Al eerder schreef ik blogs over hoe yoga, wat vroeger regelmatig deed, een positieve invloed op mijn leven en lichaamsbeeld heeft gehad. Dat is zeker waar, maar er zit ook een keerzijde aan het verhaal. Zo heeft yoga mijn eetstoornis op sommige momenten ook wel gevoed. Het was een manier om calorieën te verbranden en het perfecte lichaam te krijgen. Ik keek op naar de yogi’s op Instagram en ambieerde een perfect herstel waarin ik altijd zen zou zijn. Dat dit voor mij niet zo werkte, was een pittige tegenslag waar ik uiteindelijk wel veel van heb geleerd.
Competatief
In yoga is geen competitie. Er is geen wedstrijdelement. Je doet het voor jezelf. Hoe logisch de woorden van de instructeur ook klonken, zo weinig kwamen ze naar voren op mijn roze yogamatje. Er viel niks te winnen met yoga, maar toch bleef ik bij elke pose om me heen kijken hoe anderen het deden. Hou ik beter mijn balans? Heb ik meer kracht in mijn benen en armen? Kan ik nog een lach op mijn gezicht toveren? Is mijn stretch dieper dan die van jou? Het zou niks uit moeten maken, maar dat deed het voor mij wel. Ik maakte van alles een competitie. Als iemand me op straat voorbij reed met de fiets, keek ik altijd of die fiets niet elektrisch was. Zo wel? Dan was het oké. Zo niet? Dan was ik blijkbaar te langzaam. Alles was een wedstrijdje. Ook yoga.
Ging ik deze competitie niet met een ander aan? Dan deed ik dat wel met mezelf. Het moest sterker, leniger, beter en mooier. De poses uitvoeren precies zoals ze in het boekje stonden en als het even kon nog beter. Ze zeggen wel eens dat je niet goed of slecht kan zijn in yoga. Dat ging bij mij niet op. Natuurlijk kon je er goed in zijn, vond ik, maar bovenal kon je ergens slecht in zijn. En dat was wat ik absoluut niet wilde. Hierdoor had yoga voor mij niet de ontspannende en helende werking die anderen wel leken te ervaren. In theorie begreep ik best hoe het voor een ander zou werken; dat je die competitie los zou moeten kunnen laten. Mij lukte het niet.
Niet meteen in ieder geval, want het onderwerp hield me wel bezig. Ik was natuurlijk op allerlei andere vlakken ook bezig met zelfontwikkeling en zelfacceptatie. Dit nam ik mee de mat op en wat ik op de mat leerde, nam ik weer mee terug in de rest van mijn leven. Het was een beetje een wisselwerking. De uitspraken die her en der vielen nam ik bewust en onbewust mee. Zetten me aan het denken. Yoga is geen competitie. Je kan niet goed zijn in yoga. Jij moet je niet aanpassen aan de poses, de poses moeten zich aanpassen aan jou. Het gaat er om dat je je goed voelt. Luister naar je lichaam en wat jij nodig hebt. Je mag het voelen, maar het mag geen pijn doen. Het doel is dat het goed voor je voelt. Maak daar desnoods een wedstrijd van. Wat voelt het meest goed? Hoe kan je zo goed mogelijk mild zijn voor jezelf? Hoe kan je zo goed mogelijk je niet laten opfokken de hele tijd?
Het is misschien een beetje krom, maar deze manier van omdenken werkte wel voor mij. Ga eens een leuke wedstrijd aan met jezelf. Probeer het beste te zijn in luisteren naar wat je lichaam nodig heeft. Probeer het beste te zijn in niet vergelijken met anderen. Probeer het beste te zijn in het loslaten van ‘het beste’ moeten zijn. Lekker dat dat voelt! Dat wedstrijdgevoel heb ik nooit helemaal los kunnen laten. Het zit een beetje in me en het is ook een drijfveer. Prima, zolang het geen nare vormen aanneemt. Stiekem kijk ik nog steeds wel of de fietsen die mij voorbijrijden geen elektrische aandrijving hebben, maar nu probeer ik iets anders zo goed mogelijk te doen. Ik grinnik wel eens om mezelf als ik denk: kijk eens hoe góed ik me hier helemaal niks van aantrek!
