Ik herinner het me nog als de dag van gisteren. Het was vrijdagochtend in de deeltijd. We lopen het groepslokaal naar binnen waar vier therapeuten en het hoofd van de afdeling, duidelijk aangeslagen, ons opwachten. Dit was niet de normale gang van zaken. Wat was er aan de hand? En waar was Fieke? Ze zou toch niet….?!
Als negentienjarige kwam ik binnen de volwassenpsychiatrie terecht. Daar zat ik dan als kwetsbaar meisje in een vrouwengroep vol huismoeders.
Ik keek erg uit naar een leeftijdsgenootje die zou aansluiten. En daar was ze dan eindelijk, Fieke 18 jaar. Samen werden we verwarmd en bemoederd als de dochters van de club. Het voelde alsof ik er een zusje bij had gekregen. We zaten naast elkaar en keken elkaar vaak lachend aan wanneer onze moeders weer eens vertelden over hun eigen puberende kinderen en de moeilijkheden waar ze tegenaan liepen. Als ervaringsdeskundige op het gebied van ‘dochter van’ voorzagen wij onze groepsgenoten van adviezen. ‘Hoe ga je om met je kinderen?’ Wat hadden we op die manier een lol samen. Zonder een woord wisten we elkaar vaak zo goed te begrijpen en aan te voelen.
Maar dan was daar de dag waarbij niemand bij je leek binnen te dringen. De hele dag staarde je zwijgend voor je uit. Ik zag je worstelen om nog iets uit te kunnen brengen. Maar zodra je het probeerde, werd je overspoeld door tranen en lieten de woorden het afweten. Je hield je afzijdig deze dag en niemand wist wat er op dat moment door je heen ging. Zoals gewoonlijk werd de dag afgesloten met de dagsluiting. Er werd een rondje gemaakt met hoe het vandaag voor iedereen geweest was. Jij kon hier niets over zeggen, maar die ene traan die op dat moment over je wangen liep sprak achteraf meer dan duizend woorden.
De gedachten die door mijn hoofd gingen waren onbeschrijfelijk. Fieke was er niet meer. Onderweg van de deeltijd naar huis, had ze zich haar eigen leven afgenomen. Ik was boos, misschien wel jaloers en verdrietig tegelijk. Hoe kon ze dat nou doen?!
Al meer dan twee jaar lang voerde ik een strijd met het leven en de dood. Ik deed tientallen pogingen waarbij ik op het randje heb gebalanceerd. De pijn, angst, het verdriet en de boosheid van mijn omgeving liet me op deze momenten koud. Het was toch duidelijk dat het leven niet voor mij was weggelegd en ik écht niet meer kon? Het was iedere dag weer een strijd en ik verlangde zo naar rust. Niet alleen voor mezelf, maar ik wilde ook mijn omgeving niet langer tot last zijn. Hoe moest het voor hen zijn? De angst dat ze op ieder moment van de dag het bericht zouden krijgen dat het weer eens zover was, maar dat ik het dit keer niet gered had? Wat moet dat verschrikkelijk voor ze zijn geweest! Als ik aan deze tijd terugdenk, voel ik me hier ontzettend schuldig over. Dit kon ik mijn omgeving toch niet aandoen?
Het was niet dat ik hiermee ook écht voor het leven gekozen had. Ik had mezelf opgelegd om ervoor te gaan, of ik dit nou wilde of niet. Dit betekende natuurlijk niet dat hiermee mijn gevecht over was. Ik verlangde naar rust, en zelfmoord leek op deze momenten vaak de enige uitweg. Niet voor niets voelde ik mezelf daarom ook zo enorm in de steek gelaten. Pas nu besefte ik hoe mijn omgeving zich al die tijd gevoeld moest hebben. Ik was zó boos, al die mensen die ze vol pijn en verdriet achter liet. Kon het haar dan niets schelen wat het met mij deed? Dat ik haar steun eigenlijk ook gewoon heel erg hard nodig had. Samen stonden we sterk, toch? Maar nu moest ik het alleen zien te redden.
Wat me ook enorm frustreerde waren de reacties die ik mensen hoorde zeggen: ‘Jeetje, ik wist niet dat het zó slecht met haar ging. Ze moet wel heel erg diep hebben gezeten om deze stap te zetten, wat triest.’ Betekende dit dat ik nog niet diep genoeg zat? Dat ik me nog niet ellendig genoeg voelde, doordat ik had besloten dat zelfmoord voor mij niet de oplossing was?!
Misschien maakte dit me ook wel jaloers. Fieke kreeg de erkenning waar ik juist zo naar op zoek was. Ik voerde een enorme strijd, die niemand leek te begrijpen. Voor vele was het zo’n vanzelfsprekendheid om ‘gewoon’ te leven, terwijl het voor mij eerder voelde als overleven. Dat gevecht viel me zo zwaar, dat ik niets liever wilde dan dat het ophield. Natuurlijk gunde ik Fieke de rust, maar mezelf ook. Maar rust en weer controle kunnen voeren over je eigen leven is een wezenlijk verschil met dood willen. Ik begreep nooit waarom mensen er niet achter konden staan dat het mijn eigen keuze was om niet meer te willen leven. Het was toch duidelijk dat het genoeg voor me geweest was? Ik was op, ik kon niet meer nadenken en al mijn mogelijkheden waren veranderd in onmogelijkheden. Zelfmoord was helemaal niet mijn eigen keuze. Dit was wat ik mezelf voorhield, om het als uitvlucht te kunnen zien. Het was een wanhoopsdaad uit machtloosheid.
Niet omdat ik het wilde, maar omdat ik niet anders meer kon. Niemand weet wat de dood is, dus hoe kon ik hier nou naar verlangen of dit willen zijn? Pas toen ik deze optie losliet, kon ik me weer concentreren op het leven. In plaats van het denken in onmogelijkheden, vond ik weer mogelijkheden in mijn leven.
Maar ook na mijn besluit om te kiezen voor het leven, heeft de gedachten aan zelfmoord nog regelmatig door mijn hoofd gespookt. De diepe dalen wilden me maar niet loslaten en dat was ik soms meer dan zat. Nu besef ik dat ik hiermee moet leren leven. Ik heb kunnen accepteren dat dit bij me hoort en kan hier nu goed mee omgaan. Ik weet nu dat dit een kwetsbaarheid van me is, waardoor ik niet meer in paniek raak of bang ben de controle over mezelf te verliezen. Ik kan weer genieten van de kleine dingen, zonder teveel stil te staan bij de moeilijke momenten van het leven. Ik probeer vooral te focussen op wat er allemaal wel goed gaat, en terug te kijken in hoever ik al gekomen ben. Iedere dag word ik een stukje sterker en leer ik nog bij over mezelf. Zo gaat dat in het leven en dat is het me meer dan waard!
Geef een reactie