Een Interview met Hans Bloks
Hoofd behandelaar van de Ursula Kliniek
Dr. Hans Bloks is klinisch psycholoog en psychotherapeut. Hij is werkzaam als hoofd behandelaar van de klinische afdeling van het Centrum Eetstoornissen Ursula in Leidschendam, het grootste en meest gespecialiseerde centrum voor eetstoornissen in Nederland. proud2Bme leek het interessant, mede n.a.v. zijn boek Eetstoornissen en overgewicht, hem eens aan een interview te onderwerpen.
Kunt u kort iets vertellen over uw motivatie om te willen werken als hulpverlener op het gebied van eetstoornissen?
Al tijdens mijn studie raakte ik als stagiaire in een algemeen ziekenhuis waar cliënten met anorexia werden opgenomen gefascineerd door de stoornis en het samenspel van psychische en lichamelijke aspecten. Ik heb me steeds afgevraagd wat het is dat iemand zo ver kan gaan in het afvallen, wat daar achter verborgen zit en hoe iemand te motiveren de weg terug weer op te gaan en te ontdekken waarom ze de anorexia hebben gekregen en wat het met hen deed. ###
Wat vindt u leuk aan uw werk en wat niet?
Het leukste en meest dankbare van het werk in de Ursula kliniek is als je iemand ziet knokken en op ziet knappen van de eetstoornis. Het zwaarste werk wordt natuurlijk door de cliënt zelf geleverd maar als behandelaar kun je een belangrijke ondersteunende en stimulerende rol hebben in de begeleiding. Daarnaast vind ik het werken in teamverband ook erg leuk
Hoe beoordeelt u of iemand wel of niet moet worden opgenomen in de kliniek?
Om te beoordelen of iemand opgenomen moet worden zijn een aantal dingen van belang. Als je voor het eerst hulp zoekt en nog maar kort een eetstoornis hebt en je kan nog naar school of werk, je hebt nog goede contacten met je vriendinnen en thuis lopen de spanningen ook nog niet zo hoog op, dan hoef je niet te worden opgenomen maar krijg je als je hulp zoekt altijd eerst ambulante behandeling.
Als je op het CEU wordt opgenomen gebeurt dat altijd vrijwillig. Met andere collega’s kijken we dan of we denken dat een cliënt het meest gebaat is bij een klinische behandeling. Dat is het geval als we verwachten dat iemand veel steun en structuur en intensieve begeleiding nodig heeft. Als een cliënt al veel ambulante of deeltijdbehandeling heeft gehad waarmee het niet gelukt is van de eetstoornis te herstellen, kan een opname net dat beetje extra geven, ook omdat je dan even uit je natuurlijke omgeving bent en al je energie kan stoppen in het werken aan je herstel.
Er zijn ook bepaalde redenen waarom een opname nodig is. b.v. als je zo erg verzwakt bent dat je in een hele gevaarlijke, levensbedreigende, lichamelijke conditie terecht bent gekomen, of als je door je eetstoornis een heel laag kaliumgehalte in je bloed hebt wat gevolgen heeft voor je hartritme. Een reden voor opname kan ook zijn dat je erg depressief bent of dat je geen contacten meer hebt en niet meer werkt of studeert. Soms worden cliënten opgenomen omdat de ouders uitgeput zijn.
Wat vindt u dat er binnen de eetstoornis hulpverlening nodig moet veranderen?
Er zijn een paar dingen waarvan ik vind dat we die nog beter kunnen doen. Hoewel we daar al mee bezig zijn denk ik dat we de behandeling nog meer in overleg met de cliënt op maat moeten maken, wat inhoudt dat we samen met de cliënt moeten kijken wat de cliënt nodig heeft, waar de cliënt aan wil werken en welke stappen dan haalbaar zijn. Ook denk ik dat we moeten kijken of we beter toegankelijk kunnen worden en als cliënten zich aanmelden of verwezen worden we meer stil moeten staan bij de vragen die zij hebben.
Hoe kwam u tot het schrijven van het boek “eetstoornissen en overgewicht”?
Het idee tot het schrijven van het boek kwam van de uitgever. Deze vroeg mij of ik er wat voor voelde om een algemeen informatief boek over eetstoornissen en overgewicht te schrijven. Het leek me wel een leuk idee om mijn ervaringen in een boek op te schrijven.
Voor wie is dit boek aan te raden om eens te lezen en waarom? (En wat maakt het anders dan andere boeken over eetstoornissen)
Het is een algemeen informatief boek. Het geeft veel informatie voor mensen die b.v. voor het eerst in aanraking komen met eetstoornissen, maar ook als je er al langer last van hebt staat er veel nuttige informatie in b.v. over hoe een opname eruit ziet en hoe dat in zijn werk gaat.
Daar zit denk ik ook het grootste verschil met andere boeken, in de vergelijking van wat de voor en de nadelen zijn van de verschillende behandelingen. Dat kan helpen bij het maken van een keuze als je hulp zoekt. Het is geen zelfhulpboek, maar er staan wel veel praktische tips in, ook voor ouders, broers en zussen en vriend(inn)en. Ook behandelaren kunnen door het lezen een beter begrip van eetstoornissen en de mogelijkheden van behandeling krijgen.
