Als je een eetstoornis hebt, dan heb je waarschijnlijk de neiging om je continu met anderen te vergelijken. In veel gevallen kom je er dan zelf altijd negatief uit: de ander is altijd mooier, dunner, leuker, slimmer et cetera. Ook qua eetpatroon valt er behoorlijk wat te vergelijken. Iedereen eet immers anders. We krijgen vanuit huis allemaal andere dingen aangeleerd en door de jaren heen ontwikkel je je eigen smaak en voorkeur. Hoewel we dit allemaal weten, is dit toch heel lastig als je een eetstoornis hebt. Vooral als je ziet dat andere mensen minder eten en ook nog eens een stuk dunner zijn dan jij. Dit kan behoorlijk rot en oneerlijk voelen.
Toen ik een eetstoornis had, vergeleek ik mezelf ook continu met anderen. Dit deed ik niet alleen qua uiterlijk, maar ook qua eetpatroon en als het even kon allebei. Tijdens mijn studie ging ik bijvoorbeeld om met een aantal meiden die in mijn ogen ontzettend dun waren en ik wilde dan ook altijd weten wat zij precies allemaal aten. In die tijd moest ik volgens mijn eetlijst drie boterhammen eten en zodra het half 1 was pakte ik dan ook mijn zakje boterhammen. Ondertussen hield ik de mensen om me heen in de gaten. In zo’n grote collegazaal vallen de verschillen behoorlijk op. Er waren mensen die ook boterhammen aten, maar vaak aten ze er maar twee of zelfs maar één. Anderen aten weer helemaal niets of ineens een mueslireep of snoep. Ik snapte hier helemaal niets van en raakte er compleet van in de war.
”Waarom eet iemand nu, om 12.30 uur een mueslireep? Wanneer gaat ze dan haar lunch eten? En wanneer heeft ze dan ontbeten? En wat heeft ze dan verder gegeten? Hoe laat gaat ze dan straks eten? En waarom mogen andere mensen twee boterhammen eten en moet ik er drie terwijl ik al zo dik ben? Zij zijn allemaal heel slank en nu moet ik met mijn dikke lijf drie boterhammen gaan eten.”
Later zag ik dan ineens weer een meisje met een kop soep lopen uit de kantine. Was dat dan haar tussendoortje of lunch? Wat ging ze verder nog eten? Compleet gestoord werd ik hiervan. Het continu vergelijken van je eetpatroon met die van een ander is ontzettend vermoeiend. Ik herinner me dan ook dat ik de helft van de tijd niet eens meekreeg wat er tijdens de colleges werd gezegd omdat ik met zoveel andere dingen bezig was. Ook al weet je dat je je moet richten op jezelf en je eigen eetpatroon, het is en blijft ontzettend lastig om dat van anderen los te laten.
Het constante vergelijken is misschien ook wel een beetje onderdeel van een eetstoornis en daarom kun je naar mijn idee ook niet van jezelf verwachten dat dit zomaar weggaat op het moment dat je er nog middenin zit. Wel kun je je er bewust van zijn en je realiseren dat het niet helpend is en er andere, meer helpende gedachten tegenover zetten.
Je kunt dit op twee niveaus doen. Enerzijds op de inhoud waarbij je dus je gedachten inhoudelijk gaat relativeren. Hierbij kun je denken aan: ”Ok, ze eet nu misschien maar één boterham, maar wellicht heeft ze vanochtend al meer ontbeten of gaat ze straks heel veel eten.” Voor sommigen is dit al voldoende. Met een eetstoornis heb je in veel gevallen echter overal wel een excuus voor en het kan ook nog zo zijn dat je met mensen zit die je wel de hele dag ziet omdat je noodgedwongen hele dag thuis bent waardoor je simpelweg weet wat iemand op een hele dag eet en verder doet qua beweging. Dan zul je helpende gedachten moeten bedenken die zich meer richten op jou en jouw proces. Denk hierbij aan gedachten als: ”Ja, zij eet nu inderdaad minder dan ik en dat vind ik moeilijk, maar ik eet nu op deze manier omdat ik wil herstellen van mijn eetstoornis.”
Tot slot is er een derde manier om om te gaan met het vergelijken en misschien is dat nog wel de beste, namelijk: er niets mee doen. Mensen, ook zonder eetstoornis, zullen altijd en overal vergelijken. Niet alleen over eten en uiterlijk maar ook over innerlijk, prestaties en andere zaken. Wees je er bewust van dat je het doet maar doe er verder niets mee. Als je merkt dat je weer zo’n gedachte hebt (”Zij is veel dunner dan ik, dat is niet eerlijk”), laat die gedachte dan gewoon voor wat het is. Je mag je er best rot over voelen en balen dat je andere mensen van alles wel of niet ziet eten maar dat betekent niet dat je er iets mee moet.
Vergelijken zul je altijd, maar realiseer je dat zolang je een eetstoornis hebt, je altijd een oneerlijke vergelijking maakt. Jij bent in dat geval immers altijd in het nadeel. Richt je op jezelf, je gezondheid en je toekomst, dat is vele malen belangrijker dan wat een ander wel of niet doet.
Geef een reactie