Vier jaar geleden begon mijn zus steeds dunner te worden. Ze was altijd al een dun meisje, dus ik had het niet echt door, net als mijn ouders. Steeds vaker zeiden vrienden of klasgenoten dingen tegen mij als: ‘Iris, was is jouw zus dun zeg! Gaat het wel goed met haar?’ of ‘Iris, hoe zwaar is jouw zus eigenlijk? Ze is echt zo dun!’.
Ik vond dit allemaal maar onzin. Ze was altijd al zo dun geweest. Nu misschien ietsje meer, maar elk meisje heeft haar periodes. Wacht maar een maandje, dan is ze weer iets aangekomen. En trouwens, waar maakt iedereen zich zo’n zorgen om? Zo dun is ze ook weer niet!
Op een dag kwam ik thuis van school. Een vriendin van mijn zus zat bij ons thuis met mijn moeder te praten. Ik vond het al vreemd, want mijn zus was niet eens thuis. Toen de vriendin weg was vroeg ik waar het allemaal over ging. Ze was gekomen om te praten over mijn zus. Ook haar vriendinnen maakten zich zorgen. Ik en mijn ouders moesten er toch aan geloven, mijn zus had een eetprobleem.
Net in deze tijd maakte mijn zus haar vriendje het ook nog uit. Mijn zus werd lichter en lichter, maar zo perfectionistisch als ze was wilde ze geen hulp zoeken. Ze kon het allemaal zelf wel. Mijn ouders en ik bleven haar in de gaten houden. Als ze ook maar een koekje of een stukje fruit op had waren we al blij. Zoals mijn zus zei, is ze er zelf ook weer uitgekomen. Ze begon in te zien dat wat ze aan het doen was niet gezond was en dat ze met wat meer gewicht mooier was.
In die tijd vond ik het moeilijk om erover te praten. De dingen die ik en mijn ouders voor mijn zus probeerden te doen, waren lekkere dingen kopen (waarvan ik en mijn moeder uiteindelijk meer aten dan mijn zus) of ‘s avonds lekker warme chocolademelk maken voor het hele gezin. Later hebben mijn moeder, mijn zus en ik een keer een goed gesprek gehad in de auto. Mijn zus vertelde dat ze zich toch wel alleen had gevoeld. Ik vond het moeilijk om dit allemaal te horen, waarom was ik er niet meer geweest voor haar?
Toch vond ze dit zelf niet. Ze werd dunner en dunner en zonderde zich steeds meer af. Op een dag vond ik het genoeg en we hadden afgesproken om in de middagpauze op school te gaan praten. In de eerste pauze op school kwam ze huilend naar mij en een andere vriendin toe, of we nu al konden praten. Ik schrok heel erg toen ze vertelde dat ze zichzelf nog steeds dik vond. Het zal toch niet weer zo zijn dat een van de belangrijkste personen in mijn leven zo worstelt met eten, terwijl ze zo mooi is?
Toch was dit zo. Omdat ik dit al eens eerder meegemaakt had begreep ik S denk ik beter dan dat mijn andere vriendinnen dat deden. Ik ben in deze tijd veel naar S toe geweest. Omdat ze altijd zo moe was kwam S niet meer elke dag naar school toe. Om haar toch te blijven zien ging ik bijna elk weekend naar haar toe. Mijn andere vriendinnen spraken haar niet vaak meer. Soms was het ook voor mij wel veel.
Ik vond het moeilijk om mijn beste vriendin zo te zien worstelen met eten. Als ik bij haar thuis was en we namen allebei een roze koek zag ik haar angstige blik en wist ik dat ze die koek alleen maar at omdat ik erbij was. Soms had ik het gevoel dat het teveel was voor mij, maar ik wilde S niet opgeven en proberen te doen wat ik moest doen als goede vriendin, er voor haar zijn. Toch ging ik later niet meer zo vaak naar haar toe. Nu heb ik wel eens het idee dat dat een fout van mij is geweest. S heeft nog lang met het eten geworsteld en heeft er nu soms nog wel eens last mee. Nu praten we er samen nog vaak over, maar een tijdje geleden was dat wel anders. Ik wist niet eens dat ze er nog zo’n last van had.
