Zie je mij? 14 maart 2008 – Een van de dunste meisjes uit de klas heeft sleutelbenen die helemaal uitsteken, alsof ze er later op zijn geplakt. Daaronder golft de huid over haar ribben. Haar hals is het strand net nadat het eb is geworden. Ik kan niet stoppen met naar haar kijken, wil hetzelfde lichaam als zij, dat het ook op mijn lichaam eb wordt en nooit meer vloed. Dat er niet alleen naast, maar ook op mijn lichaam slagschaduw kan liggen…
Afgelopen zomer studeerde ik af aan de opleiding Creative Writing aan ArtEZ hogeschool voor de kunsten. Mijn afstudeerwerk was een novelle: Zie je mij? In dagboekfragmenten schreef ik daarin over precies tien jaar eerder, toen ik precies xxx kilo lichter woog dan in mijn afstudeerjaar. Ik schreef over wat het betekent om een lichaam te hebben (of: te zijn), over het verlangen naar controle, over zichtbaar zijn, verlegenheid en over de liefde. Want, ontdekte ik, uiteindelijk was dat de oorzaak van mijn eetstoornis: een gebrek aan (zelf)liefde.
In de zomer van 2008 ging ik bijna nooit meer mee naar verjaardagen of vriendinnen, omdat mijn leugens opraakten. ‘Lust ik niet’ kon ik niet zeggen, omdat vriendinnen wisten dat ik vroeger wèl van roze koeken hield; ‘geen honger’ en ‘buikpijn’ had ik de hele dag – al was die laatste steeds vaker geen leugen meer.
In de zomer van 2008 douchte ik steeds heter omdat ik het steeds kouder kreeg; vormden zich in het doucheputje hele vogelnestjes van mijn uitgevallen haren. Zat ik zó vol met ongeuite emoties dat er geen eten meer bij paste. Maakte ik van mijn lichaam een riool dat langzaam dichtslibde en onder de grond lag, waar iedereen over me heen liep en niemand me meer kon zien.
Terwijl ik moest groeien – ik was veertien – maakte ik mezelf steeds kleiner. Ik klampte me vast aan de enige vriendin die ik nog had. Haar naam begon met een a. Voor haar deed ik alles. Ze woonde in mij. Als een baby groeide ze in mijn buik.
Tien jaar later, in 2018, werd ik me ervan bewust dat ik me vastklampte en even loyaal was aan iemand die – ooit, misschien over nog eens tien jaar – kinderen met mij zou willen krijgen. Het beangstigde me dat er dan wéér iemand in mijn buik zou groeien, dat ik mijn lichaam dan zou moeten delen. Maar veel meer last had ik van eenzaamheid: het gevoel dat ik minder liefde terugkreeg dan ik gaf.
Omdat ik mijn verdriet en angst niet uitte, gebeurde hetzelfde als tien jaar eerder: ik voelde me dichtgeslibd. Dus maakte ik mezelf weer klein en onzichtbaar, omdat ik dat het veiliger vond dan mijn gevoelens te tonen. Zo verdween ik langzaam wéér in de kooi van eenzaamheid en schijnveiligheid die ik voor mezelf had gebouwd.
7 maart 2018
Ik laat me met mijn volle gewicht in je armen vallen, wetende dat je blind voor me bent, dat je mij niet scherp genoeg kunt zien. Mijn lichaam en alles daarbinnen is een blinde vlek op jouw netvlies. Hoe of waarheen je ook kijkt, ik zal altijd met die vlek blijven meebewegen. En ja, ik kan je handen op mijn lichaam leggen, je mijn contouren laten voelen, je al mijn huidplooien laten aftasten, maar je zal me, net als de miniatuurpoppetjes bij je miniatuurtreinbaan, nooit kunnen lezen. Ik, of in ieder geval een deel van mij, zal voor jou altijd een blinde vlek blijven. Onderbelicht, zoals de poppetjes wekenlang in het donker achter de deur en de gesloten gordijnen van de hobbykamer staan te wachten tot jij de tl-balk en de bureaulamp boven hun hoofden aanknipt.
En je doet het uit voorzichtigheid, dat weet ik ook wel, omdat het licht hun verfkleuren verbleekt, maar wat doen de kleuren er nog toe als je de poppetjes nooit uit hun verpakkingsdozen haalt, ze altijd in het donker laat staan?
Met het schrijven van mijn novelle ontdekte ik dat een lichaam hebben betekent dat je zichtbaar bent. En dat je dat, als je verlegen bent, juist níet wil zijn. Verlegenheid is angst voor sociaal oordeel. Als je daar last van hebt, zoals ik vóór mijn eetstoornis en het schrijven van mijn novelle, kan het verleidelijk zijn om jezelf te verstoppen, jezelf steeds kleiner en minder zichtbaar te maken. Steeds minder ruimte in te nemen. Dat lijkt het veiligst: niemand kan je zien, dus niemand kan iets van je vinden.
Met het schrijven van mijn novelle ontdekte ik dat jezelf onzichtbaar maken helemaal niet veilig is. Het is schijnveiligheid, want uiteindelijk word je eenzaam van zo’n zelfgemaakt isolement. En dat is levensgevaarlijk, want net als eten dat is, zijn aandacht en liefde levensbehoeften van een mens: gezien te worden in wie je volledig bent. Je hongergevoel onderdrukken is dus net zo ongezond als jezelf onzichtbaar maken.
Schrijven leek mij altijd een goede oplossing om met mijn verlegenheid om te gaan. Maar, ontdekte ik tijdens mijn studie, een gepubliceerde tekst maakt me net zo zichtbaar als mijn lichaam. Zo niet nog zichtbaarder.
Het doorstrepen van mijn woorden werd een metafoor voor niet-eten: uitdunnen, verdwijnen, onzichtbaar worden. In mijn novelle is daarom, net als ook in een echt dagboek, veel witruimte en tekst doorgestreept. Maar wel zo dat je het nog kunt lezen. Een uitgemergeld lichaam kun je tenslotte ook gewoon nog zien.
Met mijn novelle hoop ik mensen die zich in (een deel van) het verhaal herkennen (zelf)inzicht en troost te bieden, zoals het schrijven ervan mij hielp de onderliggende kern van mijn verlegenheid, mijn eet- en relatieprobleem uit te diepen. Ik hoop dat het herkenning en een medicijn tegen eenzaamheid kan zijn: het weten dat je niet alleen bent.
28 juni 2008
Mijn buik is een riool vol troep, dat bijna dichtslibt. Er kan geen licht, lucht en al helemaal geen voedsel meer doorheen. Ik kan ieder moment overstromen.
Het voelt alsof mijn maag vol kauwgom zit. Alles blijft erin vastplakken. Iedere hap of slok is een nieuwe kauwgombal. Kon het maar uit me worden geknipt, desnoods met delen ingewanden, net als wanneer je kauwgom in je haren hebt en je hele plukken haar moet afknippen. Of misschien moet ik gootsteenonstopper in mezelf gieten, een hele fles leegdrinken: het vuil is hardnekkig.
De novelle Zie je mij? kun je bestellen door mij een mailtje te sturen. Meer info vind je op mijn website.
Geef een reactie