“In nood leert men zijn vrienden kennen”, zeggen ze weleens, maar toen ik in behandeling ging voor mijn eetstoornis, heb ik het zelf ondervonden. Vrienden zijn er om je te steunen, maar van je (gezonde) vrienden kan je ook iets leren: dit is wat ik opsteek van mijn (gezonde) vriendinnen!
Eten is fijn, de controle loslaten mag
Wanneer ik samen met mijn vriendinnen uit eten ga, merk ik dat zij vooral bezig zijn met andere zaken dan hun calorie-inname. Ze willen lékker eten, gezellig bijbabbelen met wat wijn en een fijne avond hebben. Ze bestellen waar ze op dat moment zin in hebben en gaan niet angstig zitten tellen. Die houding vind ik heel erg motiverend: het is zalig de controle los te laten! Op feestjes tellen ze niet hoeveel handjes chips ze hebben gehad, en na een avondje dansen hebben ze geen idee hoeveel drankjes ze net binnengespeeld hebben. Waar zij op focussen, is of het plezant was en of het gesmaakt heeft. Bovendien zijn ze niet obsessief bezig met het plannen van hun maaltijden en draait hun leven niet rond eten en hun gewicht: deze meisjes zijn echt een aanwinst in mijn omgeving.
Je wordt niet van het minste zwaar
Ook heel fijn om zien: de bovengenoemde vriendinnen smullen van frietjes en koeken, en hebben toch een gezond gewicht. Ze zien er zelfs ontzettend goed uit. In het begin van mijn behandeling geloofde ik dat je gewicht de hoogte in kon schieten van die ene pizza, van dat stuk chocolade of van een fruitsap. Niet dus. Een normaal functionerend lichaam kan best wel wat aan, en dat demonstreren mijn girls geregeld 😉 Door te zien dat zij fatsoenlijk eten, durf ik ook veel sneller wat dapperder zijn.
Een maaltijd overslaan gebeurt, eentje extra hebben ook
Dat noemen ze ‘normaal’. Wanneer iemand uit mijn vriendenkring het ontbijt of een tussendoortje overslaat, heb ik het hier best lastig mee. Maar ik moet eerlijk durven zijn en inzien dat diezelfde persoon op een ander moment wat extra eet en aan een hoger aantal calorieën komt dan je strikt genomen nodig hebt. Toch lopen ze hier niet over te piekeren en geen rekensommen te maken in hun hoofd. Hetzelfde geldt voor beweging: soms wordt er vijf dagen per week gesport, om dan een week lang in de zetel te liggen. Zo’n dingen gebeuren nu eenmaal ☺
Er zijn andere manieren om met verdriet om te gaan
Wanneer ik niet goed in mijn vel zit, heb ik nog altijd de neiging om me wat af te zonderen en minder goed te eten. Maar het kan ook anders: ik zie dat mijn vriendinnen net gezelschap opzoeken of eens fatsoenlijk huilen wanneer alles tegen lijkt te zitten. Sommigen zetten muziek op, anderen plannen een avondje uitgaan en sommige meisjes schrijven het van zich af. Zoek ook voor jezelf een manier om negatieve gevoelens te kanaliseren. Ze helemaal wegkrijgen gaat misschien niet lukken, maar vluchten in een eetstoornis heeft geen zin en lost niets op.
Je bent iets waard, en je leven ook
Mijn omgeving heeft best wat moeten pikken van mij toen ik in het diepst van mijn eetstoornis zat. Ik was humeurig, controlerend, asociaal en allesbehalve gezellig. Op een gegeven moment leek hier zelfs geen eind aan te komen, en toch bleven mijn vriendinnen me steunen en aanmoedigen. Kijk eens naar de mensen in je omgeving die jou blijven helpen: zouden ze dit volhouden als jij een slecht persoon was? Ongetwijfeld niet. Mijn vrienden hebben me door hun geduld laten zien dat ze mij de moeite waard vinden, en hier moet ik hen heel erg dankbaar om zijn. Bovendien zijn zij wat mijn leven net waardevol maakt: elke avond alleen zitten omdat ik moe ben en mijn gewicht onder controle wil houden komt nog niet in de buurt van de voldoening die ik kan krijgen van een feestje met mijn vriendinnen!
Het leven is mooi, en mijn vrienden zijn de beste die ik kan wensen. Dus die eetstoornis, die moet eraan, zodat ik weer een even goede vriendin voor die schatjes kan zijn.
Hoe helpen jouw vrienden je?
Geef een reactie