Hoe staat het met uw eigen zelfbeeld?
Het begrip zelfbeeld vind ik een lastige. Het verwijst naar hoe je jezelf ziet. Het is moeilijk om jezelf te beoordelen. Als je aan anderen zou vragen hoe ze je zien krijg je misschien een heel ander beeld. Als je in je jeugd veel kritiek krijgt kan je jezelf negatief gaan zien. Ik denk dat andere mensen mij als een rustig, misschien wel te bescheiden persoon zien. Zelf zie ik mezelf als een positief ingesteld en optimistisch mens. Gelukkig sluit het één het ander niet uit.
Hoe gaat u persoonlijk om met cliënten die niet beter worden?
Helaas herstelt niet iedereen van een eetstoornis. Als het na vele pogingen niet lukt kan dat frustrerend zijn. Ik probeer dat te accepteren en met de cliënt te kijken wat voor mogelijkheden er nog wel zijn. Als het in de behandeling niet lukt, bespreek ik dat en geef ik ook aan dat het de behandelaren niet gelukt is om dat gene te bieden wat de cliënt op dat moment nodig had.
Wat is volgens u de grootste moeilijkheid aan het herstellen van een eetstoornis?
De grootste moeilijkheid voor het herstellen is denk ik dat het moeilijk is om de eetstoornis los te laten, als de eetstoornis je geholpen heeft om bepaalde moeilijkheden of negatieve gevoelens te overwinnen. Je eetstoornis is dan als het ware een vriend(in) tot wie je altijd je toevlucht kan zoeken. Je raakt dan erg gehecht aan de eetstoornis en het kan een manier van leven voor je worden. Als je door je eetstoornis in een soort verdoving terechtkomt is het ook moeilijk omdat je dan niet goed beseft wat er met je aan de hand is en wat de consequenties zijn voor je verdere leven als je in die situatie blijft.
In hoeverre kan je een eetstoornis definieren als “een vlucht voor de gevoelens die voortkomen uit een negatief zelfbeeld”?
Zoals ik in de vorige vraag al zei kan een eetstoornis je helpen om negatieve gevoelens te overwinnen, het vluchten voor gevoelens die voortkomen uit een negatief zelfbeeld is vaak een belangrijk motief voor de eetstoornis, je wil je onzichtbaar maken, vindt jezelf niet de moeite waard, het enige wat je goed kan is lijnen en dat helpt bij het verdoven van de negatieve gevoelens. Je kan vanuit negatieve gevoelens ook extreem gericht zijn op je figuur en je uiterlijk. Mensen met eetstoornissen hebben over het algemeen weinig zelfvertrouwen, maar een eetstoornis hoeft niet altijd een vlucht voor de negatieve gevoelens te zijn. Soms is het ook een manier om met spanning om te gaan, of een manier om orde in je leven te scheppen. Het kan ook een verslaving zijn, of een manier om juist bijzonder te zijn.
Zijn alle meiden/ jongens met een eetstoornis bang om verantwoordelijkheid voor zichzelf en hun leven te nemen?
Vaak zie je dat de eetstoornis inderdaad een rol speelt bij de angst om verantwoordelijkheid te nemen, de angst om volwassen te worden. Dat komt omdat cliënten denken dat ze aan allerlei verwachtingen moet voldoen als ze volwassen zijn. Hun idee van die verwachtingen waaraan ze moeten voldoen ligt vaak erg hoog, hoger dan in de werkelijkheid het geval is. Omdat ze de lat zo hoog leggen zien ze daar erg tegenop en worden ze er angstig voor. Hoewel dat dus zeker een rol kan spelen zijn niet alle meiden of jongens met een eetstoornis bang om die verantwoordelijkheid te nemen voor hun leven. Er zijn ook meiden die dat juist wel willen en willen werken aan herstel van de eetstoornis, zij vinden het juist erg dat ze door de eetstoornis niet meer kunnen doen wat ze graag willen.
Hoe kunnen ouders en omstanders het best omgaan met iemand met een eetstoornis?
Ouders en omstanders kunnen het best proberen begrip te hebben en iemand als persoon te respecteren. Het is beter om te proberen niet te strijden over het eten of iemand proberen te dwingen om te gaan eten. Iemand is niet alleen de eetstoornis maar vooral een mens die daarnaast ook een eetstoornis heeft. Ouders kunnen proberen in contact te blijven en in gesprek te achterhalen waar hun kind last van heeft, wat er verscholen zit achter de eetstoornis. Vriendinnen kunnen ook beter proberen in contact te blijven en het over andere dingen te hebben dan eten. Dat kan moeilijk zijn als de persoon met de eetstoornis het alleen nog maar over eten heeft. Het is belangrijk om iemand te motiveren tot het zoeken van de juiste hulp, want hoe eerder je erbij bent, des te groter is de kans op herstel.
Geef een reactie