Calorieën verbranden
Je hebt een hoop verschillende soorten yoga. De ene vorm van yoga is de andere niet en de ene leraar is de andere niet. Daarnaast maakt het een wereld van verschil met wat voor mindset jij een yogales bezoekt. Dat is iets wat ik wel degelijk heb gemerkt. Bij mijn eerste yogales belandde ik een soort van per ongeluk. Het was buiten in het park op een zonnige dag. Er werd aandacht besteed aan meditatie, maar ook aan plezier maken door samen poses aan te nemen. Ik voelde me verbonden met mezelf, mijn medemens en was echt tot rust gekomen. Dat was zo’n fijn gevoel dat ik meer yoga wilde doen. Al snel kwam ik er achter dat yoga ook wel een pittige work-out kan zijn. Dit besef triggerde mijn eetstoornis, want een work-out betekent: calorieën verbranden!
Als je merkt dat dit bij jou ook speelt, is het iets om voor te waken. Niet omdat je geen calorieën mag verbranden of omdat je lichaam het wel of juist niet nodig heeft, maar omdat dit soort gedachten je eetstoornis kunnen voeden. Voor mijn lichaam kon yoga doen op dat moment echt geen kwaad, maar in mijn hoofd was ik alleen maar bezig met calorieën tellen en verbranden. Die obsessie maakte ook dat ik het vaak niet goed genoeg vond, dat ik strengere regels ging opstellen, mezelf meer isoleerde en steeds banger werd. Dit werd steeds sterker en krampachtiger, of ik vond mijn ontlading in een eetbui, om het hele riedeltje vervolgens weer van voor af aan te beginnen. Ik zeg niet dat dit bij iedereen zo gaat, maar voor mij was het een valkuil, dus waak ervoor. Er is niks mis met werken aan een sterker en fitter lichaam, goed juist, maar je eetstoornis sterker maken is niet goed. Sporten moet gezond en leuk zijn, voor je lijf én voor je hoofd. Als dat op dit moment niet haalbaar is, kan je het beter even loslaten.
Een perfect lichaam
Het duurde niet lang voordat ik voor het eerst een foto van een yoga pose op Instagram deelde. Op dit platform kon je talloze afgetrainde yogi’s in indrukwekkende poses bekijken. Het duurde dan ook niet lang voordat ik mijn eerste foto met yoga pose er weer afhaalde. Ik verdween in het niets naast al die mooie mensen, vond ik. Met mooie foto’s op mooie locaties. En met bovenal mooie lichamen. In mijn hoofd was het dankzij yoga dat zij deze lichamen hadden. Of andersom; dat ze goed waren in yoga doordat ze zo’n mooi lichaam hadden. Hoe dan ook, ik wilde ook zo’n lichaam. Met yoga als tools, maar ook als drijfveer. Als ik goed wilde zijn, op wilde vallen, niet meer in het niets wilde verdwijnen, moest ik goed zijn in yoga én een perfect lichaam hebben.
Verpakt in een laagje van spieropbouw, zen en natuur, was dat perfecte lichaam eigenlijk niets anders dan het onrealistische lichaamsbeeld van dunne modellen op een catwalk. Sommige mensen hebben een bepaald lijf, andere mensen niet. De meeste mensen hebben geen modellenlichaam met sickpack en zongebruinde benen. Al is dat best lastig om nog te geloven wanneer de tijdlijn van jouw social media vol staat met dit soort plaatjes. Plaatjes die in scene zijn gezet, met een filter en misschien zelfs een Photoshop-correctie. Daarnaast keek ik met eetstoornis-ogen naar de lichamen van anderen. Ik keek alleen naar wat ik goed bij hen vond en slecht bij mezelf.
Niet om mensen met een bepaalde lichaam te bashen, want hou ten allen tijden van jezelf, maar wel om uit te nodigen verder te kijken: kijk eens naar de mensen in jouw yoga-les. Hoe zien die eruit? Wat vind je daarvan? Mijn favoriete yoga-lerares rookte en had wat overgewicht, maar man, wat een inspiratie was zij. Waarom zou je pas goed genoeg zijn met een bepaald lichaam? Zorg goed voor jezelf. Wees gezond. Vind je kracht, lichamelijk en geestelijk. Voel je af en toe zwak en ellendig, dat is menselijk. Dat wedstrijdelement; laat het los. Het leven is geen wedstrijd.
