”Vandaag was een slechte dag, alles ging mis. Ik voel me een mislukkeling. Het lukt me ook nooit om eens om normaal met eten om te gaan! Waarom gaat het toch altijd mis?” Misschien denk jij ook wel eens dit soort dingen. Heel negatief dus.
Die sombere dagen horen er helaas ook bij. Maar niet iedere dag is zo zwart. Er zijn ook witte dagen, dagen waarop dingen wel goed gaan, je leuke dingen meemaakt en kunt genieten van het leven. Daarnaast is er ook nog een grijs gebied, dagen die normaal verlopen. Niet pikzwart en niet spierwit, maar gewoon er tussenin.
Ik was een aantal jaren geleden snel geneigd alleen te denken in zwart en wit. Ik was me niet bewust van het grijze gebied. Wanneer het dus middelmatig ging, viel dit in mijn ogen onder ‘zwart’ en dus negatief, mislukt en fout. Op die manier zag ik nog maar weinig ‘witte’ dagen. De zwarte leken te overheersen, omdat dit er met de grijze erbij opgeteld ook gewoon veel meer waren. Hiervan werd ik moedeloos en de witte dagen leken zelden tot nooit voor te komen.
♥ Creëer ruimte voor positiviteit
Zwart-wit denken is een denkfout, een manier van denken die niet kloppend is met de realiteit. Want is het zo dat als je een rotdag hebt, de dag daarna ook meteen niet goed zal verlopen? Wordt de hele week dan meteen negatief of kun je nog wel lichtpuntjes zien? Bij denkfouten zoals bij zwart-wit denken, wordt vaak ook onbewust gebruik gemaakt van ‘absoluut maken’. Een aantal voorbeelden lees je hier:
”Vandaag was weer een slechte dag. Het kan ook nooit een keertje goed gaan!”
”Waarom maak ik altijd van die domme fouten?”
”Ik voel mij de hele dag slecht.”
Door dit soort dingen te denken, laat je geen ruimte voor positiviteit. Je gaat er met de woorden ‘altijd’, ‘nooit’ en ‘de hele dag’ vanuit dat het per definitie slecht is en dat dit ook niet zomaar weer goed zal komen. Je sluit alle witte stukjes uit en laat geen ruimte voor het grijze gebied.
Absoluut denken kun je doorbreken door in je dagboek eens na te lezen hoe vaak jij dit soort woorden gebruikt. De woorden ‘nooit’, ‘altijd’, ‘alweer’, ‘steeds’ en ‘contstant’ kun je onderstrepen. Je kunt je er dan bewust van worden dat je deze woorden gebruikt. Probeer een volgende keer eens wat meer in het ‘nu’ te schrijven. Dus niet alle narigheid optellen en het omschrijven alsof het de hele dag zo was of al jaren. Er zijn vast ook mooie momenten tussendoor geweest!
”Iedere week kwam ik bij mijn therapeut aan en vroeg hij hoe het met mij ging. Ik zei dan vaak dat ik bijvoorbeeld 3 goede dagen had gehad en 4 slechte. Er waren meer slechte dagen, dus was het een zwarte week. Mijn therapeut ging hier dan niet zo op in, wat mij frustreerde. Maar dit deed hij achteraf bewust. Ik leerde dat het inderdaad niet altijd goed gaat, er sombere dagen zijn, maar deze horen erbij. Dit betekent niet dat de hele week niet geslaagd was. Of dat ik de positieviteit niet vast had kunnen houden.
Als ik een aantal fijne dagen of momenten had gehad, voelde het als falen als ik dit niet vast kon houden. Ik dacht dat het stemmingswisselingen waren. Uiteindelijk ervaarde ik na mijn eetstoornis juist al mijn emoties opnieuw en kwam ik erachter dat ieder moment van de dag verschillende emoties bij je oproepen. Het was even wennen, maar die golfbeweging hoort er gewoon bij.”
♥ Wees reëel
Positieve emoties, negatieve emoties, spanning of angst; alles hoort er bij. Probeer deze emoties niet meteen in hokjes en vakjes te proppen. Want is huilen altijd iets dat in een zwart hokje hoort? Is het soms niet gewoon goed om verdrietig te zijn om een nare gebeurtenis. En is spanning altijd iets dat hoort bij een zwart of grijs vak? Of is het soms gewoon logisch en misschien zelfs grappig dat je zenuwachtig bent?
♥ Plak niet over al een sticker op
Probeer je gevoelens, je dagen of gebeurtenissen niet te veroordelen of een stickertje toe te wijzen. Soms zijn dingen gewoon zoals ze zijn. Door deze bewustwording zul je je emoties en gebeurtenissen minder als diepe dalen en hoge pieken ervaren. Zie het gewoon als een golf. Iedere emoties en ervaring komt en gaat weer langzaam weg.
Denk niet wit, denk niet zwart, denk niet zwart-wit, en misschien zelfs niet eens grijs. Oordeel niet meteen en scheer niet al die emoties over één kam. Laat je meevoeren, je kunt het aan. Juist zonder de ‘controle’ van je eetstoornis.
Herken jij deze manier van denken?
Geef een reactie