2019 – Zie mij voor vol aan. Niet te vol. Als volwaardig mens. Op halfvolle kracht. Ik wil dat je weet dat het niet goed met me gaat. Ik wil dat je de ernst van mijn problemen beoordeelt op basis van wat ik je vertel. Dat ik net zo belangrijk voor je ben als ik 10 kilo meer of minder weeg. Mijn pijn staat los van mijn gewicht. Het is enkel een uitingsvorm. Anorexia, boulimia, eetstoornis NAO of eetbuistoornis. Ik ben niet jouw diagnose. Ik ben geen eetstoornis. Ik ben een mens, net als jij en ieder ander. Alleen ben ik op dit moment de weg even kwijtgeraakt.
~ Voor een lezing werd me gevraagd te omschrijven wat een vrouw met een eetstoornis van de hulpverlening wil. Dit is mijn verhaal. Dat waar ik naar verlangde binnen de hulpverlening. Misschien voel je ergens overeenkomsten, misschien soms helemaal niet. Ieder heeft iets anders nodig. Deel gerust jouw verhaal, wensen en verlangens van de hulpverlening onder deze blog ~
Ik hoop dat je met me mee wilt wandelen om samen mijn weg terug te vinden. Zie mij voor vol aan. Ook als ik eruit zie als een uitgemergeld mens. Ook dán ben ik mijzelf niet helemaal verloren. Kijk niet enkel naar me als patiënt, want dat voel ik. Ik voel me al zo minderwaardig, maak die minderwaardigheid niet erger door jezelf boven me te plaatsen. Pas als ik voel dat je naast me loopt, durf ik misschien heel langzaam en met vallen en opstaan los te laten en stappen te zetten.
Ik wil dat je eerlijk en duidelijk bent. Dat we afspraken maken over gewicht waar we ons beiden écht aan houden. Ik wil niet liegen tegen je. Ik wil geen grenzen overschrijden. Ik wil je niet manipuleren. Echt niet. Ik ben een eerlijk mens. Toch ga ik tegen je liegen, manipuleren en grenzen proberen te overschrijden. De eetstoornis eist het van me. Soms lukt het om hier tegenin te gaan, maar te vaak ook niet. Ik hoop dat je verder kijkt dan dat. Ik hoop dat je dan hard bent voor de eetstoornis en mild bent voor mij. Ik hoop dat je me niet in de steek laat als het me allemaal even niet lukt.
Graaf onder het oppervlak. Mijn lach verhult honderd tranen. Ik ben geneigd om te praten over eten, omdat dat is wat me de hele dag bezighoud. Vergeef me, het is een valstrik. Eten interesseert me in werkelijkheid nauwelijks iets. Ik denk constant aan eten, omdat ik het mezelf ontzeg. Het roze olifant effect. Zolang ik denk aan eten, gaat al mijn laatste hersen energie op aan dat. Er is niet genoeg grijze massa meer om me druk te maken over mijn werkelijke problemen. Mijn angsten. Mijn verlangens. Mijn boosheid en mijn pijn.
Laat je niet verleiden om hierin mee te gaan. Laat het gesprek alsjeblieft niet draaien om eten, gewicht, voedingslijstjes en aankom regels. Ik ben net zo slim als jij. Ik weet misschien nog wel beter dan jij wat gezond en voldoende eten is. Wat ik niet weet en jij beter weet is hoe je moet leven. Ik vlucht voor het leven. Ik ben bang voor het leven. Bang om te falen, om nooit goed genoeg te zijn. Jouw waardering is zo belangrijk voor me. Laat me weten wat ik waard ben. Ik voel me een minderwaardig mens. Verstandelijk weet ik dat ik een vrouw ben met capaciteiten. Verstandelijk ben ik alles wat jij bent, maar mijn gevoel blijft achter. Ik ben bang voor mijzelf. Dun, dunner dunst. Controle. Dat is het enige waar ik nog vertrouwen in heb. Ik kan mijn eten controleren. Afgestudeerd in afvallen.
Ik durf geen volwaardig mens te zijn, omdat ik niet volwaardig ben. Angstvallig houd ik mijn gewicht onder controle, passend bij een kind zonder verantwoordelijkheid. Kwetsbaar. Ik kan de druk van het goed genoeg moeten zijn niet aan. Ik kan het voelen niet aan. Ik wacht tot je me redt, maar kan enkel mezelf redden. Maak me dat alsjeblieft duidelijk. Keer op keer. Maak me duidelijk dat ieder mens op aarde zichzelf redt en dat niemand elkanders redder kan zijn. Laat me voelen dat wat in het verleden is gebeurd nooit heel gemaakt of nu nog gecompenseerd kan worden, enkel verwerkt, geaccepteerd. Praat met me over het leven, maar maak het leven niet leuker dan het is.
Je hoeft me niet te vertellen wat je geleerd hebt uit boeken. Ik wil dat je me vertelt wat je geleerd hebt van het leven. Ik wil praten met een mens, niet met een boek vol theorie. Geen kilometers afstand tussen ons. Misschien wil ik stiekem wel minder afstand dan goed voor me is. Daarin wil ik dat jij de grenzen bewaakt. Ik hoop dat jij maximaal betrokken wilt zijn met een minimale afstand. Je raakt niet besmet als je me af en toe een bemoedigend klopje op mijn schouder geeft. In alle eerlijkheid. Zonder valse beloftes. Laat me niet verdrinken. Gooi me die reddingsboei en leer me hoe te zwemmen. Zeg me als ik harder moet zwemmen of beter even kan watertrappelen.
Ik wil geen hulpverlener die verhard is en nergens meer van opkijkt. Waarbij ik me een nummer voel, terwijl jij naar de klok kijkt om te controleren of ons spreekuurtje al ten einde is. Ik wil voelen dat ik er toe doe. Dat ik uniek ben als mens, niet jouw zoveelste patiënt.
Ik wil geen behandeling volgens een vast protocol, maar eentje met jouw levenservaring, kennis én hart, aangepast op mij als individu. Niet verplicht in een groep, omdat dit goedkoper is. Enkel een groep als dat goed voor mij is en als ik dat ook wil. Hoor je wat ik zeg of luister je écht naar me? Ik wil dat je mij de zorg biedt die jij voor jouw eigen kinderen zou willen.
Praat met me als therapie niet werkt. Als ík niet werk. Als de therapie niet aanslaat. Dreig niet met wegsturen of time-outs. Geef me niet op als jij het niet kan oplossen. Bestempel me niet met woorden als chronisch of langdurig. Laat me zien waar we staan en kijk met me mee naar alternatieven als dit niet de weg was.
En als ik mijn weg weer gevonden heb en langzaam met hier en daar een onzekere blik verder wandel, geef me dan tijd om afscheid te nemen. Om je uit te zwaaien. Om je te bedanken en een laatste keer een gedag te zeggen.
Geef een reactie