Alleen zijn was nooit iets waar ik goed in was. Het liefst plande ik alle momenten vol zodat ik niet alleen hoefde te zijn. Met vrienden, werk, activiteiten en ga zo maar door. Ik vond alles beter dan alleen zijn. Alleen met mijn gedachtes en mijn gevoelens. Alleen zijn met hetgeen waar ik zo hard voor vluchtte.
Een vrije dag voor mezelf vond ik vroeger altijd heel vervelend. Ik kon wel uitkijken naar een rustmoment, maar al snel voelde ik de drang om dit op te vullen zodat ik niet alleen zou zijn. Alleen zijn voelde vaak als iets eenzaams, als iets wat verdriet opriep, als iets wat ik maar al te graag wilde vermijden. Dit lukte gelukkig vaak door extra te werken, op school bezig te zijn of met familie en vrienden af te spreken. Dat ik eigenlijk doodmoe was vond ik niet zwaar genoeg wegen. Samen zijn was altijd beter. Zolang ik maar niet in mijn eentje hoefde te zijn.
Een dag zonder plannen voelde verloren en leeg. Hoe moest ik mijn dag doorkomen? Uitslapen kon eventjes fijn zijn, maar al snel voelde het lui en verkeerd. Als ik dan alleen moest zijn, vulde ik mijn dagen vol met taken. Ik ging alles schoonmaken en opruimen en daarna de deur uit om boodschappen te doen of maar rond te wandelen. Ik verzon van alles om maar bezig te zijn, zodat ik niet alleen zou blijven met mijn gedachtes. Weg, deur dicht en gedachtes achterlaten.
Jammer genoeg waren de gedachtes nooit ver weg. Ze gingen mee, overal waar ik naar toe ging. Ik kon er niet van vluchten, ze zaten in mij. Ik nam ze mee. Ga weg, ik wil je niet! Elk uur, elk minuut en zelfs elke seconde zocht ik opvulling zodat ik er niet bij stil hoefde te staan. Ze gingen niet zomaar weg. Ze waren er ongeacht of ik het wilde of niet. Ze waren er eenmaal en nu was het de truc om een manier te vinden zodat ze er wel mochten zijn. Ik wilde het niet, maar ze waren er nu eenmaal. Wat kon ik er anders mee doen?
Het er laten zijn van gedachtes en vooral de gevoelens die dit opriep vond ik doodeng. Ze waren intens en groots. Als een donkere wolk werd ik door ze ingehaald. Het ging van wat druppels over naar grote regendruppels, hagel, onweer.. Storm. In het begin werd ik erin meegesleurd. Het was te veel en het riep te veel op. De keren erna stelde ik deze momenten het liefst uit. Ik wist immers wat het met me deed en dit beviel me niet. Ik kon het niet nog een keer aan. Maar ik kon ook niet blijven vluchten. Dit lukte voor even, maar niet voor altijd. Ik moest leren overleven in een storm, leren zwemmen tussen de hoge golven zonder reddingsboeien. Ik ging vaak kopje onder en het voelde soms alsof ik de oppervlakte niet meer kon bereiken. Elke golf zorgde ervoor dat ik dieper in het water raakte. Totdat het stopte…
Ik kon niet meer vechten, ik kon niet meer vluchten. Op het moment dat ik dacht dat ik zou verdrinken werd ik meegesleurd. Ik moest de hoge golven accepteren en erin meegaan. Het accepteren leerde ik door stil te staan bij alles wat er gebeurde. In het begin lukte het maar voor eventjes. Een paar minuten of zelfs maar een paar seconden voordat ik weer op de vlucht ging. Beetje bij beetje leerde ik de gedachtes en de gevoelens te herkennen en zodoende leerde ik er ook mee om te gaan. Het bracht me uiteindelijk bij rust.
Langzaam dreef ik verder weg van de storm. Soms kwam er nog een hoge golf over me heen. Een na-trap waardoor ik weer bang werd. Het haalde me in. In het begin viel ik terug in mijn oude gewoontes. Als een gek probeerde ik te overleven en op allerlei manieren te vluchten. Maar door er eens niet tegen te vechten kon ook deze golf verder van me af drijven.
Overleven betekent soms meevaren in alle hectiek. Vluchten is iets wat nog regelmatig instinctief gebeurt. Het is eng, groots, overweldigend en onbekend. Je wilt weg, maar vaak kan je niet alsmaar wegrennen. Het is een leerproces om het er ook te laten zijn. Het is een leerproces ermee om te gaan zodat het je niet meesleurt. Een leerproces wat ik elke keer moet aangaan wanneer iets engs op me af komt. De ene keer lukt het me beter om overeind te blijven dan de andere keer. De keren dat het even minder lukt, mag ik nu alleen zijn om het ruimte te geven.
Foto’s: pexels.com
Geef een reactie