Ik mag niet meer wegen. En dan heb ik het niet over mijzelf, op een personenweegschaal, want dat doe ik allang niet meer, dat wil ik namelijk helemaal niet (meer) weten. Nee, ik bedoel het afwegen van elk grammetje voedsel dat mijn lippen passeert. En dat zal lastig worden want net zoals mijn eetstoornis 20 jaar oud is is mijn eetweeggedrag dat ook. Dus dat eruit krijgen wordt een klus.
Ik hoor je denken: ‘Gooi die keukenweegschaal dan weg, in de vuilnis met dat ding!’ en dat heb ik al vaak overwogen. Maar dan denkt de zuunige Hollander in mij: Ja maar, dat is toch zonde? Wat dan als ik koekjes wil bakken met de kinderen? Met patisserie moet namelijk altijd alles precies, daarbij werkt een snufje zus en een handje zo niet, dan krijg je misbaksels. Of stel dat ik een envelop wil afwegen om te weten hoeveel postzegels ik erop moet plakken? Dus nee, helemaal weg is geen optie. Zijn dit nu saboterende hersenspinsels ingegeven door mijn eetstoornis of toch gewoon rationele gedachten? Ik weet het niet, ik vind ze lastig te onderscheiden. Maar goed, de weegschaal de keuken uit kan natuurlijk wél. Krijgt-ie gewoon een nieuw onderkomen in de woonkamer op het bureautje bij de enveloppen en de ansichtkaarten en de Rolodex.
En dan dus eten zonder te weten hoeveel iets weegt. En dus zonder te weten hoeveel calorieën iets bevat. HELP! Doodeng vind ik dat. Weg controle. Een boterham pakken en die zonder blikken en blozen op mijn bord leggen zonder eerst dat bord op mijn trouwe vriend de keukenweegschaal te zetten, deze te tarreren en te zorgen dat er precies xx gram aan boterham ligt. En dan bedoel ik echt precies. Dus als er iets meer gram ligt moet er een stukje af. Ligt er dan xx gram moet er weer wat bij. Resultaat: veel tijd kwijt, een bizarre obsessie en een heleboel stukjes afgescheurde boterham die de vuilnisbak in verdwijnen.
Yoghurt in een schaaltje gieten, net zo iets. Hoe weet ik nou of ik niet teveel of juist te weinig neem? Want vreemd genoeg vind ik te weinig bijna net zo erg als te veel. Van de hoeveelheden die ik in mijn hoofd heb bestempeld als ‘acceptabel’ en ‘veilig’ mag ik alles en het zou zonde zijn als, áls ik dan eet, ik daarvan geen gebruik zou maken. En bovendien leidt dergelijke restrictie misschien wel tot een eetbui, net zoals de getallen overschrijden dat doet. Met andere woorden: (weer) flinke chaos in mijn hoofd.
En vandaar dat het moet, stoppen met wegen. Dus dat doe ik. En weet je wat nu zo bijzonder is? Het geeft rust. Ik verspil geen tijd meer met eindeloos getut totdat precies dát cijfer op de display staat. En teveel of te weinig geeft mijn lijf wel aan. De angst voor aankomen is er nog wel, ik weet niet of die ooit nog zal weggaan, die zit zo diep. Maar naarmate de therapie vordert lijkt het me minder te kunnen schelen. Ik denk steeds vaker: dit ben ik, deal with it. En dat helpt met de angst.
Ik was zoals gezegd tevens bang dat als ik niet zou wegen ik vanwege het zogenaamde ‘controleverlies’ eetbuien zou krijgen. Maar dat is een self-fullfilling prophecy, een voorspelling, een belofte, een achterdeurtje dat al half open staat en uitnodigt de drempel te overschrijden. Die achterdeur dichthouden blijft een gevecht, de eetstoornis trekt namelijk met al haar macht aan de klink aan de andere kant. Maar ik trek terug, net zolang totdat dat kreng is uitgeput, het opgeeft en denkt: laat maar, deze chick is sterker dan ik.
Fotografie: Emma Brown
Geef een reactie