De reden dat we nu weer zoveel over het eten praten is een derde meisje, A. Ik ken haar al lang en zit bij haar op dansen. Ook zit ze bij mij en S op school. A is de laatste tijd veel afgevallen. Ook zij was, en is nog steeds, heel erg mooi. A is zo’n meisje dat opvalt. Als ik met haar door de stad loop zie ik dat jongens naar haar kijken. Met haar krullenbos en mooie gezichtje is ze een prachtig meisje. Zelf vond ze dat helaas niet. Ongeveer een week geleden ben ik naar haar toegegaan en vertelde ik haar dat ik me zorgen maakte. Gelukkig had ze zelf ook al door dat het niet goed ging en heeft ze dat al aan haar moeder verteld. Samen letten ze nu goed op.
Omdat ik toch meer voor A wilde doen, niet dezelfde fouten maken die ik bij mijn zus en bij S had gemaakt, A niet alleen wilde laten zijn, heb ik A een brief geschreven. Daarin heb ik geschreven dat ik haar wil helpen, waarom ze nou eigenlijk afvalt, of ze wel door heeft dat het echt niet goed voor haar is, dat ze heel erg mooi was en dat ze voor haarzelf leeft, niet voor de buitenwereld. Als je je goed voelt van binnen straalt dat uit naar buiten. A was van mijn brief geschrokken en heeft een brief terug geschreven. Hierin was ze heel erg eerlijk, waar ik erg blij mee ben. Toch stelde haar brief me niet echt gerust.
Ze vertelde dat ze zelf wou afvallen en dat ze daarmee anderen niet tot last was, dus waarom deed iedereen dan zo moeilijk? En verder, ze wilde zich niet meer schamen voor haar eigen lichaam als ze in bikini loopt in de zomer. En misschien zegt iedereen nu wel dat ze zo dun is geworden, maar ze ziet zelf echt nog wel dat haar armen, benen en buik nog dik zijn en dat daar echt nog wel wat af kan. Ze wil de controle over haar eigen lichaam hebben en hierin heeft ze dat gevonden. Toen ik haar brief las werd ik zo verdrietig. Ik herkende zoveel van haar uitspraken in de uitspraken van mijn zus en van S. En hoelang heeft het wel niet geduurd of moet het nog duren voordat mijn zus en S volledig van dit eetprobleem af zijn?
A is prachtig en ik weet nog steeds niet goed wat ik nu terug moet schrijven. Zelf ziet ze niet in waarom ik me zo’n zorgen maak. Afvallen is oké, maar niet op deze manier.
Waarom ik dit verhaal schrijf, is om anderen die zoiets in hun omgeving meemaken te steunen. Ik heb me wel eens afgevraagd of ik niet aanleiding geef tot afvallen. Deze drie meisjes staan zo dicht bij mij en drie meisjes in mijn omgeving is veel, normaal gebeurt dat niet. Toch weet ik dat ik me niet schuldig moet voelen en anderen moeten dat ook niet. Ik heb mijn best gedaan om mijn zus en S te steunen en doe dat nog steeds voor S en A. Meer doen dan mijn best kan ik niet.
Tenslotte moet ik ook om mezelf blijven denken. Het is zwaar om goede vriendinnen zo te zien worstelen met eten en de emoties die blijven overheersen zijn machteloosheid en verdriet. Maar toch moet ik aan de goede dingen blijven denken die dit hele gedoe heeft opgeleverd. Zonder deze problemen had ik nooit de goede momenten met mijn zus meegemaakt toen ze weer ging aankomen, had ik nooit elk weekend bij S gezeten om met haar film te kijken en te roddelen over alle dingen die op school gebeurden en had ik nooit zo’n eerlijke brief durven schrijven naar A.
Verder heb ik zelf geleerd objectief naar mijn eigen lichaam te kijken. Natuurlijk vind ik mijn eigen buik soms wel eens dik, maar ik weet ook wel dat dit onzin is. Ik heb een gezond gewicht en kan van mezelf zeggen dat ik er goed uitzie en ik een mooi lichaam heb. Veel meisjes van mijn leeftijd kunnen dat niet. Elk negatief ding heeft ook positieve kanten, net als het leven. Probeer hiernaar te blijven kijken, dat is zo belangrijk.
Wat je voor een vriendin met een eetprobleem kan doen? Het enige wat je kan doen, is er voor haar zijn. Probeer leuke dingen met haar te doen en voel je vooral niet schuldig als je een keertje niet kan. Als je je best doet en er voor haar kan zijn in deze tijd, ben je de beste vriendin die iemand zich kan indenken. Onthoud dat.
Anoniem
Geef een reactie