Het perfecte herstelverhaal
Over wedstrijden en je goed genoeg voelen gesproken… Een tijdje terug schreef Lonneke de blog ‘Ik was niet goed genoeg hersteld‘. Deze blog schreef ze naar aanleiding van een documentaire die online kwam. In de documentaire werd het succesverhaal van iemand getoond die hersteld was van haar eetstoornis door middel van yoga. Een mooi een krachtig verhaal, dat is zeker. Een documentaire die op geen enkele manier negatief bedoeld is, maar een documentaire met woorden die mijn eetstoornis makkelijk zou weten te verdraaien. Het perfecte herstelverhaal. Iets dat ik nooit zou bereiken…
Het is iets dat ik vaker zie op social media: voor- en na foto’s van vermagerde lichamen naast gespierde lichamen. Mijn lichaam was nooit zo vermagerd. In eetstoorniswoorden: niet erg genoeg. Mijn lichaam was nooit zo gespierd. In eetstoorniswoorden: niet goed genoeg. Het was nooit genoeg. Ik was maar gemiddeld. Geen uitzondering. Geen succesverhaal. Geen verhaal voor in een boek of film. Gewoon Irene. Irene de veelvraat met twee linkervoeten en een slap lichaam. Twee stappen vooruit en dan weer terugvallen. Irene die maar aan bleef modderen. Op zich wel functioneerde, maar toch nooit echt gelukkig was. Herstellen van mijn eetstoornis voelde alles behalve krachtig. Ik verwachte euforie, maar kreeg een anti-climax. Hoe kon ik ooit van mezelf leren houden? Hoe kon ik ooit gelukkig zijn? Een verhaal op zich, te lang voor dit artikel. In de blog ‘Voor als je gelukkig wilt zijn‘, schrijf ik hier uitgebreid over.
Leren van je fouten
In eerder blogs ben ik altijd erg positief over yoga, ondanks dat ik het nu niet meer zoveel doe. Een periode van m’n leven heb er ik onwijs veel uit weten te halen. Nu nog steeds wel, met vlagen, en dat is oké. Het is niet meer alles of niets. Het is waar ik behoefte aan heb. Hoewel ik tegen een hoop dingen aan ben gelopen, heb ik ook een hoop geleerd van yoga. Júist omdat ik tegen al deze dingen aanliep eigenlijk, want dat gaf mij de noodzaak om er over na te denken. The temple of failure, een term die ik tijdens mijn studie op de kunstacademie heb geleerd, is hier heel goed toepasbaar. Wie nooit fouten maakt, blijft blijkbaar binnen zijn of haar comfort zone. Geef je jezelf de mogelijkheid om te groeien, of houd je jezelf klein omdat je bang bent om je hoofd te stoten? Stoot je hoofd eens. Kijk waar je je aan stootte en kijk dan om je heen naar andere mogelijkheden. Proberen, ondervinden en reflecteren. Dat is hoe je leert van je fouten.
En dat kost tijd, dat weet ik. Ik weet ook hoe frustrerend dat is. Voor je gevoel stoot je je hoofd wel tien keer tegen dezelfde dingen. Dat is niet gek als een bepaalde manier van doen of denken heel diep in je systeem zit. Het kost tijd en aandacht om dat te veranderen. Durf kritisch te zijn naar jezelf, zonder jezelf af te straffen. Ga op zoek naar wat goed voor jou is. Waar voel jij je goed bij? Wat heb je nodig? Is dat vergelijken met anderen? Is dat het streven naar een perfect lichaam? Is dat het ontwikkelen van kracht of het zoeken van rust? Is het elke dag hetzelfde of veranderen je behoeften? Ik leerde veel vanuit yoga, maar dat is ook omdat ik op andere vlakken in mijn leven bezig was met zelfontwikkeling. Ik denk dat ik dit evengoed ergens anders had kunnen leren, maar yoga trok mijn interesse. Daar is geen goed of fout in. Het is maar net wat bij jou past en wat jij fijn vindt.
Doe jij aan yoga en helpt het jou?
Geef een reactie