, ook al zijn zijn ze veel minder gezond, en belangrijker nog, ze zijn hoogstwaarschijnlijk veel minder (ongezond) bezig met eten en hun lichaam.
    Ik kan me voorstellen dat bij een aanzienlijk deel van de jongens met een eetstoornis juist ook sport en spieren bouwen een obsessie is en het hebben van een zo laag mogelijk vetpercentage voor optimale definitie van hun spieren. Hun BMI is dan niet heel accuraat in het weerspiegelen hoe ongezond (bezig) ze zijn. Dat lijkt me best frustrerend voor deze groep, maar misschien ook lastiger om het te herkennen voor zorgprofessionals?

  8. Mijn obsessie met bmi is eigenlijk begonnen doordat ze er in de kliniek zo extreem rigide mee om gingen. Bij een bmi onder de x mocht je dit en dat en dat niet, bij een bmi onder de y mocht je nog andere dingen niet, iedereen moest streven naar een bmi van z (en voor sommigen lag dat te hoog, voor de meesten te laag). En o ja als je dus binnenkwam met een bmi boven die z dan gingen ze er automatisch vanuit dat je wel eetbuien zou hebben (vriendin.groepsgenootje van me had dat dus niet, was super frustrerend voor haar)

  9. Ik begrijp eerlijk gezegd niet goed waarom er nog met BMI wordt gewerkt. BMI zegt niets. Tenminste: over je lichaamssamenstelling zegt het niets en het geeft geen enkele informatie over je gezondheid. “gezond gewicht en BMI’ horen niet in één en dezelfde zin thuis.

    Waarom niet? Hierom: BMI is bedacht door Adolphe Quetelet, rond het midden van de 19e eeuw. Aanvankelijk heette BMI dus de Quetelet Index. Quetelet was een wiskundige met grote interesse in sociale statistiek, dus hij bedacht een meetkundig onderzoek. Gedurende enkele jaren heeft hij onderzoek gedaan naar de verhouding tussen lengte en gewicht van Belgische mannen die woonachtig waren in de buurt van Brussel. Volgens mij ging het daarbij om mijnwerkers.

    Aan de hand van de resultaten van dat onderzoek heeft Quetelet een formule bedacht die de verhouding tussen lengte en gewicht aangaf van deze groep onderzochte mannen en die bijdroeg aan de bevestiging/onderbouwing van zijn hypothese ‘le homme moyen’. De gemiddelde mens dus.

    Later is de formule overgenomen in allerlei andere sociaal maatschappelijke kringen- passend bij de tijdsgeest- en opgepikt door de geneeskunst. BMI wordt nu al behoorlijke tijd toegepast als DE formule om het ideale gewicht te berekenen.

    Wie goed heeft opgelet, weet onmiddellijk waarom het gebruik van BMI bezwaarlijk is.
    1. If anything, zegt de formule alleen maar iets over de gemiddelde verhouding tussen lengte en gewicht van de onderzochte groep Belgische mannelijke mijnwerkers rond 1840. Ongewijzigde toepassing van dezelfde formule om een ‘gezond gewicht’ te berekenen voor een veelvoud aan bevolkingsgroepen van alle leeftijden en zonder acht te slaan op geslacht, past daarom niet.
    2. De formule zegt niets over ‘gezond’. “Gezond” was geen premisse en ook van geen enkel belang voor Quetelet.
    3 BMI houdt geen enkele rekening met lichaamssamenstelling. Zo kan een bodybuilder (man of vrouw) eenvoudig ‘obees’ zijn op grond van BMI, maar een zeer laag vetpercentage hebben.
    4. BMI houdt geen rekening met variabelen als ethniciteit of leeftijd.
    5. De formule is een tool die bedoeld is voor sociale statistiek en leent zich niet goed voor toepassing in de gezondheidszorg.
    6. Le homme moyen bestaat niet. Er zijn geen gemiddelde mensen.

    overigens is er behoorlijk wat kritiek op het gebruik van BMI. Voor geïnteresseerden: kijk lekker een beetje rond op Pubmed.

    KORTOM: BMI zegt geen fluit. laat je er niet door kisten. Laat het ook niet van BMI afhangen of je hulp mag zoeken/ontvangen of niet. Your struggles are valid, whether they fit into a specific BMI-range or not.

    1. Mooi gezegd!
      Dankje voor je uitleg.

      Inderdaad bmi wordt nog steeds veel te veel waarde aan gehecht.
      Soms vergeten ze de botmassa, spiermassa. ook belangrijk voor je gewicht.
      Zo kan iemand met weinig bot- en spiermassa en een hoog vetmassa, gewoon nog binnen een “gezond bmi” zitten, terwijl hij misschien ongezond dik is, en als hij omvalt zo een heup breekt. Terwijl de buurvrouw vanwege haar sporten en gezonde voeding, een “te hoog” bmi kan hebben, terwijl zij volledig gezond is.

      Ik kan dan ook niet begrijpen dat in de zorg er nog zo veel de nadruk op wordt gelegd.

  10. Zowel met gezond gewicht als met ondergewicht was ik alles behalve gezond door al dat braken en compenseren. Dus BMI zegt vrij weinig over je gezondheid ongeacht je gewicht.

  11. Ik denk dat het wel iets zegt maar lang niet alles. Ieders bouw is verschillend. Of je dikkere of dunnere benen, kortere of langere benen, breder of smaller gebouwd bent, grotere of kleinere borsten hebt, Europees of Aziatisch bent enz. kan uitmaken. Dan nog kan je met een normaal of laag gewicht een te hoog vetpercentage hebben en te weinig spieren. Gebeurt vaak met een eetstoornis dat je spierafbraak krijgt door weinig/eenzijdig eten.
    Moest bij mijn opname op een minimumgewicht komen van bijna 21, wat ik dus nooit gehaald heb. Zag meiden, kleiner van stuk, met bolle toeten die nog niet op hun streefgewicht zaten en wat langere meiden die al op hun streefgewicht zaten maar nog sprieten waren. Zit nu een streepje onder wat volgens de tabellen een normaal gewicht zou zijn maar voel me er prima bij en ik heb een stabiel gewicht en doe geen rare dingen met eten.

    1. het is niet de bedoeling om hier bmi’s te gaan noemen denk ik

  12. De BMI is geen goede maat voor mensen 1.8m. Reken voor de grap maar eens een BMI van een baby uit.

  13. Ik bedoelde, mensen >180 cm en

  14. kleiner dan 160cm

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *