Uit een recent afstudeeronderzoek van Suzanne Verschueren blijkt dat bij bijna de helft van patiënten met anorexia nervosa sprake is van zelfbeschadiging. Drieënveertig procent doet zichzelf opzettelijk en vaker lichamelijk pijn. Ondanks dat dit zoveel voorkomt blijkt dit verschijnsel volgens het onderzoek nauwelijks tot niet onderwerp van gesprek binnen de behandeling van eetstoornissen te zijn.
Het onderzoek werd gedaan onder 158 cliënten met een eetstoornis, bij twee verschillende hulpinstanties. De drang om zichzelf pijn te doen komt voort uit bepaalde negatieve emoties waaronder ‘dik voelen’ en ‘angst om aan te komen’. Daarnaast komt de drang voort uit een vorm van zelfbestraffing wanneer men het gevoel heeft te hebben gefaald of niet goed genoeg te zijn. De drang kan volgens het onderzoek worden verminderd door afleiding te zoeken in sporten en bewegen. Een andere manier van deze drang tegengaan is door te weinig te eten. Hierdoor wordt het ene destructieve gedrag echter vervangen door het andere destructieve gedrag.
De cliënten geven aan zichzelf pijn te doen om spanning te verminderen. Volgens hen is dit een eenvoudige oplossing omdat ze hiermee geen hulp in hoeven te schakelen van anderen mensen. De cliënten zien het gedoe erna als negatieve bijkomstigheid. Ook spelen schaamte en negatieve reacties van anderen een grote rol.
Volgens de ondervraagde cliënten is zelfbeschadiging binnen de twee hulpinstanties geen onderwerp van gesprek. Het lijkt hen echter wel verstandig dit onderwerp van gesprek te maken, mits één op één met een hulpverlener. De betreffende hulpverlener moet betrouwbaar zijn en vooral aandacht hebben voor de persoon en de achterliggende problematiek in plaats van voor enkel het gedrag.
Suzanne Verschueren won met haar onderzoek de Johanna Diepenveen Speekenbrinkprijs 2013: Een stimuleringsprijs voor een afstudeeronderzoek van bijzondere kwaliteit.
Ik heb navraag gedaan binnen het Centrum Eetstoornissen Ursula en hier wordt aangegeven dat zelfbeschadiging af en toe wel onderwerp van gesprek is. Wanneer iemand in de groep aangeeft dat deze zichzelf pijn heeft gedaan, dan wordt er of in de groep of individueel over gesproken: Hoe kwam het? Hoe kan het worden voorkomen? Er wordt niet gewerkt met signalen of waarschuwingen. Uitgebreid in de groep praten over zelfbeschadiging wordt niet gedaan omdat het dan enkel gaat over uiterlijk gedrag, terwijl het beter kan gaan over de problematiek die eraan ten grondslag ligt. Het voortdurend aandacht geven van negatief/ destructief gedrag kan binnen een groep ook zorgen voor kopieergedrag, waardoor andere cliënten destructief gedrag nadoen om ook die zorg en aandacht te krijgen.
Er zijn tevens instanties waar wel gewerkt wordt met signalen of non-contracten. Wanneer dan bijvoorbeeld vaker dan drie maal een signaal is gegeven of het non-contract is verbroken wordt iemand tijdelijk buiten therapie gezet. Dit kan er echter ook voor zorgen dat destructief gedrag wordt verzwegen.
Zelfbeschadiging is nooit een goede manier om met negatieve gevoelens om te gaan. Het verslechtert je zelfbeeld, het zorgt voor schaamte en vervreemding van je omgeving en zorgt uiteindelijk voor veel, onvoorziene, spijt van de zelfbeschadiging.
Geef een reactie